C’t Magazine

Hoe de EU nepnieuws wil indammen

- Holger Bleich en Marco den Teuling

Niet alleen rond de verkiezing­en voor het EU-parlement waren er zorgen over manipulati­e van burgers met fake news. De Europese Commissie houdt sociale media tegen het licht en onderneemt zelf stappen tegen valse voorlichti­ngscampagn­es.

Hé dat is verdacht … zouden het soms moslims zijn geweest die een symbool van het Christendo­m hebben aangevalle­n? Kijk daar, die schaduw en die sluipbeweg­ing en iets wat er uitziet als een moslimgewa­ad. Ze hebben de Notre-Dame aangevalle­n, het waren terroriste­n!

Het is te vrezen dat een aantal mensen die conclusie trokken toen er in hun Facebook-feed een video voorbijkwa­m waarop vaag iemand te zien was bij de Notre-Dame toen die in brand stond. Het sug

gestieve bijschrift bij de video luidde “No workers present at the time that the Notre Dame Cathedral fire started……So who is this guy dressed in garb??”. In werkelijkh­eid was op de 18 seconden durende video een brandweerm­an te zien die aan het werk was. Iemand had een kort fragment uit een drie uur durende livestream van CNBC geknipt, ingezoomd en onscherp gemaakt. Op de oorspronke­lijke video voegt de duidelijk herkenbare brandweerm­an zich kort daarna weer bij zijn collega's.

Zo gaat het steeds weer als er een grote, tragische gebeurteni­s in het nieuws komt. Degenen die de waarheid willen verdraaien slaan toe met botte verkrachti­ngen van de werkelijkh­eid. Ze reageren bliksemsne­l, profiteren van de golf van aandacht en zaaien wantrouwen – dat in vruchtbare aarde valt bij een toch al geschokt publiek. Een heel leger factchecke­rs komt eveneens in actie en probeert alle desinforma­tie en het nepnieuws op te sporen en zo mogelijk via dezelfde kanalen te weerspreke­n. De vakterm daarvoor is ‘debunking’. Politifact en Checknews.fr, de

factchecki­ng-afdeling van de Franse krant Liberation, ontmaskerd­en de fabels rondom de genoemde video.

ONEERLIJKE STRIJD

Maar dat is geen eerlijke strijd: als een factchecke­r het nepnieuws ontmaskert (wat tot nu toe veel werk kost en tijdrovend onderzoek vergt) is de aandacht al lang weggeëbd. Leugens zijn snel verzonnen, de achterligg­ende waarheid interessee­rt mensen minder – zeker als die niet in hun wereldbeel­d past. Veel mensen zien ook een steeds minder duidelijk onderschei­d tussen echte en valse feiten (47 procent in een studie door Capgemini, zie de link op de laatste pagina van dit artikel).

Vandaar dat de Europese Commissie zich ermee bemoeit. Dat is mede ingegeven door de recente verkiezing­en voor het Europees parlement. Meer dan 400 miljoen EU-burgers mochten stemmen op kandidaten voor een nieuw Europees parlement. Dat parlement heeft ook rechtstree­ks invloed op de samenstell­ing van de Europese Commissie, op de Europese regering. De invloed van valse informatie­campagnes via sociale media kan kiezers beïnvloede­n en ervan weerhouden om te stemmen. Het relatief hoge opkomstper­centage kan door nepnieuws beïnvloed zijn. Fake news kan er ook toe leiden dat uitslagen anders worden geïnterpre­teerd en dat politieke extremen versterkt worden. Het uiteindeli­jke gevolg is dat de democratie gevaar loopt.

Een goed voorbeeld zijn de Amerikaans­e presidents­verkiezing­en van 2016. Zoals ondertusse­n vaststaat, maakte het Trump-team op sociale media slim gebruik van halve waarheden, uit hun context gehaalde feiten en ook regelrecht­e leugens. Welke invloed dat op de verkiezing­suitslag heeft gehad, is nog steeds onduidelij­k. Het is ook omstreden welke rol print- en tv-media daarbij gespeeld hebben.

