Gegrilde piri-pirikip met aardappelchips
U heeft vast wel eens gehoord van piri-pirikip, want die staat bij diverse internationale restaurantketens op de kaart. De moderne versie van dit gerecht is iets totaal anders dan het origineel: gevlinderde kip die langzaam is geroosterd op houtskool, constant bedropen met hete, geurige boter. Het stamt uit de voormalige Portugese kolonie Mozambique, waar de hete piri-piripepers (malagueta) werden geteeld. Bereid dit op een houtskoolgrill, en u wordt meegevoerd naar dat verre tropische oord… maar u kunt ook uw gewone oven gebruiken! Versgebakken aardappelchips worden in heel Portugal gegeten als snack of bij sandwiches en kip van het spit. Traditioneel worden ze gezouten, maar er zijn tal van andere opties: diverse soorten zout, kruiden of chilioliën. U kunt ze op oneindig veel manieren een betere smaak geven.
Ingrediënten voor 4 personen
1 hele kip à 1,6 kg 2 laurierblaadjes 40 g boter 1 el cognac een grote hand fijngehakt peterselieblad zeezoutvlokken en versgemalen witte peper
Voor de piri-piripasta
6 teentjes knoflook gekneusd 1 rode chilipeper in dunne ringetjes 1 citroen grof in stukjes gesneden 6 el olijfolie zeezoutvlokken en gebroken zwarte peper
Voor de chips
3 middelgrote aardappels zoals Maris Piper of King Edward plantaardige olie om te frituren gehakte kruiden, aromatisch zout en aromatische oliën naar smaak 1 Vlinder de kip (of vraag uw slager dat voor u te doen), dat wil zeggen: verwijder de ruggengraat zodat u de kip helemaal plat kunt neerleggen en het vlees snel en gelijkmatig gaar wordt. Leg de kip met de borst op een plank met de poten naar u toe. Knip met een sterke keukenschaar aan beide kanten langs de ruggengraat, van de staart naar de kop, zodat u hem kunt verwijderen. Leg de kip opengevouwen neer op de andere kant en druk stevig op het borstbeen tot dat plat is. Maak aan beide kanten een paar schuine sneden in de borst. Bestrooi het vel royaal met zout en peper en leg de kip dan 2 uur in de koelkast, zodat het vocht eruit trekt, waardoor het vlees meer smaak krijgt en het vel tijdens het bakken krokanter wordt. 2 Maak de piri-piripasta: maal in een vijzel de knoflook, chilipeper, citroen en olijfolie met zeezout en witte peper fijn of pureer ze met een staafmixer of in een kleine keukenmachine. Wrijf de pasta rondom over het kippenvel en laat de kip, als daarvoor nog tijd is, 2 uur marineren. 3 Maak de aardappelchips: schil de aardappels en snijd ze op een mandoline in zo dun mogelijke plakjes. Spoel ze af in koud water om overtollig zetmeel te verwijderen zodat ze bij het frituren niet te snel bruin worden. Dep de plakjes droog met keukenpapier, leg ze in een schone theedoek en pers voorzichtig al het vocht eruit. 4 Vul een grote pan met dikke bodem voor een derde met olie en verhit die tot 165°C. Bak de aardappelplakjes in kleine porties 3-4 minuten tot ze gaar maar nog licht van kleur zijn. Schep de chips met een schuimspaan uit de pan. Verhoog de temperatuur van de olie tot 185°C en bak de chips dan nogmaals in porties tot ze goudbruin en krokant zijn. (Maak de pan niet te vol en laat de olie niet te heet worden.) Schep de chips weer uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier. Bestrooi ze vervolgens met zout en peper en welke smaakgever u nog meer wilt gebruiken. 5 Braad de kip: verwarm de oven voor op 220°C. Leg de laurierblaadjes op een bakplaat en leg de kip erbovenop. Zet de kip 45 minuten tot 1 uur in de oven, tot hij gaar is; bedruip hem tussentijds regelmatig. Neem de kip dan uit de oven en laat hem circa 15 minuten rusten op een warm bord. Giet alle braadsappen van de bakplaat in een pan, ook het heerlijke vet. Verwarm de braadsappen en voeg de boter en cognac toe. Laat het geheel 1-2 minuten pruttelen. Neem dan de pan van het vuur en roer de peterselie door de jus. Giet de jus over de kip en serveer het gerecht meteen. Geef de chips erbij.