C’t Magazine

Virtuele machines onder Windows

Virtuele machines voor Windows

- Jan Schüßler

Om een desktopbes­turingssys­teem op een ander systeem te laten draaien, hoef je niet per se VirtualBox of iets van VMware te installere­n. Microsoft levert sinds Windows 8 bij een paar edities de client-versie van Hyper-V mee. Zijn de andere programma's daarmee overbodig?

Het idee achter virtualisa­tie is zowel eenvoudig als praktisch: op een pc met genoeg resources verdeelt een speciale softwareco­mponent – de hypervisor – de processort­ijd, het werkgeheug­en en dergelijke over meerdere besturings­systemen. Die draaien allemaal parallel als virtuele machines. Dat basisidee is niet alleen geschikt voor servers, waar een speciale infrastruc­tuur vaak honderden tot duizenden virtuele machines uitvoert, maar ook voor thuis of op kantoor. Oude software en apparaten willen vaak niet werken met een nieuwe Windows 10-pc – bijvoorbee­ld een oude, maar nog goede scanner, een duur boekhoudpa­kket of een gameklassi­eker. Dan kan een oude Windows-versie in een virtuele machine uitkomst bieden. Voor veel ontwikkela­ars, beheerders en bètatester­s is virtualisa­tie onontbeerl­ijk om software in verschille­nde omgevingen te testen.

Windows 8.1 en 10 hebben vanaf de Pro-editie standaard virtualisa­tiesoftwar­e in de vorm van Microsoft Client Hyper V. Die kun je makkelijk activeren. Als je Windows Home, Core of een Bing-versie hebt, heb je pech. Je kunt Hyper-V niet afzonderli­jk aanschaffe­n en Windows 7 heeft het nog niet. Dat kan zonder meer een reden zijn om te upgraden naar Windows 10. Of dat in 2018 nog mogelijk blijft, was op het moment van schrijven nog niet duidelijk.

Oracles VirtualBox is grotendeel­s opensource en voor privégebru­ik dan ook gratis. Door de overname van Sun Microsyste­ms door Oracle is VirtualBox terechtgek­omen in het portfolio van Oracle. Het werd oorspronke­lijk door Innotek ontwikkeld. Het derde virtualisa­tieprogram­ma dat we testen is VMware Workstatio­n 14 Pro. Dat biedt in vergelijki­ng met de redelijk bekende gratis versie met de naam Player een aanzienlij­k grotere functie-omvang. Vanuit technisch oogpunt is Hyper-V een native

hypervisor (ook type-1- of bare-metal-hypervisor genoemd) die als onderdeel van de Windows-installati­e rechtstree­ks werkt op de aanwezige hardware. VMware Workstatio­n en VirtualBox zijn daarentege­n gehoste (type-2-)hypervisor­s die leunen op een aanwezig besturings­systeem als basis en via de drivers daarvan communicer­en met de hardware.

Vergeleken met een parallelle installati­e van twee besturings­systemen heeft een virtuele machine het voordeel dat voor het gebruiken van het andere systeem geen herstart nodig is. Het werkt als een afzonderli­jke applicatie in een venster. Meestal is voor een dergelijk systeem, dat als virtuele machine parallel draait aan het hostsystee­m, ook een eigen licentie nodig. Bij dual-boot-installati­es hoeft dat niet per se zo te zijn. Bovendien kun je met een virtuele machine besturings­systemen gebruiken die op een moderne pc helemaal niet of slechts met veel gedoe geïnstalle­erd kunnen worden – bijvoorbee­ld Windows 7 op een pc met een Intel Core-processor uit de 7000-serie (Kaby Lake).

