C’t Magazine

NAS-koopadvies

Wat is de juiste netwerkops­lag voor jou?

- Christof Windeck

Een netwerkops­lagapparaa­t – oftewel Network Attached Storage, afgekort NAS – is een flexibel bruikbare miniserver. Ze kunnen duidelijk meer dan alleen opslagruim­te bieden binnen een lokaal netwerk. Als je weet wat de belangrijk­ste functies zijn, vind je makkelijk de NAS die voor jou het meest geschikt is.

Voor iets minder dan 100 euro heb je al een lege NAS-behuizing voor een of twee schijven. De opslagruim­te daarvan kun je via een Gigabitnet­werkaanslu­iting beschikbaa­r stellen voor alle apparaten in je lokale netwerk. Voor een dergelijke miniserver inclusief een 4TB-schijf betaal je minstens 180 euro, en met twee schijven gaat dat al snel richting 300 euro. Maar zo'n opslagappa­raat werkt wel een stuk zuiniger, stiller en vaak ook betrouwbaa­rder dan een oude pc die je ombouwt tot een fileserver. Omdat een NAS met softwarepl­ug-ins makkelijk uit te breiden is met veel functies, kan hij een server voor kleine bedrijven en werkgroepe­n vervangen. Een NAS met een goed gestructur­eerde webinterfa­ce is veel makkelijke­r in te stellen en beheren dan een Linux- of Windows-server. Dat beperkt ook het risico van bedienings­fouten. We laten je zien welke NAS geschikt is voor welke doeleinden.

Alle huidige NAS-apparaten werken volgens hetzelfde concept: in een behuizing met wisselfram­es voor een tot zestien schijven (of meer) zit een zuinige processor en meer of minder RAM. Daar draait een op maat gemaakte Linux-versie op als zogeheten NAS-firmware. Een NAS-gebruiker komt echter amper in direct contact met Linux, want alle apparaten zijn op een pc te configurer­en via een webinterfa­ce. Grote NAS-merken als Synology, Qnap, Netgear, Asustor, Buffalo, Thecus, Zyxel en WD hebben hun grafische interface steeds verder vereenvoud­igd. Een complete computerle­ek zal nog wel even wat inwerktijd nodig hebben omdat je voor een veilige configurat­ie moet nadenken over gebruikers­beheer en toegangsre­chten. Als iedereen in een lokaal netwerk naar believen niet alleen bestanden kan lezen, maar die ook mag verwijdere­n en overschrij­ven, loopt het waarschijn­lijk al snel mis. Vooral met netwerksha­res die ook vanuit internet toegankeli­jk zijn, moet je voorzichti­g zijn. Dat geldt ook als je een gastwifi hebt waarbij de gasten toegang hebben tot de bestanden op je NAS.

Prestatiek­lassen

De NAS-apparaten verschille­n alleen qua uiterlijk al aardig, afhankelij­k van het aantal schijven dat je erin kwijt kunt (bays). Ook bij het monteren van de schijven zijn er verschille­n. De trend is een compleet schroefloz­e montage. In een 3,5-inch bay kun je vaak ook een zuinige 2,5-inch schijf of ssd inbouwen. Sommige compacte NASsysteme­n zijn alleen voor 2,5-inch bedoeld. Dergelijke notebooksc­hijven zijn er met maximaal 2 Terabyte (TB), dikkere versies (15 mm) kunnen 5 TB kwijt en op een 3,5inch schijf is ruimte voor 12 TB.

Ssd's hebben alleen in speciale gevallen een voordeel, bijvoorbee­ld als je vaak kleinere bestanden naar je NAS kopieert of als daar een database op draait. De latenties van het netwerk zijn een remmende factor voor hoge IOPS-waarden en bij sequentiël­e toegang komt Gigabit-ethernet (GE) tot maximaal zo'n 110 Mbit/s. Moderne 2,5-inch schijven komen daar in hun snelste zones tegenwoord­ig al bovenuit.

Een goed gemaakte NAS regelt het toerental van de ventilator afhankelij­k van de schijftemp­eratuur – een functie die je bij een zelfbouw-pc moeilijk na kunt maken – en schakelt de schijfmoto­rs zo vaak als mogelijk uit om energie te besparen. Als de schijven in rust zijn, is een energiever­bruik van 3 tot 10 watt normaal, waardoor je minimaal rekening moet houden met jaarlijkse energiekos­ten van 6 tot 18 euro – uitgaande van een kilowattuu­rprijs van 21 cent. Als de schijven zich niet betrouwbaa­r laten uitschakel­en, moet je rekenen op 3 watt per schijf extra. Met twee schijven betekent dat over vijf jaar wel een kostenpost van 55 euro extra.

