Voorwoord
Vroeger kocht je een doos met een cd erin met daarop het installatieprogramma van een softwarepakket. Soms zat er een handleiding bij – meestal in de vorm van een klein boekje. De makers van die software zorgden er meestal voor dat hun programma's uitgebreid getest waren voordat de installatie-cd's het productieproces ingingen. Het kwam niet vaak voor dat programma's crashten of nog niet veel functies hadden.
Dat lijkt tegenwoordig geheel andersom te zijn. Door de algehele beschikbaarheid van internet worden allerlei alfa- en bètaversies, al dan niet tegen betaling of met wat korting op de definitieve versies, online geplempt. Als een programma interessant lijkt, is de neiging het even te downloaden en uit te proberen groot. Maar vaak zitten nog niet alle functies er al in of erger: het werkt allemaal nog niet goed. Met jouw feedback kan het programma wel worden verbeterd, maar het kan toch niet de bedoeling zijn dat de gebruikers de testers zijn geworden.
Bij de app-stores van Android en iOS lijkt dat inmiddels echter de gewoonste zaak van de wereld. Veel apps crashen zonder reden, maar de ontwikkelaars brengen liever een nog niet goed werkende app uit om het risico klein te houden dan dat iemand anders op hetzelfde idee komt en hun markt zou wegkapen. Het snel uitbrengen van software is belangrijker geworden dan goed geteste programma's.
Daar zit de crux in het hele verhaal: dat goed testen kost natuurlijk tijd – en geld. Het wordt steeds meer de vraag of je die tijd en het geld dat je erin stopt ook terugverdient. Als je er meer tijd in stopt, moet het ook meer opbrengen om de ontwikkeltijd betaald te krijgen. Dan wil je niet het risico lopen dat iemand anders je voor is. Die twee argumenten zijn echter wel dodelijk voor de kwaliteit van de huidige apps.
Het financiële argument geldt voor veel opensource projecten op bijvoorbeeld GitHub niet. Die worden vaak gemaakt door mensen met hart voor de zaak, die als primaire doel hebben om de wereld wat beter te maken met hun programma's. Ook daar stikt het van de alfa- en bètaversies, maar omdat het allemaal transparant en goed gedocumenteerd is, weet je wel waar je aan begint.
Ontwikkelaars moeten beseffen dat hun software niet klaar is als de compiler zegt dat er geen fouten meer in zitten. Code die live gaat, moet ook getest en veilig zijn. We hebben aan de Uberperikelen wel gezien wat de gevolgen zijn als dat niet zo is.
Het summum aan software die nog niet af is kwam ik echter tegen toen ik uit de Helix-serie van Line6 het nieuwe HX Effect vloerpedaal voor mijn gitaar kocht. Die Helix-serie bestaat inmiddels al weer even en daar is van Line6 ook goede software voor waarmee je alle versterker- en effectmodellen tot in de diepte kunt editen. Dat zou voor een afgeleid apparaat als HX Effects, wat grotendeels alleen uit de effecten van de Helix-serie bestaat, toch geen probleem moeten zijn. Maar wat blijkt – en dan natuurlijk pas na aankoop: "We expect to update HX Edit with full editing capabilities for HX Effects later this spring". Grrr. Moet ik alles met de knopjes op het apparaat gaan zitten (letterlijk) instellen omdat er überhaupt nog geen software is.
Maar aan de andere kant: beter geen software dan software die niet klaar (en ook niet getest) is ..
Veel plezier
Noud van Kruysbergen