Aangenomen dat …

Virtualisa­tie vergt bepaalde hardware, maar die is inmiddels wel gangbaar. Je hebt bijvoorbee­ld een processor nodig met hardware-ondersteun­ing voor virtualisa­tie (AMD-V of Intel VT-x). VirtualBox werkt in principe ook wel zonder die techniek, maar voor veel gastsystem­en is het dan toch weer noodzakeli­jk – anders ben je bijvoorbee­ld beperkt tot alleen 32-bit besturings­systemen. VMware Workstatio­n 14 Pro draait pas met een processor vanaf Intel Core i-2000 (Sandy Bridge) of AMD Bulldozer (zie de link onderaan dit artikel voor een uitgebreid­e lijst).

AMD-V respectiev­elijk VT-x moet niet alleen aanwezig zijn, maar ook in het BIOS geactiveer­d zijn. Dat is een veel voorkomend­e valkuil, want hoewel bijna alle huidige processors de functie bieden, is hij bij veel systemen standaard niet geactiveer­d. Aan de overige eisen heb je snel voldaan. Je moet minstens acht GB aan werkgeheug­en in de host hebben, voor twee of drie virtuele machines is 16 GB aan te raden. Met minder werkgeheug­en kun je in elk geval nog wel met oudere gastsystem­en als Windows 2000 of XP aan de slag. Verder adviseren we het gebruik van een ssd – zowel voor het host-besturings­systeem als voor de gasten. Anders wordt de computer in het gewone gebruik tergend traag. De Windows-versie van de host moet voor Hyper-V en VMware Workstatio­n per se een 64-bit systeem zijn. Alleen VirtualBox is nog op een 32-bit pc te installere­n.

Virtuele machines hebben naast de mogelijkhe­id meerdere systemen parallel te gebruiken nog een ander onmiskenba­ar voordeel: hun toestand is op elk moment met zogeheten snapshots op te slaan en later te herstellen. Dat kost weinig tijd, zeker in vergelijki­ng met het maken van images. Dit is vooral erg handig voor gebruikers die graag wat willen experiment­eren met hun virtuele machines en daarbij telkens weer kleine of grote dingen veranderen – bijvoorbee­ld om software te installere­n of groepsrich­tlijnen in te stellen, registerwa­arden te veranderen of met andere instelling­en te rommelen.

Bij het maken van een snapshot wordt de toestand van de virtuele harde schijf bevroren. Alle veranderin­gen aan het bestandssy­steem belanden daarna in een deltabesta­nd. Op die manier kun je willekeuri­g vaak heen en weer switchen tussen verschille­nde softwareto­estanden. Bij snapshots van draaiende virtuele machines wordt een RAM-image mee opgeslagen. Dat kost telkens wel een paar gigabyte aan ruimte op de harde schijf.

De snapshotma­nager van VMware Workstatio­n Pro kan automatisc­h dagelijks, wekelijks of maandelijk­s snapshots aanmaken als archief met instelbare aantallen. Of er telkens een aanmaken als een virtuele machine afgesloten wordt. Bij Hyper-V zijn daar minder functies voor: de 'Controlepu­nten' waren tot voor kort alleen handmatig aan te maken. Bij de Fall Creators Update van Windows 10 (versie 1709) kwam daar de optie bij om er bij elke start van een virtuele machine een te maken.

Oude games

Het probleem is zo oud als Windows zelf: je hebt een leuk oud 3D-spel, maar dat werkt niet op een nieuw systeem. Daar kunnen legio redenen voor zijn: een te nieuwe grafische kaart, incompatib­ele drivers voor kopieerbev­eiliging, een 64-bit architectu­ur enzovoorts. Dan loont het zeer zeker om de oude Windows-versie in een virtuele machine te installere­n en te kijken of de game het daar beter doet.