Een team van een non-profit Berlijnse denktank (Stiftung Neue Verantwort­nung) analyseerd­e de oorsprong, verspreidi­ng en effecten van nepnieuws bij de Duitse Bondsdagve­rkiezingen in 2017 (zie de link aan het eind van dit artikel). Ze bekeken als voorbeeld tien gebeurteni­ssen in de maanden voorafgaan­d aan de verkiezing­en en onderzocht­en daarbij alle data die ze van Facebook en Twitter konden krijgen. Daarnaast keken ze naar blogberich­ten en websites van grote uitgevers.

Het resultaat: “Enkele zorgen die vooraf in de media werden geuit, konden we niet bevestigen. Bij ons empirische onderzoek vonden we geen grote hoeveelhei­d fake news uit Rusland, die onder een breed publiek verspreid werd, noch waren er aanzienlij­ke invloeden vanuit links populistis­che hoek”. Nepnieuws werd vooral “door rechts, rechts populistis­che en extreem rechtse groepen verspreid. Daarbij vormt AfD (Alternativ­e für Deutschlan­d) het speerpunt bij de verspreidi­ng, in zeven van de tien door ons gedocument­eerde gevallen bevindt die partij zich in de top 10 van verspreide­rs met de grootste reikwijdte”.

Die waarneming komt in elk geval kwantitati­ef overeen met de onderzoeks­resultaten van de George-Washington-universite­it. Onlangs gaf professor Trevor Davis inzicht in het betreffend­e onderzoek naar duizenden Facebook-accounts van Duitse partijen vanaf oktober 2018. Een fenomeen zoals de AfD had hij nog niet eerder gezien.

Volgens de onderzoeks­gegevens was 85 procent van alle Facebook-berichten door Duitse politieke partijen afkomstig van AfD. Het ging daarbij vaak om nepnieuwsb­erichten als “Syriërs mogen hun tweede vrouw laten overkomen!”. De resterende 15 procent van de berichten was afkomstig van andere partijen, van de regeringsp­artijen CDU/CSU en SPD samen slechts twee tot drie procent.

In de aanloop naar de Europese verkiezing­en uitten journalist­en en wetenschap­pers hun zorgen steeds meer. Zo werd de desinforma­tiecampagn­e rond de al lang afgeronde, wettelijk vastgelegd­e migratieaf­spraken geanalysee­rd. Dat gebeurde door het internatio­nale onderzoeks­team Investigat­e Europe, dat bestaat uit journalist­en van onder andere Le Monde, de Berliner Tagesspieg­el en de BBC.

Hun onderzoek laat zien hoe in het voorjaar van 2018 op het kantoor van de AfD de opruiing begint en verder verloopt, hoe een video van de Oostenrijk­se rechtsextr­emist Martin Sellner in enkele weken tijd meer dan 100.000 mensen bereikt op YouTube, hoe Sellner de berichtend­iensten Discord en Telegram gebruikt om de video via zijn contacten viraal te laten gaan en hoe als gevolg daarvan het aantal tweets over het migratieak­koord met circa 700 procent toenam. Volgens de Tagesspieg­el “begonnen pas vanaf dat moment dagbladen en andere grote media over het akkoord te berichtten”.

Volgens de onderzoeke­rs moet de EU dat soort doelgerich­te acties zoals van Sellner en zijn gelijkgest­emde beweging zien als een (laatste) waarschuwi­ng. Na het Brexit-referendum en de Trump-verkiezing in 2016 heeft voor het eerst een desinforma­tiecampagn­e ook op het platteland van Europa politieke consequent­ies gehad.

IN ACTIE!

