Cockpit webinterface voor Linux-servers

Met Cockpit kun je een browser gebruiken om te kijken wat de status van je Linux-server is. Je kunt het systeem meteen ook aanpassen als dat nodig is.

Cockpit is een beheerinterface voor Linuxservers die in een browser draait. Cockpit verbruikt geen resources als het niet actief is en buffert zelfs geen data. Je kunt de configuratiebestanden van de serverdiensten er rechtstreeks mee bewerken. Als beheerder heb je dan de keus of je de configuratie direct aanpast of dat je Cockpit gebruikt. Die twee manieren bijten elkaar niet.

Dat kan met Cockpit omdat de gangbare standaarden voor het beheren van de afzonderlijke aspecten gebruikt worden: voor het installeren van updates wordt PackageKit gebruikt dat met het distributie-eigen pakketbeheer zoals Apt en Dnf/ Yum werkt. Bij het werken met Dockercontainers helpt de interface van de bijbehorende daemon. Voor het beheer van virtuele machines wordt oVirt toegepast. Andere hoofdrollen zijn er voor Storaged respectievelijk UDisk, D-Bus en Systemd.

Cockpit is snel geïnstalleerd. Voor Red Hat Enterprise Linux, CentOS en Fedora zijn er kant-en-klare pakketten – Fedora Server installeert het zelfs standaard. Voor Debian zijn er backports, zodat je daar op de officiële pakketbeheerpaden moet blijven. Sinds Ubuntu 17.04 is daar ook een installeerbaar pakket voor. Uit de selectie aan systemen is duidelijk dat Cockpit uit de Red-Hat-hoek komt, maar daar merk je in de praktijk helemaal niets van, ook niet onder Ubuntu of Debian. Het functieaanbod is compleet. Je kunt de systeembelasting en logboeken zien, containers starten, stoppen en container-images zoeken en downloaden, virtuele machines beheren, updates installeren, gebruikersaccounts beheren, diensten starten en stoppen en netwerkinterfaces configureren tot op het niveau van ip-adressen inclusief het instellen van VLAN's, bridges en bonds. Als dat nog niet genoeg is, kun je een terminal in de browser draaien.

Zelfs als je er al een tijdje mee werkt ontdek je toch nog nieuwe dingen. Het is dan ook handig en informatief om de blogposts over nieuwe versies van de ontwikkelaars te lezen en ook hun plannen voor de toekomst, bijvoorbeeld over een functie voor het integreren van de OpenSCAP-scanresultaten voor containers, die updatemeldingen geven voor uitbreidingen van third-party's.

De webinterface werkt met zo'n beetje alle gangbare browsers. Hij voldoet aan de huidige eisen, zonder de backbutton te degraderen of grote kinderlijke grafieken te produceren. Je kunt er ook meerdere servers mee beheren, die dan via een Cockpit-eigen methode of via SSH te verbinden zijn – in het laatste geval is het zelfs niet eens nodig om de voor Cockpit specifieke poort 9090 naar buiten open te zetten. Cockpit wordt een waardige opvolger voor webmin, zo'n beetje de enige ster aan het firmament van de webinterfaces voor Linux. (nkr)