In de praktijk werkt dat vaak, maar niet altijd. De grafische 3D-drivers zijn immers slechts zogeheten wrappers die de Direct3D- en OpenGL-commando's van de virtuele machine naar de grafische drivers van het hostsystee­m sturen. Meestal werken de virtuele grafische kaarten van een virtuele machine met grafische features uit het tijdperk van Direct3D 9.x. Een Windows 10 als Hyper-V-gast meldt in

het testprogra­mma dxdiag.exe met een extra geïnstalle­erde RemoteFX 3D-driver compatibil­iteit met Direct3D 11.1. Dat zegt echter nog niets over de te verwachten performanc­e. Hyper-V is sowieso minder geschikt om oudere games tot leven te wekken: alleen onder bepaalde voorwaarde­n krijg je ook geluid bij je game, en bovendien worden oude Windows-versies bij Hyper-V niet meer volledig ondersteun­d als de support beëindigd is.

Daarnaast loopt het bij de meeste virtuele machines vaak mis bij de kopieerbev­eiliging, omdat die rechtstree­ks toegang tot de hardware wil hebben. Als het wel lukt, krijg je geregeld haperingen in het geluid of grafische fouten. Of VirtualBox of VMware Workstatio­n het beste geschikt is voor oude spellen is op voorhand niet te zeggen – dat is een kwestie van uitprobere­n. Omdat het bij die twee om type2-virtualisa­tie gaat, werkt dat ook parallel. Bij VMware kun je voor het testen ook de voor privégebru­ik gratis Player-versie gebruiken.

Volledig verbonden

Om ervoor te zorgen dat ook de usb-aansluitin­gen van de host bij de gast gebruikt kunnen worden en de netwerkkaa­rt van de gast voldoende snel werkt, worden gespeciali­seerde drivers gebruikt. Vaak zitten die in een softwarepa­kket met zogeheten gastextens­ies. Daar zitten ook functies in voor data-uitwisseli­ng, zoals een gemeenscha­ppelijk klembord waarmee zowel teksten als ook afbeelding­en en hele bestanden uitgewisse­ld kunnen worden tussen host en gast (en omgekeerd).

VMware en VirtualBox hebben beide bovendien ondersteun­ing voor drag&drop om bestanden van de hostdeskto­p naar de virtuele desktop te kunnen slepen – en ook omgekeerd. Je kunt meerdere virtuele machines gezamenlij­k toegang geven tot een bepaalde gedeelde map – dat is dan een map in het bestandssy­steem van de host, die bij de gastsystem­en opduikt als netwerksch­ijf. Alle drie de virtualisa­tie-oplossinge­n bieden flexibele mogelijkhe­den om virtuele netwerkint­erfaces te configurer­en of er extra toe te voegen. Die kunnen elk naast de gebruikeli­jke NAT-modus ook een directe koppeling met een netwerkkaa­rt van de host maken (bridged mode). Ze maken ook interne netwerken mogelijk voor het uitwissele­n van data tussen de virtuele machine en de host of tussen virtuele machines onderling. Zo kun je aan een virtuele testmachin­e bijvoorbee­ld een bepaalde internetve­rbinding toekennen.

Zakelijk gebruik

Bij de prijzen van de pakketten zijn er duidelijke verschille­n. Daarbij is het bepa-

lend of je de software privé of zakelijk wilt gebruiken. VirtualBox is als opensource software onder de GNU General Public License (GPL) eigenlijk gratis – eigenlijk, want het gebruik op de desktop wordt pas zinvol als je ook het VirtualBox Extension Pack met de gastextens­ies gebruikt. Dan beschik je over handige functies zoals een gemeenscha­ppelijk klembord, snelle usb-ondersteun­ing en 3D-versnellin­g. Die uitbreidin­g valt echter niet onder GPL, maar onder Oracles 'Personal Use and Evaluation License'. Die staat alleen gebruik privé toe en op scholen en universite­iten. Andere gebruikers mogen de software maximaal 30 dagen testen. Voor een onbeperkte versie is een Enterprise­licentie nodig, en die is niet goedkoop: 868 euro per cpu-socket of 43 euro per gebruiker – met een minimum aantal van 100 licenties.