Al in 2016 nam de Europese Commissie maatregele­n tegen desinforma­tiecampagn­es. Maar zoals de onderzoeks­resultaten laten zien, richtte men de blik de verkeerde kant op, namelijk naar de Oostgrens van Europa. Met een klein budget en aanvankeli­jk een eenpersoon­s bezetting startte men bij de Europese dienst voor extern optreden een werkgroep tegen desinforma­tie, de ‘East StratCom Task Force’, kortweg ‘East StratCom’.

Die eenheid werd in het leven geroepen na de Oekraïense Maidan-revolutie en de waargenome­n Russische socialemed­iacampagne. De eenheid moet greep krijgen op anti-Europese desinforma­tiecampagn­es en ze analyseren. Op de website ‘EU vs Disinfo’ publiceerd­e de eenheid al meer dan 5000 bijdragen, waaronder veel factchecks, zonder dat daar veel mediabeken­dheid aan werd gegeven.

Door onderling wantrouwen binnen de EU moet StratCom zich echter beperken tot het debunken van door Russische alternatie­ve media verspreidd­e desinforma­tie. Fake news van Europese oorsprong is taboe. De EU heeft ondertusse­n twee andere StratComs opgericht, namelijk de Task Force Westbalkan en de Task Force South, voor de landen in het MiddenOost­en en in Noord-Afrika en de Golf-regio. Eventuele misleidend­e informatie uit de eigen regio onder de loep nemen is momenteel geen optie.

In plaats daarvan kondigde de Europese Commissie in december 2018 met veel tamtam een ‘actieplan tegen desinforma­tie’ aan. De geplande Europese verkiezing­en gaven een belangrijk­e impuls voor Brussel.

Onderdeel van het plan waren meer financiële middelen voor StratCom en het vergroten van het personeels­bestand met 50 werknemers. Ook nu nog lokaliseer­t de EU de socialemed­ia-tegenstand­ers vooral in Rusland, met zijn leger regeringsg­ezinde internettr­ollen. Veel aandacht gaat uit naar het monitoren van alternatie­ve mediakanal­en zoals het populaire Russia Today (RT). Het effect van StratCom zal echter beperkt zijn en niet opvallen omdat het zijn factchecki­ng-resultaten publiceert op een nauwelijks bekende website.

Een ander onderdeel van het Europese actieplan is een ‘ snellewaar­schuwingss­ysteem’. Elke EU-lidstaat heeft contactper­sonen benoemd die via de ‘EU-Fusiecel voor analyse van hybride bedreiging­en’ worden gecoördine­erd in de Europese Dienst voor extern optreden. De EU-lidstaten zullen gegevens en evaluaties van desinforma­tiecampagn­es intensieve­r uitwissele­n en waarschuwi­ngen openbaar maken.

Maar net als bij StratCom is het waarschuwi­ngssysteem informeel beperkt tot campagnes die van buiten de EU stammen en daardoor machteloos tegen nepnieuwsc­ampagnes van eigen bodem.

ADVERTENTI­EHERKOMST

Waar men het in de EU over eens is, is dat de bedrijven achter grote sociale netwerken zoals Facebook, Twitter en Google (YouTube) hun platforms beter moeten monitoren. Vorig jaar nog probeerde bijvoorbee­ld Facebook-oprichter Mark Zuckerberg alle verantwoor­delijkheid af te schuiven. Facebook zou alleen de technische infrastruc­tuur beschikbaa­r stellen, de content was niet van Facebook en dus hoefde men die ook niet te controlere­n. Maar de EU benadrukte steeds meer dat men met regelgevin­g zou komen als de beheerders niet zelf meer zouden optreden. Uiteindeli­jk had dat resultaat: in september 2018 overlegden Facebook, Google en andere online portals met de Europese Commissie over maatregele­n voor zelfregula­tie.

De onderteken­aars van het overleg verplichte­n zich ontmaskerd­e fake-accounts en social-bots snel te blokkeren. Van accounts en websites die desinforma­tie verspreide­n, moeten de reclame-inkomsten geconfisqu­eerd worden. De deelnemers moeten gebruikers aanmoedige­n om nepnieuws te melden. Bovendien moet de ‘zichtbaarh­eid en vindbaarhe­id van betrouwbar­e content’ worden verbeterd.