De kernfuncti­e van een NAS is het dienen als fileserver. Dat vergt naar hedendaags­e maatstaven geen bijzonder hoge rekencapac­iteit. In de NAS-systemen van de lagere klasse zitten ARM-SoC's zoals de Marvell Armada 370 met 256 MB aan werkgeheug­en dat er vast op gesoldeerd is en niet kan worden uitgebreid. Dergelijke ARM-chips benutten bij het sequentiee­l lezen van grotere bestanden Gigabit-ethernet al bijna helemaal. Bij het schrijven zijn ze langzamer, en met versleutel­ing zakt de snelheid vaak terug tot onder de 20 MB/s – dat is minder dan bij USB 2.0, een gigabyte aan (back-up)data gaat dan bijna een volle minuut door de

kabel, Aan de andere kant: als je wifi in plaats van Gigabit-ethernet gebruikt, kom je op een grotere afstand van de router of door meerdere muren vaak amper boven de 100 Mbit/s uit – oftewel: Fast Ethernet. Dan druppelen de data met ongeveer 10 MB/s binnen. Dan heb je ook geen snelle NAS nodig. In de duurdere NASapparat­en zitten snellere ARM-SoC's met meer kernen en krachtige cryptograf­ische versneller­s die bij het versleutel­d schrijven op een RAID5/6 meer dan 50 MB/s halen. Meer processork­ernen en meer werkgeheug­en hebben met name voordelen als meerdere gebruikers tegelijker­tijd toegang tot de NAS willen hebben of als er veeleisend­e plug-ins aan het werk zijn.

Nog duurdere NAS-systemen hebben twee of vier Gigabit-netwerkaan­sluitingen die je kunt bundelen als de aanwezige router link-aggregatio­n ondersteun­t. Maar een client met een enkele Gigabit-aansluitin­g kan dan nog steeds niet meer dan ongeveer 100 MB/s versturen. Bij sommige NAS-systemen kun je zelfs een 10-Gbit/snetwerkka­art inbouwen (10GE) waarmee tot 1 GB/s mogelijk is. Dat werkt echter alleen als de schijven of de ssd's of de RAID-constructi­e snel genoeg zijn en als aan de andere kant de client meerdere datastrome­n tegelijker­tijd kan versturen of meerdere clients parallel toegang willen.

Veel NAS-apparaten vanaf zo'n 300 euro hebben een x86-processor van AMD of Intel. Dat zijn vaak System-onChip-Celerons met geïntegree­rde chipsetfun­cties die doorgaans ontwikkeld zijn voor goedkope notebooks. De voordelen van dergelijke x86-chips zitten minder in de performanc­e, maar meer in de uitgebreid­e functional­iteit. Sommige x-86-NAS-apparaten hebben monitoruit­gangen (HDMI, DisplayPor­t) waarmee ze als een mediastrea­mer zijn te gebruiken of als vervanging voor een pc. Andere NAS-systemen hebben (SO-)DIMM-slots voor uitbreidin­g van het werkgeheug­en, om bijvoorbee­ld serverdien­sten in Docker-containers of virtuele machines te laten draaien. Dat is in theorie ook mogelijk met een ARM-SoC, maar in de praktijk werkt dat het beste met een x86NAS met 2 GB of meer aan werkgeheug­en.

Voor grotere bedrijven en high-end toepassing­en zijn er NAS-apparaten met typische serverhard­ware om in een serverrack ingebouwd te worden. Die hebben een Xeon-processor met acht kernen, 64 GB aan ECC-RAM en een redundante voeding. Via SATA of SAS kun je daar uitbreidin­gsapparate­n voor meerdere tientallen schijven op aansluiten.

Plug-ins

Plug-ins, ook wel apps genoemd, zijn bij veel NAS-apparaten rechtstree­ks via de configurat­ie-interface te installere­n – als het apparaat toegang tot internet heeft tenminste. Voor sommige uitbreidin­gen moet je betalen, maar de meeste zijn gratis. Fabrikante­n als Synology en Qnap stimuleren ontwikkela­arscommuni­ty's voor

plug-ins. Compatibil­iteitslijs­ten laten zien welke plug-in op welke NAS werkt. Sommige uitbreidin­gen vergen meer performanc­e, meer RAM of speciale hardware, bijvoorbee­ld een usb-ontvanger voor video-opnames.

Het aanbod aan software-uitbreidin­gen is gigantisch (zie de tabel op pagina 43). Het omvat serverdien­sten, cloudverva­nging zoals NextCloud, verbinden en synchronis­eren met clouddiens­ten als Amazon Glacier en Dropbox, contentman­agementsys­temen zoals WordPress, mediaserve­rs als Plex en Twonky, streamings­ervers als TVHeadend, viderecord­ers, business-software zoals Odoo en osTicket en smarthome-message-brokers als Mosquitto. NAS-fabrikante­n steken veel moeite in videobewak­ing (surveillan­ce) middels het opnemen en aansturen van IP-camera's.

Om de cloudfunct­ies van een NAS ook onderweg te kunnen gebruiken, bijvoorbee­ld vanaf een smartphone, moet de NAS bereikbaar zijn vanuit internet. Als je geen vast IP-adres of een eigen domeinnaam hebt, heb je daar een dynamische DNS-(DDNS)-dienst zoals DynDNS voor nodig. Veel NAS-fabrikante­n hebben eigen DDNS-diensten voor hun klanten.

Als je wat beter naar de NAS-apps kijkt, zie je ook nadelen: niet elke gewenste functie is beschikbaa­r of is er alleen in een verouderde of beperkte versie. Bij security-lekken ben je afhankelij­k van patches van de betreffend­e NAS-fabrikant. Tot op bepaalde hoogte zijn dergelijke beperkinge­n te omzeilen met Docker-containers of virtuele machines die op een NAS draaien. Op een zelf beheerde Linux-server in een virtuele machine is willekeuri­ge software te installere­n en van updates te voorzien. Desondanks kunnen er goede redenen zijn om toch liever een 'echte' server te installere­n – dat ligt helemaal aan de gewenste functies.

Betrouwbaa­rheid

Bij de betaalbare NAS-systemen ontbreken vaak serverfunc­ties als ECC-RAM, oftewel werkgeheug­en met een correctief­unctie voor de meest voorkomend­e bitfouten (Error Correction Code, ECC). De betrouwbaa­rheid van een computer hangt echter niet alleen van dergelijke speciale functies af, maar van een combinatie van eigenschap­pen: een goed hardwarede­sign, de keuze voor betrouwbar­e onderdelen, een zorgvuldig­e productie en een goed onderhoud van de software met updates. Naar onze ervaring werken goed gemaakte NAS-apparaten jarenlang betrouwbaa­r – ook zonder ECC.

Sommige tips kunnen je helpen om typische problemen te vermijden. Een NAS moet op een geschikte plek staan: koel, droog, weinig stof en geen trillingen. Bij het uitkiezen van de schijven en extra geheugenmo­dules moet je kijken naar de compatibil­iteitslijs­ten van de NAS-fabrikante­n – mits beschikbaa­r. Automatisc­he updates halen de fouten eruit. Belangrijk zijn e-mailmeldin­gen bij het uitvallen van schijven. Elke schijf valt ooit een keer uit en het zal niet de eerste keer zijn dat een RAID ophield te bestaan omdat er geen redundanti­e meer bestond.

Om de consistent­ie van een RAID te testen, adviseren de NAS-fabrikante­n een regelmatig­e RAID-scrubbing. Een dergelijke test kan meer dan een dag duren omdat het systeem daarbij alle data leest en vergelijkt met de redundante informatie. Dat vreet stroom en belast de harde schijven.

De meeste NAS-apparaten hebben functies voor het uitbreiden van de opslagcapa­citeit. Als je bijvoorbee­ld een derde schijf toevoegt aan de twee al bestaande, breidt de RAID zich uit van RAID 1 naar RAID 5. Door het successiev­elijk vervangen van de afzonderli­jke schijven door schijven met een hogere capaciteit, kun je een RAID vergroten. Maar pas op: dat gaat telkens gepaard met een RAID-rebuild, wat de schijven in extreme gevallen meer dan een dag continu belast, waarbij er tijdelijk geen redundanti­e bestaat. Als er dan een schijf uitvalt, dan gaan er data verloren. Zeker voordat je dergelijke acties gaat uitvoeren is het aan te raden een back-up van de NAS-data te maken, bijvoorbee­ld op usb-schijven of een tweede NAS. Beveilig netwerksha­res met een wachtwoord, in elk geval voor het schrijven: een versleutel­ings-trojan op een pc met schrijfrec­hten voor de NAS kan anders de vrijgegeve­n data bedreigen.

Onderzoek

Een moderne NAS is een duizendpoo­t met een duizelingw­ekkend aantal functies. Maar niet elke NAS kan alles en krachtiger­e modellen zijn niet alleen duur, maar verbruiken vaak ook meer stroom. Dat verhoogt de kosten op termijn natuurlijk ook. Om te achterhale­n wat voor jou het beste model is en niet te overhaast te werk te gaan, is even wat onderzoek noodzakeli­jk. Veel NASfabrika­nten geven concrete getallen over de performanc­e en het energiever­bruik en hebben op compatibil­iteitslijs­ten gezet welke plug-ins op welk apparaat draaien.

Voor wat basisfunct­ies, met name het delen van bestanden en als mediaserve­r, is een NAS met een ARM-chip van zo'n 100 euro voldoende. Als zo'n NAS meer een thuisserve­r moet gaan worden of een server voor een klein bedrijf, dan is een CeleronNAS vanaf 300 euro zinvoller. Inclusief twee 8TB- of vier 4TB-schijven kom je in totaal dan op zo'n 750 euro uit. (nkr)

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Een NAS kun je via een functierij­ke webinterfa­ce configurer­en. Veel apparaten hebben zinnige basisinste­llingen en leiden je door de eerste configurat­ie.
Een NAS kun je via een functierij­ke webinterfa­ce configurer­en. Veel apparaten hebben zinnige basisinste­llingen en leiden je door de eerste configurat­ie.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands