Mobiele werkplekken
Vier 14"-businessnotebooks en hun docks
Notebooks met een 14-inch display zijn een interessante tussencategorie. Ze hebben meer schermoppervlak dan 13,3-inch modellen en bieden dezelfde opties als grotere notebooks, terwijl ze minder lomp zijn. Je vindt ze alleen vooral bij de zakelijke modellen, met bijbehorende opties als onsite garantie en dockingstations.
Bijna alle notebookfabrikanten brengen hun producten onder in twee verschillende categorieën: notebooks voor de zakelijke markt en voor consumenten. De laatste categorie vind je in veel elektronicazaken terug en wordt in folders groot aangeprezen voor kleine prijzen. Trends als touchscreens en 2-in-1 hybrides zie je hier als eerste verschijnen.
Op de zakelijke markt gaat het er duidelijk conservatiever aan toe. Ook hier komen er bij elke nieuwe processorgeneratie wel nieuwe notebooks uit, maar er worden andere eisen gesteld aan de apparatuur. En dan hebben we het niet alleen over goede tools voor beheerders om makkelijker support te kunnen bieden. Ook de adapters van de vorige generatie of van verwante modellen met een ander schermformaat moeten passen, zodat systeembeheerders die als reserve kunnen gebruiken. Tegen meerprijs kun je wel vier jaar garantie krijgen en als je onsite-garantie afneemt, komt er bij een defect een reparateur langs met
reserveonderdelen. Bij essentiële bedrijfsmiddelen kun je natuurlijk niet een paar weken wachten op een reparatie.
Toch sijpelen consumententrends langzaam door naar het zakelijke segment. Plat, licht en een lange accuduur zijn ook hier gewild. Een ouderwetse VGA-aansluiting is bij de nieuwste businessgeneratie niet meer vanzelfsprekend. Oude beamers moeten dan ook met een adapter worden aangesloten. Ook noviteiten als USB-C hebben ondertussen de zakelijke markt bereikt en zorgen daar voor een grote evolutionaire sprong. Dankzij de veelzijdige gebruiksmogelijkheden met usb-signalen, DisplayPort-uitgang en krachtige USB PD-stroomvoorziening kan de USB-Caansluiting allerlei propriëtaire connectors overbodig maken. En de uitsmijter: hoewel businessnotebooks voor de zakelijke markt zijn ontworpen, kun je ze als consument gewoon kopen en profiteren van de voordelen als een langere garantie en dockingstations.
Testmodellen
We hebben vier notebooks met Intels actuele Kaby Lake-chipset inclusief bijbehorende dockingstations in huis gehaald: de Dell Latitude 5480, de Fujitsu LifeBook E547, de HP ProBook 440 G4 en de Lenovo Thinkpad E470. We hadden ook graag concurrenten als de TravelMate X349-G2 van Acer, de B9440 van Asus en de Satellite Pro A40-D van Toshiba meegenomen, maar die waren niet beschikbaar op het moment van testen. We vergelijken vier modellen met vergelijkbare specificaties die voor een goede gebruikservaring zorgen: een Core i5-processor, 8 GB werkgeheugen en een 256GB-ssd.
Toch lopen de prijzen behoorlijk uiteen. Met 860 en 780 euro kosten de notebooks van Lenovo en HP samen bijna evenveel als de Dell in zijn eentje. De Fujitsu zit daar met 1150 euro tussenin. Het prijsverschil zit deels in extra's als een 4Gmodem, maar hangt ook samen met de garantie. Zo krijg je bij de Dell standaard een jaar onsite-garantie, terwijl dat bij de andere modellen alleen tegen meerprijs mogelijk is.
Anders docken
HP en Lenovo hebben voor de geteste notebooks geen echte dockingstations, maar bieden als accessoire een usbminidock. Die van HP heeft een type Cstekker, de Lenovo type A. Dit zijn generieke docks en ze werken dan ook met willekeurige notebooks, ook consumentenmodellen en notebooks van andere fabrikanten.
Maar ze hebben ook twee belangrijke nadelen. Ten eerste wordt een aangesloten externe monitor niet aangestuurd door de grafische chip van het notebook, maar door een grafische chip in het dock, afkomstig van DisplayLink. Voor 2D-kantoortoepassingen maakt dat niet uit, maar bij minder populaire videocodecs kan het al problemen geven. En programma's die 3D-hardwareversnelling vereisen kun je op het externe scherm helemaal niet gebruiken. Een tweede minpunt van de dockingstations is dat ze de notebooks niet opladen en je daarvoor ook de netadapter moet aansluiten. Je kunt het notebook dus niet met een enkele handeling docken of loskoppelen. De kabelwirwar op je bureau wordt er ook niet echt minder door, zeker niet als het usb-dock zoals bij Lenovo een eigen netadapter vereist. Het minidock van HP krijgt wel stroom via het notebook.
Goedkopere uitvoeringen zijn doorgaans voorzien van Windows 10 Home, wat voor privégebruik voldoet
Als je met één aansluiting klaar wilt zijn, kom je bij de duurdere testmodellen uit. Fujitsu heeft de Lifebook E547 voorzien van een traditionele meerpins dockingconnector aan de onderkant. Via die pinnen worden de aansluitingen van het dock (PortReplicator genoemd) rechtstreeks verbonden met de interne hardware van het notebook. De aansluitingen zitten als het ware direct aangesloten. Het dock wordt geleverd met een extra netadapter, zodat die van het notebook in je tas kan blijven zitten.
