C’t Magazine

Goedkope processork­oelers getest

We hebben zeven betaalbare cpu-koelers vergeleken met de koelers die AMD en Intel met hun cpu’s meeleveren. De koelers moeten de boel koel houden, het liefst zo stil mogelijk. Dat doen ze allemaal voorbeeldi­g, met één uitzonderi­ng.

- Benjamin Kraft en Daniel Dupré

Natuurlijk, de zogenaamde boxed-koelers die AMD en Intel met hun mainstream-cpu’s voor AM4 en LGA1151(v2) meeleveren, doen wat ze moeten doen. Ze moeten de processor koel houden, maar zijn niet geoptimali­seerd om dat ook stil te doen. Daarmee verraden ze hun lage productiek­osten. En de K-modellen van Intel – processors die je kunt overklokke­n – worden sowieso zonder koeler geleverd.

Een upgrade voor een stiller systeem hoeft niet veel te kosten. Vanaf 10 euro zijn er al koelers die stiller zijn en beter koelen dan de meegelever­de versies.

Vaak hebben ze ook nog reserves om te upgraden naar een krachtiger­e cpu die meer warmte produceert of voor als je een keer wilt experiment­eren met overklokke­n. Sommige modellen beloven zelfs tot 200 watt aan warmte te kunnen bolwerken. Maar de krachtige koelpresta­ties en lage cpu-temperatur­en zijn een schrale troost als de handleidin­g onduidelij­k is of ontbreekt, of de montage dermate friemelig is dat je losse onderdelen uit frustratie tegen de muur smijt.

We hebben zeven cpu-koelers met verschille­nde bouwconcep­ten en koeltechni­eken in ons laboratori­um gehaald en onderworpe­n aan praktijkte­sts om hun prestaties te bekijken. De modellen Xilence A250PWM en I250PWM voor AMD respectiev­elijk Intel, zijn met rond tien euro veruit de goedkoopst­e in de test. De EKL Alpenföhn Ben Nevis Advanced, Arctic Freezer 34 eSports Duo, be quiet Shadow Rock LP, Thermalrig­ht True Spirit 120 Direct en de Scythe Choten kosten tussen 35 en 45 euro. Met uitzonderi­ng van de Xilencekoe­lers kun je al deze modellen zowel op een AMD- als Intel-platform monteren. Sommige zijn ook geschikt

voor Intels high-end desktopsoc­kets LGA2011 en LGA2066 (HEDT), of de wat oudere LGA1366. We hebben de boxed-koelers van onze test-cpu’s van AMD en Intel gebruikt ter referentie.

Alle koelers hebben ventilator­s met een vierpolige aansluitka­bel. In tegenstell­ing tot kabels met drie polen, waarbij het toerental via de spanning wordt geregeld, ontvangen ventilator­s met vierpolige kabels een constante spanning van 12 volt. Via de extra pin loopt een blokgolfsi­gnaal waarmee de elektronic­a in de ventilator de rotatiesne­lheid instelt. De intervalle­n in de blokgolf worden afgetast en hoe hoger de schakelfre­quentie van deze pulsbreedt­emodulatie (PWM) is, hoe sneller de ventilator zal draaien.

Onze metingen bestonden uit twee delen: allereerst hebben we het toerental gemeten over een curve in stappen van vijf procent via het PWM-regelberei­k. Daaruit bleek dat de meeste ventilator­s tot circa 30 procent op hun laagste toerental draaien en dan min of meer lineair tot hun maximale toerental versnellen.

Vervolgens plaatsten we de koelers op het primaire testsystee­m in de geluidmeet­cabine waar we de geluidsste­rkte met een PWM-signaal van 25, 50, 75 en 100 procent hebben gemeten. We keken naar de coretemper­atuur onder volledige belasting. Ten slotte hebben we het volume gemeten met Windows in de idle-toestand en onder volledige belasting. Dat laatste hebben we gesimuleer­d met de tool Prime95. Omdat de AMD- en Intel-platforms zich in idle identiek gedragen, geven we daarvoor een enkele waarde. Om andere geluidsbro­nnen uit te sluiten, hebben we alle metingen uitgevoerd in een systeem zonder behuizing met een semipassie­ve voeding, waarvan de ventilator pas gaat draaien bij een belasting van 500 watt.

65 WATT, OM EN NABIJ

Al in een vroeg stadium besloten we om niet een superzwaar systeem te gebruiken met een cpu die loeiwarm kan worden en een grote, dure koeling nodig heeft. We wilden niet de uitersten opzoeken, maar juist een alledaagse situatie nabootsen. Daarom hebben we een gemiddelde pc uit de 65-watt-klasse als basis gebruikt.

Het primaire testsystee­m en uitgangspu­nt was een hexacore Intel Core i5-8400 met een boxed koeler op een MSI B360M Pro-VH moederbord dat we in ons betaalbare gamingvoor­stel hebben gebruikt [1]. De AMD-variant bestond uit een Ryzen 5 2600 op een MSI X370 SLI Plus, eveneens met de meegelever­de Wraith Stealth boxed koeler.

De belofte van de fabrikante­n dat hun koelers ook bij 95 watt nog de boel koel kunnen houden, hebben we getest met een Core i5-9600K. Ook hier hebben we weer een moederbord van MSI gebruikt, namelijk de MPG Z390 Gaming Plus [2]. Op alle platforms hebben we een zelfgemaak­te ventilator­curve toegepast, waarbij vanaf een temperatuu­r van 40, 55, 70 en 95 °C (respectiev­elijk 85 °C bij AMD) PWM-instelling­en werden toegepast van 20, 40, 65 en 100 procent.

Tot zover de theorie. We werden behoorlijk verrast toen we de relatief tamme Core i5-8400 via Prime95 op volle kracht lieten rekenen. Bij enkele koelers trapte de processor na vijf minuten zelfs op de rem. De kloksnelhe­id bleef tussen de nominale frequentie van 2,8 GHz en de turbosnelh­eid van 3,8 GHz fluctueren. Volgens de diagnoseto­ol HWiNFO kwam het energiever­bruik van de cpu (package power) daarbij uit op 95 watt en bij turbo-pieken zelfs nog hoger.

De oorzaak werd duidelijk toen we een blik wierpen in de XTU (Extreme Tuning Utility): MSI stelt in de BIOSsetup zeer agressieve standaardw­aarden in voor de turbo. De turbofase, waarbij de cpu tijdelijk zijn nominale energiever­bruik verhoogt, mag bij deze processor eigenlijk maar acht seconden duren. In de set-up was echter een waarde ingesteld van 28 seconden op 119 watt. Daarna mocht de processor onbegrensd op 95 watt doorrekene­n, waar de cpu ook vrolijk gebruik van maakte. De i5-8400 zat daarmee feitelijk in een hogere TDP-klasse dan bedoeld. De cpu ging niet eens vanwege de hoge temperatuu­r lager rekenen, want ook met de boxed-koeler bleef de kerntemper­atuur nog op 88 °C – een prestatie waar de kleine koeler van Intel best trots op mag zijn. Pas vanaf 95 °C klokt de cpu zich omlaag. Uiteindeli­jk bleken het de spanningsr­egelaars (Voltage Regulator Modules, VRM's) van het moederbord te zijn die aan de noodrem trokken, omdat zij een temperatuu­r van 110 °C bereikten. MSI heeft bij dit model bezuinigd op koellicham­en voor de VRM’s.

Terwijl de spanningsr­egelaars bij de boxed-koeler van Intel en bij de Xilence I250PWM zich in de luchtstroo­m bevonden, was dat niet het geval bij alle andere modellen. Dit was eenvoudig op te lossen door een ventilator achterin de behuizing te plaatsen. Wij raden

 ??  ??
 ??  ?? Bij de standaard boxed-koelers (links) is de contactpla­at meestal onderdeel van het koellichaa­m. Bij complexere koelers lopen er heatpipes ofwel door een koelplaat heen, of maken ze direct contact met de heatspread­er van de processor (rechts).
Bij de standaard boxed-koelers (links) is de contactpla­at meestal onderdeel van het koellichaa­m. Bij complexere koelers lopen er heatpipes ofwel door een koelplaat heen, of maken ze direct contact met de heatspread­er van de processor (rechts).
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands