Canon EOS M en Nikon 1 – marktleiders met innovatiecrisis
Canon en Nikon zijn heel laat in de markt van systeemcamera's gestapt. De Nikon 1-serie begon pas in 2011. De Nikon 1-camera's werken met een kleine 1-inch sensor van 13,2 × 8,8 millimeter. Of daar nou voor gekozen is uit angst om de eigen spiegelreflexcamera's in de weg te zitten of als concessie voor compacte verhoudingen is niet duidelijk. Tegenwoordig gebruiken fabrikanten als Sony en Panasonic dergelijke sensoren vooral in hun compactcamera's met vast ingebouwde lenzen. Nikon beperkt zijn systeemcameramodellen
Bij systeemcamera's zijn de machtsverhoudingen anders dan bij de spiegelreflexcamera's. Canon en Nikon weten niet zo goed raad met hun systeemcamera's. Toch hebben ze allebei hun bestaansrecht.
daar aardig mee. De cropfactor zit op 2,7 en de normale brandpuntsafstand daarmee op 18,5 millimeter. Een 50mmbrandpuntsafstand voor kleinbeeld haalt op de Nikon 1-camera's de beeldhoek van een telebrandpuntsafstand van 135 millimeter.
Canon voerde het EOS M-systeem in 2012 in. De systeemcamera's hebben een APS-C-sensor, net als de meeste van de spiegelreflexcamera's van Canon. Drie van de EOS M-modellen zijn op het eerste gezicht niet te onderscheiden van een compactcamera. Net als bij de Nikon 1-camera's ontbreekt een zoeker. De eind vorig jaar geïntroduceerde M5 is wat dat betreft een uitzondering.
Voor beginners
Het assortiment bij Canon en Nikon is beperkt. De Canon EOS M10 is er inclusief lens al voor zo'n 330 euro, maar dat is niet meteen een goede koop. De in 2015 uitgebrachte M10 zit in net zo'n gladde minibehuizing als de eerste generatie uit 2012. Het opgeruwde kunststof oppervlak ziet er niet meteen chic uit, maar geeft wel prima grip. Een aansluiting voor een losse zoeker ontbreekt. De resolutie van de APS-C-chip zit met 18 megapixels op het niveau van de instapspiegelreflexen EOS 100D en EOS 1200D.
Voor de J5 van Nikon met lens betaal je zo'n 70 euro meer. Daar krijg je ook wel wat extra's voor: het hybride autofocussysteem is krachtiger en hij kan maar liefst 60 foto's per seconde maken. De J5 ondersteunt ook 4K-video, zij het met slechts 15 fps.
Voor gevorderden
Bij het topmodel van de Nikon 1-serie, de V3,
moet je genoegen nemen met Full HD-video. Die neemt de camera dan wel met 30 of 60 frames per seconde op. Bovendien onderscheidt hij zich van de instapklasse door zijn robuuste metalen behuizing. Je kunt hem desgewenst uitbreiden met een zoeker, een gps-ontvanger en een microfoonadapter. Ook een batterijgrip is beschikbaar.
Canons EOS M3 is met zo'n 460 euro inmiddels een stuk goedkoper. Ook die heeft een metalen behuizing zonder zoeker, maar met een multifunctionele schoen, zodat je alsnog een elektronische zoeker kunt toevoegen.
De recent gelanceerde M3-opvolger M6 heeft nog steeds geen zoeker, maar kost inclusief lens toch liefst 950 euro. Daarvoor krijg je dan wel een betere sensor met bijbehorende beeldkwaliteit en snellere autofocus – en een nieuwe processor, wat onder andere een betere burstrate tot 9 beelden per seconde oplevert.
De nieuwe M6 heeft veel van de technische verbeteringen overgenomen van Canons eerder geïntroduceerde systeemcamera-vlaggenschip EOS M5. Dat model heeft als enige wel een vast ingebouwde zoeker.
Lenzen
Canon heeft een camerabehuizing meer dan Nikon, maar bij de lenzen biedt die laatste duidelijk meer. Er zijn dertien Nikon 1-objectieven – met name zoomlenzen en lenzen met een vaste brandpuntsafstand. Een macro ontbreekt in de selectie. De normale brandpuntsafstand 18,5 mm f/1.8 heb je voor 180 euro, en ook de meeste andere objectieven gaan niet over de grens van 500 euro heen. Alleen de telezoomlens Nikkor VR 70-300mm f/4.5-5.6 schiet er met zo'n 1000 euro bovenuit, maar dan heb je ook een waanzinnige kleinbeeldequivalente brandpuntsafstand van meer dan 800 millimeter.
Dankzij de hoge cropfactor zou je de kleine Nikon 1-familie echte telemonsters kunnen noemen. Met Nikons eigen FT1adapter van ongeveer 250 euro kun je ook de F-objectieven van Nikons spiegelreflexcamera's op de kleine spiegelloze modellen monteren.
Ook Canon breidt de keus aan objectieven uit met behulp van de adapter EF-EOS M. Dan zijn de EF- en EFS-lenzen met de spiegelloze M te gebruiken. Die kan die ondersteuning goed gebruiken, want de M-serie heeft zelf maar zeven objectieven. Pas sinds afgelopen zomer zit daar ook een macrolens bij. Daar heeft Canon twee ledlampjes in geintegreerd, wat vooral prettig is voor beginners op dat gebied. De brandpuntsafstand is met een kleinbeeldequivalent van ongeveer 50 mm alleen nogal kort.
Canon heeft sinds de introductie in 2012 niet veel haast gemaakt. Sony kwam in dezelfde tijd bijvoorbeeld met meer dan 15 objectieven voor zijn A7-fullframe-systeem.
Het bijzondere van het systeem
Een beetje meer engagement zou geen kwaad kunnen. De spiegelreflexmarkt gaat immers gestaag achteruit. De M5 en M6 zijn mooie toevoegingen aan Canons assor- timent systeemcamera's, maar in vergelijking met de concurrentie blijft het aanbod beperkt. Nikon heeft tenminste nog een systeemcamera waarmee je zonder speciale behuizing kunt duiken. De AW1 is waterdicht tot een diepte van 15 meter en hij is vorstbestendig, stootvast en stofdicht. In een kit met waterdichte lens kun je hem inmiddels voor 650 euro bestellen. De beeldkwaliteit is dankzij de 1-inch sensor beter dan die van klassieke outdoor compactcamera's. Nikon biedt bovendien nog twee waterdichte objectieven voor de AW1.
Toch is het onwaarschijnlijk dat Nikon intensiever op deze lijn zal inzetten. Het grote succes van de 1-camera's is in elk geval uitgebleven. De fabrikant kreeg vooral flinke kritiek te verduren vanwege de kleine sensor. De Nikon 1 blijft net als Canons EOS-M toch een beetje een halfslachtige poging om voet aan de grond te krijgen in de spiegelloze markt.
Het blijft de vraag hoe de twee marktleiders op spiegelreflexgebied in de toekomst verder gaan met hun systemen. (hhe)