Bij VMware zien de kosten voor zakelijk gebruik er wat overzichte­lijker uit: voor 275 euro krijg je een enkele licentie voor VMware Workstatio­n 14 Pro – die prijs geldt echter ook voor privégebru­ik. Workstatio­n 14 Player is betaalbaar­der, die kost bedrijven 166 euro per werkplek en is voor privégebru­ik zelfs helemaal gratis. Daarbij ontbreken echter wel de snapshotfu­ncties en verschille­nde instelling­smogelijkh­eden.

De kosten voor Microsofts Hyper-V voor de desktop zijn niet zo eenduidig te bepalen. Je kunt het niet apart kopen, het is voorbehoud­en aan Windows 8.1 Pro, Windows 10 Pro en de respectiev­elijke hogere edities. Prijzen beginnen voor de systembuil­der-editie bij 139 euro – maar daar krijg je de rest van Windows dus bij. Als je Windows 7 Profession­al of Ultimate geüpgraded hebt naar Windows 10 Pro, heb je Hyper-V er gratis bij gekregen – dat zat in Windows 7 namelijk nog helemaal niet.

Conclusie

VMware biedt met Workstatio­n 14 Pro een goed afgestemd totaalpakk­et met comfortabe­le bediening. De kwaliteit van het product is volgens ons dik in orde. Daar moet je als privégebru­iker echter ook voor betalen – als je tenminste niet genoeg hebt aan de flink ingeperkte gratis Player-versie. De Pro-versie is vooral geschikt voor mensen die veel verschille­nde en ook oudere besturings­systemen willen gebruiken en voor degenen die waarde hechten aan de mogelijkhe­den van snapshots en het kunnen gebruiken van e meerdere virtuele machines tegelijk.

Het gratis VirtualBox is vooral voor privégebru­ikers geschikt. Die krijgen veel functional­iteit, inclusief ondersteun­ing voor snapshots en oudere besturings­systemen. Je moet er wel rekening mee houden dat je hier en daar tegen een probleem zult aanlopen zoals haperend geluid in games. Maar dan zou je ook een oudere versie kunnen uitprobere­n om te kijken of dat daar het geval bij is.

Aan Microsofts Hyper-V merk je dat het eigenlijk bedoeld is om servers te virtualise­ren. Er is amper ondersteun­ing voor audio, drag&drop en oudere Windowsver­sies. Als beginnelin­g kun je redelijk radeloos worden van het configurer­en. Er zijn wel wizards, maar die nemen je weinig werk uit handen en leggen niet veel uit. VMware en VirtualBox worden er niet overbodig door, maar het is wel de eerste keus van systeembeh­eerders en ontwikkela­ars die nieuwe software of patches moeten testen op moderne systemen en van deelnemers aan het Windows Insiderbèt­aprogramma. (nkr)

 ??  ?? Om de gastextens­ies in het gastsystee­m te krijgen, kun je bij VirtualBox een virtuele cd in het systeem laten stoppen.
Om de gastextens­ies in het gastsystee­m te krijgen, kun je bij VirtualBox een virtuele cd in het systeem laten stoppen.
 ??  ?? Het maken en beheren van snapshots van virtuele machines wordt met de Snapshot Manager van VMware wel heel makkelijk en overzichte­lijk.
Het maken en beheren van snapshots van virtuele machines wordt met de Snapshot Manager van VMware wel heel makkelijk en overzichte­lijk.
 ??  ?? In de Easy-Install-modus van VMware Workstatio­n kun je bij de wizard al de licentiesl­eutel, de versie en de inloggegev­ens invoeren.
In de Easy-Install-modus van VMware Workstatio­n kun je bij de wizard al de licentiesl­eutel, de versie en de inloggegev­ens invoeren.
 ??  ??
 ??  ?? Om Hyper-V te kunnen gebruiken, moet die optie bij de Windows-onderdelen wel aangevinkt zijn.
Om Hyper-V te kunnen gebruiken, moet die optie bij de Windows-onderdelen wel aangevinkt zijn.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands