Werkpony's
Vier Kaby Lake mini-pc's getest
Een mini-pc neemt weinig ruimte in op je bureau. Als je hem achterop je monitor schroeft, hou je al helemaal lekker veel plek over. Twee compacte barebones en twee dunne zakelijke pc's geven elk een eigen draai aan het concept 'mini-pc'.
Gaming-pc's en workstations proberen je te lokken met een flinke performance, veel 3D-power en een heleboel ruimte om uit te breiden. De mini-pc's concentreren zich daarentegen op de basics: voldoende performance voor alles wat je dagelijks nodig hebt, en dat in een compact formaat. Ze hebben een dualcore- of quadcoreprocessor. Een aantal is te koop als barebone, waarbij je zelf nog geheugen, opslagruimte en een besturingssysteem moet regelen. Andere zijn al helemaal gebruiksklaar.
Er zijn wel beperkingen bij de configuratie en eventuele latere uitbreidingen. Het geheugen en de opslagmedia zijn te vervangen door iets beters. In de kleine kastjes passen alleen 2,5"-schijven en -ssd's of platte compacte M.2-ssd's. Er worden geïntegreerde grafische units gebruikt, dus verwacht geen wonderen op het gebied van 3D- en OpenCL-performance.
De vier apparaten met Kaby Lakehardware lieten bij de test en in de praktijk zien wat je van de huidige mini-pc's kunt verwachten qua performance, energieverbruik, geluidsproductie en uitrusting. De Asrock Beebox-S 7200U en de Intel NUC7i3BNH zijn barebones bedoeld voor consumenten. Er zit geen geheugen en opslagmedium in. De Asrock kost iets meer dan 400 euro, de Intel is 300 euro.
Dell en HP hebben de compacte minipc's OptiPlex 5050 Micro en ProDesk 600
G3 Mini voor zakelijk kantoorwerk. Het systeem van Dell kostte tijdens de test 895 euro inclusief btw, de HP 1000 euro. De prijzen van die zakelijke pc's wisselen nogal, houd de websites van beide fabrikanten daarom goed in de gaten voor eventuele flinke kortingen.
Thuis versus zakelijk
Consumenten en zakelijke gebruikers hebben ieder hun eigen eisen. We hebben het dan niet alleen over de performance, maar ook over de garantie en support. Asrock en Intel laten de gebruikers vrij om opslagmedia en geheugen in te bouwen. Asrock biedt twee jaar garantie, Intel drie jaar.
Dell en HP verkopen hun kant-en-klare pc's met drie jaar garantie. Bij Dell wordt een apparaat gerepareerd nadat het opgestuurd is, bij HP is er on-site garantie (volgende werkdag) of het apparaat mag worden omgeruild.
Voor gebruik in zakelijke omgevingen zijn opties voor remote beheer gebruikelijk. Een pc is dan makkelijk via het netwerk te configureren en te beheren. Tegen een meerprijs bieden beide fabrikanten die optie via Intels Active Management Technology (AMT). Die hoort bij de vPro-functies van de Q270-chipset. Bovendien zijn daarbij – los van Windows Update – tools voor de drivers en beheer- en diagnosefuncties beschikbaar. In de BIOS-set-up zijn bepaalde aansluitingen specifiek uit te schakelen of kunnen ze door een beheerder beperkt worden in hun gebruik. Ze hebben ook allebei een TPM (Trusted Platform Module).
Uitrusting
De zakelijke pc's van HP en Dell worden geleverd met toetsenbord en muis, waarbij die van HP wat zwaarder waren. Die bevielen ons daardoor wat beter. Maar het gaat bij allebei om instapmodellen. Als je veel moet typen en een betere toetsaanslag wilt, zul je ze snel vervangen door iets beters – als de IT-afdeling wil meewerken tenminste. Als besturingssysteem wordt Windows 10 Pro meegeleverd.
In de geteste configuraties zat 8 GB geheugen en een ssd. Het trage 128GB-model in de OptiPlex is zelfs voor een kantoorpc nogal aan de krappe kant. HP heeft in zijn ProDesk een NVMe-ssd van Samsung gestopt met een meer hedendaagse 256 GB aan opslagruimte. Die haalde bij het lezen korte tijd 2,8 GB/s en bij het schrijven 1,1 GB/s. Wel werd hij behoorlijk snel warm, wat bij een langere tijd belasten een bluescreen opleverde.
Asrock, Intel en HP hebben hun compacte apparaten een USB-C-poort gegeven. Bij de Beebox-S en de NUC worden data daarmee met SuperSpeedPlus-snelheid (10 Gbit/s) verstuurd. Intel gebruikt de 'stekker past altijd'-aansluiting ook voor het doorgeven van beeld. De HP heeft de meeste usb-poorten: inclusief de USB-C-poort komt het aantal op zeven. De Dell OptiPlex heeft zes normale type A-aansluitingen. De Intel NUC heeft er in totaal vijf, de Asrock Beebox-S vier. Er zitten altijd minstens twee usb-aansluitingen aan de voorkant, wat wel zo praktisch is.
Ook de audio-aansluitingen zitten grotendeels aan de voorkant. Bij HP en Dell vind je daar een gecombineerde audiojack voor headsets (audio-uit/mic-in) en een losse hoofdtelefoonaansluiting. De Asrock en Intel hebben alleen een gecombineerde jack voor headsets. Dell en HP installeren aangepaste audio-drivers, maar die zijn niet echt foutvrij te noemen. Ze passen het geluid aan of detecteerden aangesloten apparaten pas als we ze via de driver-interface lieten herkennen. Geen enkel testapparaat heeft een digitale audio-uitgang. Meerkanaalsgeluid gaat via hdmi, voor zover de pc's dat hebben.
Alle mini-pc's kunnen in elk geval één 4K-scherm aansturen op 60 Hz, de meeste zelfs twee. HP biedt standaard twee DisplayPort-aansluitingen, maar daar kun je nog een derde aansluiting bij kiezen. Ons testapparaat had als extra een VGA-poort. De andere fabrikanten kiezen voor een combinatie uit hdmi en DisplayPort. Bij de NUC komt het DisplayPort-signaal uit de USB-C-poort.
Een bekabelde netwerkwerkaansluiting met gigabitsnelheid is standaard op alle pc's, net als 802.11ac-wifi met maximaal 866 Mbit/s bruto. Ze hebben ook bluetooth 4 om er draadloze apparaten op aan te sluiten.
Krachtbron
De fabrikanten hebben hun hardware inmiddels bijgewerkt naar de huidige zevende generatie Core i-processors van Intel, oftewel Kaby Lake. Dat was niet echt een grote update [1]. De extra performance ten opzichte van Skylake zit hem vooral in de net wat hogere kloksnelheden bij een
gelijk of iets lager energieverbruik. Het gaat daarbij niet om een meer verfijnde architectuur. Voor beheerders die rekening moeten houden met het energieverbruik van pc's is het toch weer een kleine meevaller.
Alle mini's melden aan het besturingssysteem dat ze een quadcore hebben, maar de fabrikanten 'regelen' dat elk op hun eigen manier. Asrock en Intel solderen mobiele processors uit de U-serie in hun kleine pc's, oftewel dualcore-cpu's met Hyper-Threading en een TDP (Thermal Design Power) van 15 watt. De Core i3-710U in de NUC draait op maximaal 2,4 GHz. De standaardfrequentie van de Core i5-7200U van de Asrock Beebox-S ligt niet alleen 100 MHz hoger, maar met de turbo haalt hij bij de test 3,1 GHz.
Dell en HP gebruiken de Core i5-7500T, een losse desktopprocessor met vier echte cpu-kernen. De L3-cache van 6 MB is twee keer zo groot als bij de U-modellen. De T in de modelaanduiding staat voor een zeer lage TDP van 35 watt. Die lage TDP haalt Intel niet door een bijzonder productieprocedé, maar door de frequentie terug te zetten op 2,7 GHz en de turbo op 3,3 GHz. Ter vergelijking: een normale Core i5-7500 draait op 3,4 GHZ en de turbo op 3,8 GHz.
De benchmarkresultaten schalen zoals verwacht mee met het scenario, de frequentie en het aantal kernen. Bij de quadcores zijn de scores vergelijkbaar, met een klein voordeel voor de Dell. Bij de dualcores ligt de Asrock aan kop door zijn hogere kloksnelheid.
