Browsertest: Chrome, Edge, Firefox en Safari
Chrome, Edge, Firefox en Safari vergeleken
Maak plaats voor de nieuwe generatie: afgelopen herfst namen de nieuwe versies van Firefox, Edge en Safari het tegen elkaar op met het doel om de populaire browser Chrome van zijn troon te stoten. En het lijkt erop dat de lichte sprinter inderdaad de hete adem in zijn nek voelt.
Webbrowsers zijn op hun best wanneer ze niet opvallen: ze moeten het web in een zo groot mogelijk venster weergeven, daarnaast snel en stabiel zijn en geen onderhoud vereisen. Gebruikers verwachten bovendien organisatiemogelijkheden om de gutsende stroom van informatie uit het internet de baas te kunnen. Browsers helpen bij het sorteren, opslaan en doorgeven van opgevraagde informatie. Daarom bieden alle browsers bijvoorbeeld krachtige methoden om favorieten te beheren en de mogelijkheid om webformulieren automatisch in te vullen. Desgewenst kunnen ze ook wachtwoorden opslaan. Daar moet je wel een beetje bij opletten, want alleen Firefox en Safari beschermen deze gevoelige gegevens met een effectieve versleuteling tegen ongewenste toegang van buitenaf.
Op het eerste gezicht vertonen de vier bekendste browsers Chrome, Edge, Firefox en Safari meer overeenkomsten
dan verschillen: je kunt talloze websites naast elkaar openen en via tabbladen (tabs) organiseren. Boven de tabs zit de horizontale menu- en favorietenlijst en het invoerveld voor URL's met een geintegreerde en individueel aanpasbare zoekmachine.
Met een muisklik maak je bladwijzers, die je via een bladwijzerbeheer kunt organiseren. De browsers bieden allen diensten aan om bladwijzers tussen verschillende apparaten te synchroniseren. Bij Chrome gaat dat via Google, Edge gebruikt uiteraard de Microsoft Cloud, Firefox heeft Mozilla's eigen SyncService en Safari doet dit via Apple's iCloud. Alle grote spelers gebruiken hun browser als vehikel om gebruikers met hun eigen services te laten kennismaken.
Geïntegreerde bescherming
Google ging Chrome ontwikkelen omdat de destijds gangbare browsers niet in staat waren Googles webdiensten, die op basis van JavaScript geschreven waren, zonder horten en stoten weer te geven. Bij Chrome werd daarom vooral gelet op de JavaScript-performance en Google ontwikkelde speciaal daarvoor een krachtige runtimeomgeving.
Wat de functionaliteit betreft, kon Chrome in eerste instantie Firefox en Microsofts Internet Explorer niet bijbenen. Maar daar kwam snel verandering in. Rond de tijd dat in 2010 versie 7.0 verscheen, die de zesweekse releasecyclus inleidde, werd Chrome toonaangevend wat de browserontwikkeling betrof. Om mee te blijven doen, introduceerde ook Firefox kortere updatecycli. Tot op de dag van vandaag koppelen Microsoft en Apple de functieuitbreidingen van hun browsers aan besturingssysteemupdates. Gezien de snelle ontwikkeling van webtechnieken betekent dit echter een behoorlijk nadelige beperking voor gebruikers.
Omdat Chrome aanvankelijk enthousiast gebruikersinformatie aan Googles servers doorsluisde, kreeg de browser in eerste instantie terecht een slechte naam wat betreft privacy. Google heeft daar wel van geleerd en met betrekking tot gegevensbescherming doet Chrome tegenwoordig niet onder voor de andere browsers – mits de gebruiker in de instellingen de juiste optie aanvinkt. Jammer genoeg bekommert Chrome zich net als de andere browsers in de standaardinstellingen niet erg om de gegevensbescherming van gebruikers. Alle browsers bieden echter mogelijkheden om dit te veranderen.
Zo kun je met de optie Indirecte cookies beheren verhinderen dat advertentienetwerken van derden cookiegegevens opslaan en lezen. Wanneer je de optie "Een verzoek voor niet bijhouden met je browseverkeer verzenden" activeert (de 'Do not track'-optie), laat je expliciet aan adverteerders weten dat je niet gevolgd wenst te worden. Alle browsers bieden bovendien een 'incognito'- of 'privé'-modus. Wanneer deze is geactiveerd, blokkeert de browser mechanismen die de activiteiten van de gebruiker zouden kunnen doorgeven en wordt er geen browsegeschiedenis opgeslagen. De nieuwe versie 57 van Firefox biedt bovendien de mogelijkheid om deze tracking-bescherming ook te activeren bij sessies die niet privé zijn. Ook kun je de beveiliging verder verhogen via aanvullende uitbreidingen. Voor alle vier browsers zijn er content- en trackingblockers beschikbaar.
Als je niet alleen surft maar ook zelf websites ontwikkelt, dan zijn de developertools van een browser interessant. Voor webontwikkelaars was Firefox altijd al de eerste keuze als debuggertool. Het Devtools-team van Mozilla heeft in versie 57 de ontwikkelaarsfuncties bijgewerkt en met enkele functies uitgebreid. Desondanks is het voor ontwikkelaars aan te raden om een oogje op de andere browsers te houden en hun pagina's en toepassingen op alle platforms te testen.