Dell levert bij zijn USB-C-dock eveneens een aparte netadapter. Het dock wordt niet met een propriëtaire connector aan het notebook gekoppeld, maar met een USB-C-stekker. Anders dan bij het minidock van HP benut Dell de type C-aansluiting niet alleen voor usb-dataoverdracht. Via Alternate Mode wordt tegelijkertijd DisplayPort-beeld doorgestuurd en via USB PD de accu van het notebook opgeladen. Dell gebruikt daarbij een zwaardere stroomvoorziening dan de 100 watt van de usb-specificatie: het dock is leverbaar met een 130 of 180 watt netadapter, waarmee het ook geschikt is voor notebooks die hogere eisen stellen.
Details
Het traditionele dockingstation van Fujitsu en de moderne type C-uitvoering van Dell werken qua stroomvoorziening en het aansturen van externe schermen hetzelfde. Het verschil zit hem in de details, namelijk in andere (niet-usb-)aansluitingen zoals audio en netwerk. Bij een traditioneel dockingstation zijn die aansluitingen verbonden met de interne componenten in het notebook. USBC-docks moeten hiervoor echter eigen componenten gebruiken, omdat de type C-bus niet genoeg pinnen beschikbaar heeft. Dergelijke details zullen voor de gemiddelde consument weinig merkbaar verschil maken, maar op bedrijfsnetwerken kan het behoorlijke consequenties hebben.
Als een systeembeheerder het MACadres van een notebook bijvoorbeeld op een whitelist zet zodat het kan worden opgenomen in het bedrijfsnetwerk, hoef je bij een traditioneel dockingstation verder nergens op te letten. Maar bij een netwerkpoort die via een usb-chip wordt gerealiseerd, maken de chip en het bijbehorende MAC-adres geen deel uit van het notebook maar van het dock. Dat betekent dat elk notebook dat eraan gekoppeld wordt op het netwerk terechtkomt. Dat vereist extra beveiligingsmaatregelen.
Aan de andere kant helpt een USBC-dock wel om de prijs van het notebook te verlagen. We hebben in het verleden wel eens notebooks getest die wel een netwerkchip hadden, maar geen netwerkaansluiting – omdat die alleen beschikbaar was via een dockingstation met netwerkaansluiting. Alle kopers betalen in zo'n geval voor de netwerkchip, ook als ze nooit een dockingstation gebruiken. Bij USB-C-docks betaalt in dit geval alleen degene die voor een dock kiest ook voor de chip. Dat maakt de docks wel duurder: de Port Replicator van Fujitsu heb je al voor 135 euro, terwijl je voor de USB-C-dock van Dell 260 euro neer moet tellen. Het type A-dock van Lenovo kost ook nog altijd 200 euro.
Prestaties
Hoewel in alle notebooks een Core i5 zit, is de processor van de Dell Latitude 5480 zo'n anderhalf keer sneller dan de concurrentie. Dit is geen dualcoreprocessor uit de U-serie, maar een quadcore uit de HQ-serie. Bij officetoepassingen merk je het verschil niet, maar als je vaak groepen Raw-afbeeldingen converteert of video's bewerkt met complexe filters, zul je blij zijn met de extra rekenkracht.
Quadcoreprocessors zoals in de Dell vind je bijna alleen in grotere en zwaardere notebooks vanaf 15,6 inch. Daarin zijn ze meestal gecombineerd met krachtige grafische kaarten voor fraaie beelden in 3D-games. Bij de testmodellen is dat niet het geval. Hier is de in de Intel-processors geïntegreerde HD 620 (Fujitsu, HP, Lenovo) of HD 630 (Dell) verantwoordelijk voor de graphics. Dat volstaat zolang je geen 3D-games speelt.
De displays van Dell, Fujitsu en Lenovo hebben goede kijkhoeken dankzij de gebruikte IPS-technologie. HP gebruikt een TN-paneel, waarvan de kleuren verlopen of zelfs geïnverteerd worden naarmate je het meer van opzij of onderaf bekijkt. Een verlicht toetsenbord ontbreekt alleen bij Lenovo. De Thinkpad heeft bovendien de zwakste wifimodule. Fujitsu biedt als enige een optische drive. Alle
ssd's hebben een SATA-interface. Een vingerafdrukscanner is standaard of tegen een kleine meerprijs op alle modellen beschikbaar.
Op de notebooks is Windows 10 Pro geïnstalleerd, waarmee aanmelden op een domein mogelijk is en de ssd met BitLocker versleuteld kan worden. Goedkopere uitvoeringen zijn doorgaans voorzien van Windows 10 Home, wat voor privégebruik voldoet. Maar die uitvoeringen zijn meestal ook op andere punten minder goed uitgerust.
Conclusie
Omdat zakelijke notebooks in eerste instantie voor zakelijke klanten worden ontwikkeld, maakt geen van de geteste exemplaren echt een grote uitglijder. Toch valt op elk van de notebooks wel iets aan te merken: bij HP het matige display, bij Lenovo de zwakke wifimodule, bij Fujitsu de ondertussen achterhaalde plastic behuizing en bij Dell de prijs.
Bij de bijbehorende docks zijn de verschillen groter. Die hangen samen met de gekozen oplossing. Als je alle randapparaten het liefst in een handomdraai wilt aansluiten of weer loskoppelen, zul je niet blij worden van de generieke usb-minidocks. Een veelzijdige propriëtaire dockingconnector of zelfs een modern USB-C-dock vind je alleen bij de duurdere modellen.
Op de volgende pagina's bekijken we hoe de vier notebooks met hun docks het doen onder Linux. (mdt)
Literatuur [1] Florian Müssig, Alles kan, niets moet, c't 5/2017,
p. 105