Pixelpusher
Alle geteste cpu’s hebben een geïntegreerde gpu van Intel. Bij de dualcores gaat het om een HD 620, bij de quadcores om de iets hoger geklokte HD 630. Voor internetten en kantoortaken bieden die meer dan voldoende performance. De Kaby Lakegeneratie kan naast H.264 en zijn opvolger H.265 (ook wel HEVC genoemd) nu ook de VP9-codec decoderen die bij YouTube gebruikt wordt. En dat zelfs tot 8K (7680 × 4320 pixels).
Daardoor zijn alle kleine Kaby Lakepc’s in principe geschikt als mediacenter of streaming-pc. Wel moeten het besturingssysteem, de drivers en players meewerken om te zorgen dat de versnelling werkt, anders moet de cpu al het harde werk doen. Bij veeleisende codecs en flinke resoluties
trekt die het dan niet meer en gaat de weergave haperen. Welke combinaties van hardware, software en codecs goed samenwerken, staat in [2].
Voor moderne games zijn de minipc’s niet geschikt. De resultaten van de 3Dmark-benchmark FireStrike van 900 tot 1000 punten tonen dat duidelijk aan. Zelfs een Radeon RX 460 van rond de 100 euro haalt 5500 punten. Voor oudere spellen is de 3D-performance van de Intel-gpu voldoende als je de resolutie tenminste beperkt tot 1280 × 720 pixels en het detailniveau terug schroeft.
Energieverbruik & geluidsproductie
Bij het meten van het energieverbruik zagen we wat verrassende resultaten. De Intel NUC verbruikt stand-by 1,4 watt – net een tikje meer dan de rest, die zo rond de 1 watt uitkwam. Dells OptiPlex is vooral idle nogal gulzig en verbruikt twee keer keer zo veel (7 watt) als de quadcore van HP. Onder belasting slaat de Beebox-S een slecht figuur met een verbruik van tegen de 51 watt. Dat is niet alleen meer dan twee keer zo veel als de NUC, maar komt zelfs aardig in de buurt van de hoger geklokte quadcores.
Bij het meten van de geluidsproductie waren de resultaten ook nogal gemengd. Idle gedroegen de mini’s zich keurig en bleven ze erg stil met 0,1 tot 0,3 sone. De Intel NUC produceerde onder belasting niet meer lawaai, maar we hoorden wel een zachte hoge pieptoon vanuit de spoelen. Dat was echter alleen in een zeer stille omgeving van heel dichtbij te horen.
De andere mini’s werden bij continue volledige belasting van alle kernen (iets wat bij kantoorwerk zelden voorkomt) nogal luid. De Beebox-S haalde een storende 2,2 sone, de OptiPlex 2,5 sone en de ProDesk komt tot de 3,5 sone. Als compiler of number-crusher zijn ze niet geschikt, maar daar zijn deze pc’s ook niet voor bedoeld.
Conclusie
Als je geen krachtige 3D-power nodig hebt, hoef je geen grote desktop meer in huis te halen. Ondanks hun energiezuinige mobiele of desktop-cpu’s hebben de ultracompacte pc’s geen moeite met dagelijkse kantoortaken.
Voor thuisgebruik zijn beide consumenten-pc’s prima. De Beebox-S biedt
meer performance en heeft een remote, maar de Intel NUC is een stiller en zuiniger totaalpakket.
De quadcore-cpu’s in de Dell en HP zorgen voor performance en ze hebben beheerfuncties, tools en gunstige garantievoorwaarden. De samenstelling van de zakelijke apparaten had wat zorgvuldiger gemogen. De ssd in de OptiPlex is te klein en schrijft traag. HP heeft een betere keuze gemaakt met de Samsung-ssd, maar daar ontbreekt het aan goede koeling. Ook al komt een aanhoudende schrijfbelasting weinig voor, een verhitte ssd die je systeem laat crashen mag toch echt niet gebeuren. De koelsystemen laten sowieso nog genoeg te wensen over, aangezien de pc’s onder belasting 2,5 tot 3,5 sone aan herrie produceren. Dat is veel te veel voor in een stille kantooromgeving. (avs)
Literatuur
[1] Christof Windeck, Christian Hirsch, Na 6 komt 7, Core i7-7700K alias Kaby Lake en Z270-moederborden, c’t 3/2017, p.68
[2] Christian Hirsch, 4K zonder haperingen, UHD-video's in Windows 10 efficiënt afspelen, c’t 4/2017, p.58