Apples en Googles tools
Deze twee lijken misschien niet thuis te horen in een artikel over crossplatform programmeren, maar de eigen programmeeromgevingen van de betreffende platforms kun je ook niet helemaal negeren. Het zou helemaal geen verbazing wekken als bedrijven als Apple en Google de apps die met hun eigen tools gemaakt zijn zouden voortrekken in hun eigen app-stores.
Elke native ontwikkelomgeving vereist extra inspanningen, maar die leiden doorgaans tot apps die zo klein mogelijk zijn en toch optimaal presteren. Bovendien kunnen alle functies van het besturingssysteem worden benut, al is het maar omdat anderen tijd nodig hebben om nieuwe functies in te bouwen.
Ook het integreren van externe bronnen is eenvoudiger en sneller: reclamebanners, SDK's van sociale netwerken en andere uitbreidingen worden als Android- of iOS-specifieke bibliotheken aangeboden nog voordat de ontwikkelaars daarvan erover denken een versie voor crossplatformsystemen beschikbaar te maken.
Helaas wordt door het werken met de native integrated development environment van een platform je eigen creatie onlosmakelijk verbonden aan dat platform. Als je destijds een app voor Symbian ontwikkeld had, moet je die ombouwen. Dat de omvang van zo'n project kan worden beperkt door een slimme applicatiearchitectuur staat daar los van. Het is misschien niet verstandig om de dominantie van Android en iOS als gegeven te nemen. Dat dacht men vroeger immers ook bij de Palm IIIc.