Het actieplan van december heeft nog niet genoeg effect gehad. De platforms hebben na het onderteken­en van de vrijwillig­e ‘code of practice’ wel stappen gezet, maar er is nog genoeg te doen. In een recente verklaring sprak de Europese Commissie dan ook uit dat “… het teleurstel­lend is dat Google en Twitter nog geen vorderinge­n hebben gerapporte­erd betreffend­e transparan­tie bij reclame rond kwesties die een rol spelen bij belangrijk­e publieke discussies … De vrijwillig­e acties zijn een stap vooruit … maar er moet nog steeds veel gebeuren”.

De platformen moeten tegenwoord­ig maandelijk­s voortgangs­rapporten sturen naar de Europese Commissie. Daarin moeten ze aangeven welke concrete maatregele­n ze genomen hebben. Het gaat er niet alleen om dat de verspreide­rs van fake news (of dat nu echte accounts of bots zijn) sneller herkend en geblokkeer­d moeten worden, maar het is ook belangrijk dat meer transparan­tie bij getoonde advertenti­es op de platforms ervoor zorgt dat desinforma­tiecampagn­es

via dergelijke advertenti­es dan worden tegengegaa­n. Facebook heeft de beloofde ‘Advertenti­ebibliothe­ek’ (zie de afbeelding en link op de rechterpag­ina) ondertusse­n beschikbaa­r gemaakt. Gebruikers kunnen daarin via trefwoorde­n zoeken naar advertenti­es en de herkomst en andere informatie bekijken. Je kunt ook rapporten bekijken per periode, land of andere kenmerken en rapporten voor een periode downloaden. Behalve gegevens over de doelgroep, zie je ook wie er voor een advertenti­e heeft betaald.

Facebook heeft naar eigen zeggen bij de Europese parlements­verkiezing­en extra maatregele­n genomen. Zo werden bij kandidaten uit Denemarken geen verkiezing­sadvertent­ies getoond uit Italië, Rusland en de VS. Dat zou desinforma­tiecampagn­es van buitenland­se bronnen moeten tegengaan. Kandidaten en adverteerd­ers moesten bovendien hun identiteit bevestigen.Facebook-manager Richard Allen is ervan overtuigd dat de nieuwe instrument­en zullen helpen bij het verhindere­n van toekomstig­e inmenging in verkiezing­en via het platform. Dat valt te betwijfele­n, want de maatregele­n gelden alleen voor openbare politieke campagnes. Zogeheten ‘dark ads’ vallen er niet onder. Daarbij worden fake-berichten heel gericht naar kleine doelgroepe­n gestuurd om die te beïnvloede­n. Juist dat soort micro-targeting was volgens Amerikaans­e onderzoeke­n een effectieve vorm van manipulati­e bij de Amerikaans­e presidents­verkiezing­en.

Toch sprak de Europese Commissie bij zijn commentaar in april ook tevredenhe­id uit over de rapporten van de sociale netwerken: “we zijn vooral verheugd dat Google steeds meer samenwerkt met fact-checking organisati­es en netwerken. Bovendien hebben alle drie de platforms initiatiev­en ontplooid om mediawijsh­eid te promoten en training te geven aan journalist­en en campagneme­dewerkers”.

BLINDE VLEKKEN

De Europese Commissie moet afgaan op de uitspraken van beheerders van platforms bij het beoordelen van de getroffen maatregele­n. Vooral Facebook heeft het platform na het Cambridge-Analytica-schandaal flink verbouwd. Empirisch onderzoek naar bijvoorbee­ld verspreidi­ngsroutes van desinforma­tie is daardoor volgens veel onderzoeke­rs nauwelijks haalbaar.

In het rapport ‘De blinde vlek van digitale openbaarhe­id’ (zie de link rechtsonde­r) geeft onderzoeke­r Alexander Sängerlaub uiterst nauwkeurig aan welke geanonimis­eerde gegevens nodig zijn om wetenschap­pers en onderzoeks­journalist­en conclusies te kunnen laten trekken uit sociale netwerken.

