30 jaar RIPE
Geen internet zonder IP-adressen. Het uitdelen daarvan is in Europa een taak van de beheerinstantie RIPE. Die verweert zich momenteel tegen beschuldigingen dat zij gebruik wordt voor politie-achtige diensten en indirecte censuur.
Op 22 mei 1989 kwam voor het eerst een groep Europese netwerkers bijeen om het eens te worden over hoe men IP-netwerken opbouwt en aan IP-adressen komt. Als werktitel voor de activiteiten van de bijeenkomst werd de naam RIPE (Réseau IP Européen) overeengekomen, zo blijkt uit de notulen van die vergadering. Dertig jaar later discussieerden ongeveer 800 RIPE-leden tijdens de 78e bijeenkomst in Reykjavik over de rol en de toekomst van de organisatie.
In 1989 moesten de 14 oprichters die het Europese internet van de grond wilden krijgen nog aankloppen bij de USA voor hun adresruimte. Pas door de oprichting van het Network Coordination Center (NCC) in 1992 konden ze zelf IPv4-adresblokken uitgeven, als eerste van de huidige vijf regionale IP-adresregistry’s.
De werkzaamheden zijn volgens Gert Döring, al jaren directeur van de werkgroep voor adrespolitiek, beperkt tot niet meer dan wat ‘finetuning’. Desondanks werd er hard gediscussieerd over nieuwe regels voor de RIPE-gemeenschap. De grootste opwinding bij de huidige zelfreguleringsdebatten ontstond bij twee policy-onderwerpen: het veroordelen van BGP-hijacking, oftewel het gebruik van vreemde IP-adresruimtes, en het streng toezicht houden op up-to-date abuse-contacten voor alle leden. Dat zou van RIPE dan wel een soort ‘routing-politie’ kunnen maken. Bij beide onderwerpen werden er verder geen sancties genoemd, maar het zou RIPE de mogelijkheid geven om leden adressen af te nemen of ze zelfs uit te sluiten.
GEEN ROUTING-POLITIE
De IP-adresregistry zou daarmee zelfs een ‘wapen’ kunnen worden, volgens Nick Hilliard, CTO van het Ierse internetknooppunt INEX: “Er is een eindeloze lijst van dingen die binnen een of alle jurisdicties van het RIPE-NCC-servicegebied illegaal zijn, bijvoorbeeld spam, pornografische content, aanvallen op politici, kansspelen, drugs, politiek afwijkende meningen, blasfemie enzovoorts”.
De DENIC-vertegenwoordiger Peter Koch waarschuwde voor een “misbruik van het identifiersysteem voor content- en gedragscontrole”. In plaats van zich als routingpolitie te laten gebruiken, moet RIPE volgens veel leden overwegen hoe men aanvallen op de neutraliteit afweert.
Rechtshandhavers mengen zich steeds meer in die discussie door nieuwe regels voor de adrespolitiek te ontwikkelen. De bedrijfsleider van RIPE NCC, Axel Pawlik, adviseerde bij een debat over de toekomst van de organisatie om meer fingerspitzengefühl te gebruiken bij de omgang met deze en andere ontwikkelingen. De soms harde toon kan ertoe leiden dat men ergens anders regelgeving gaat zoeken. Foutieve records in de RIPE-database waren voor onder meer Europol al vaker aanleiding om RIPE en RIPE NCC te manen hier meer aan te doen.
TABULA RASA
Achterhaalde informatie is een doorlopend thema. Als IP-adressen overgaan op opvolgers of nieuwe gebruikers, dan blijven in de door de RIPE-leden bijgehouden database vaak oude en daarmee verkeerde eigenaren en contactpersonen staan. Bij het invoeren van de AVG werd pas voor het eerst gecontroleerd in hoeverre allerlei persoonlijke gegevens ingevoerd en vergeten zijn. Het idee werd zelfs geopperd om de 30 jaar oude database door de wildgroei geheel opnieuw op te zetten.
Met welke belangen moet bij een dergelijke operatie dan rekening worden gehouden, en welke verleidingen moeten daarbij weerstaan worden? De voorzichtigen onder de leden geven er de voorkeur aan dat RIPE terug gaat naar zijn oorspronkelijke doel: het mogelijk maken van routing, zonder dat daar persoonlijke gegevens voor nodig zijn. Vanuit privacyoogpunt zou dat wenselijk zijn.
Volgens Rüdiger Volk, een van de oprichters in 1989, is het de taak van RIPE om van de technische kant uit te gaan en niet op de stoel van de officier van justitie te gaan zitten – net zomin als andersom de bedoeling is. In 1989 werd al gesteld dat er over technische aangelegenheden gediscussieerd zou worden, en niet over politiek.