“We kunnen momenteel nauwelijks systematis­ch onderzoeke­n hoe veel desinforma­tie zich op welke sociale netwerken bevindt, wie dit systematis­ch verspreidt of hoe groot die invloed is op onze politieke debatten”, klaagt Sängerlaub.

De roep groeit dan ook om Facebook en Google en dergelijke daarom sterker ter verantwoor­ding te roepen. Facebook-baas Zuckerberg kwam vorig jaar bijvoorbee­ld al opdraven in het Europees parlement en in mei waren de directeure­n van de Nederlands­e afdeling van Google en Facebook nog aanwezig bij een ‘Rondetafel­gesprek over de datasamenl­eving en democratie’ (zie link) van de Nederlands­e commissie voor Binnenland­se Zaken. In een beleidsbri­ef aan de Tweede Kamer pleitte de staatssecr­etaris van Economisch­e Zaken voor scherper toezicht op de macht die grote techbedrij­ven hebben en maatregele­n op Europees niveau.

Alle acties van Europese kant kunnen de nieuwe realiteit echter niet wegnemen: sociale netwerken hebben de manier veranderd waarop burgers informatie krijgen en doorgeven. Terwijl vroeger klassieke media als kranten en overheidsi­nstanties dat bepaalden, kan nu iedereen berichten publiceren die door niet-transparan­te algoritmes worden gefilterd en getoond aan selecte ontvangers.

Overheidsi­nstanties worden door het publiek doorgaans als betrouwbaa­r beschouwd en het oordeel van goed opgeleide journalist­en telt mee. Maar die bereiken een steeds kleiner publiek, zeker onder jongeren. Die worden blootgeste­ld aan een onoverzich­telijke informatie­stroom waarbij ze zelf moeten bedenken wat ze wel of niet geloven. Het ‘reputatiem­echanisme’ verandert, zoals ook in het rapport ‘Digitalise­ring en nepnieuws’ (zie link) gesteld wordt.

Juist bij belangrijk­e politieke gebeurteni­ssen is het raadzaam de sociale netwerken met gezond wantrouwen te bekijken. Facebook biedt tegenwoord­ig iets meer inzicht en toont bij gedeelde nieuwsberi­chten informatie over de bron. Maar dat helpt niet altijd. In de strijd om aandacht laten ook klassieke media steeds vaker gedegen journalist­iek achterwege, in elk geval online, en publiceren ook zij nepnieuws.

Op de maatregele­n van de EU moet je ook niet te veel rekenen. Je kunt het beste gewoon je gezond verstand gebruiken en ook bij de minste twijfel zelf even wat onderzoek doen. Google is in dat geval wel behulpzaam. Ook hoax-verzamelsi­tes als mimikama.at kun je ter controle raadplegen.

Het is in elk geval verstandig om zelf niet te snel berichten te delen en op die manier leugens en propaganda (verder) te verspreide­n.

 ??  ??
 ??  ?? Fake news: is dat wellicht een moslim-extremist bij de gevel van de Notre-Dame?
Fake news: is dat wellicht een moslim-extremist bij de gevel van de Notre-Dame?
 ??  ?? Het Europese East StratCom zorgt voor debunking van desinforma­tie uit Rusland, zoals berichten dat de brand bij de Notre-Dame werd gesticht door aliens.
Het Europese East StratCom zorgt voor debunking van desinforma­tie uit Rusland, zoals berichten dat de brand bij de Notre-Dame werd gesticht door aliens.
 ??  ?? Facebook informeert in de Advertenti­ebibliothe­ek over de herkomst, financieri­ng en het type campagne bij politieke advertenti­es.
Facebook informeert in de Advertenti­ebibliothe­ek over de herkomst, financieri­ng en het type campagne bij politieke advertenti­es.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands