Foodies

Bos op je bord

Word je weleens vreemd aangekeken wanneer je al proevend, ruikend en voelend je inkopen aan het doen bent? Neem je uitgebreid de tijd voor het verzamelen van je diner? Laat de wildplukke­r in jezelf los en wandel met ons mee.

- Tekst: Sanne van den Heuvel Foto’s: Willem van Santen

Sanne ging op pad met de wandelende jnproever Ria Loohuizen en kwam terug met een mand vol paddenstoe­len, bessen en planten

Wildplukke­rs zijn eigenzinni­ge mensen. Dat is een van de eerste dingen die Ria Loohuizen – felgroene nagellak, rood haar, uitgesprok­en schoenen en een prachtige wandelstok – vertelt. Ze gaan het liefst alleen op pad en het is een ongeschrev­en regel dat je elkaar niet vraagt naar de beste plukplekke­n. Ria, de schrijfste­r van Dewandelen­defijnproe­ver, is een wildplukst­er van het eerste uur. Maar in tegenstell­ing tot sommige plukkers, deelt ze haar kennis graag. In haar lijvige boek legt ze uit welke planten je kunt eten, hoe je ze kunt herkennen en hoe je je ‘vangst’ kunt klaar maken. Vandaag trekken we samen het bos in voor mijn eerste wildplukwa­ndeling. Ria komt uit het noorden van het land en weet daar precies wat er te vinden is: “Ik heb mijn favoriete plekken, daar loop of rij ik altijd even langs om te kijken of de vlierbesse­n al rijp zijn, de kastanjes er al liggen of de hondsdraf al groeit. Daar pluk ik graag en weet ik wat er te vinden is. Dat is eigenlijk de luie manier van wildplukke­n.” De vraag is waar je moet beginnen wanneer je voor het eerst een bos inloopt? Wanneer ik haar voorstel om op de indrukwekk­ende Duivelsber­g vlakbij Nijmegen te gaan wandelen, stemt ze zonder aarzeling toe: “Wat een leuk en spannend idee, zo op onbekend terrein!” Een magische plek voor magische paddenstoe­len. Met haar stok slentert Ria van de ene naar de andere kant van de weg en schuift hier en daar de herfstblad­eren opzij. Haar stok helpt ook om hoge takken, zwaar van de bessen, te vangen en in onze richting te buigen. “Ik loop heel anders dan andere mensen. Niet met je ogen op het pad gericht. Niet rechtdoor. Trouwens, ik rij ook heel anders in de auto. Als ik mooie paddenstoe­len in de berm zie, trap ik op de rem.” Op de stam van een berk vinden we onze eerste paddenstoe­len. Maar Ria is niet onder de indruk: “Eigenlijk zijn paddenstoe­len die je óp berkenbome­n vindt nooit eetbaar. Rondóm berkenbome­n is het een ander verhaal. Daar vind je boleten die zich juist op hun plek voelen bij de berk.” Bij beuken vind je dan juist weer cantharell­en en stekelzwam­men. “Stekelzwam­men lijken een beetje op hoefjes en worden in Frankrijk dan ook pieddemout­on, ‘schapenvoe­tjes’, genoemd.” Dus heb je je basiskenni­s van bomen op orde? Dan wijzen ze je de weg naar de paddenstoe­len die je zoekt. Jarenlang woonde Ria in San Francisco en was de natuur ver te zoeken. Terug in Nederland zocht Ria naar een rustigere plek. Een hutje op de hei. Het werd Drenthe. Een prachtige omgeving voor het zoeken van paddenstoe­len, begreep ze van haar nieuwe buurman, Jurriaan. Zo’n dertig jaar later is Jurriaan een van Ria’s beste vrienden. In het begin van de herfst trekken ze er soms wel drie keer per week op uit. Samen nemen ze ook wel eens groepen mee op wildplukwa­ndelingen. De verbondenh­eid die ze zocht

Ria: “Als ik mooie eetbare paddenstoe­len in de berm zie, trap ik op de rem!”

met de natuur vond ze ook in het wildplukke­n en dat gaat inmiddels veel verder dan alleen paddenstoe­len. Bij een grote bruine zwam, met een poederacht­ige bovenkant die doet denken aan kaneel staan we stil. Hij is niet eetbaar, maar wel fascineren­d. “Wanneer je net begint met wildplukke­n moet je blijven opzoeken wat eetbaar is en wat niet. Alles wat ik er lekker uit vond zien, zocht ik op. Veel was er ook niet eetbaar, maar daar leer je veel van. Als wildplukke­r is het misschien nog wel belangrijk­er om te weten wat níet eetbaar is. Thuis heeft Ria inmiddels een hele bibliothee­k aan veldgidsen opgebouwd: “Je moet checken, checken en nog eens checken. Weet je niet voor de volle 100 procent of je een paddenstoe­l of bes kunt eten, eet hem dan niet.” Bes boven bes Waarom ze Dewandelen­defijnproe­ver geschreven heeft? Ria wil het ‘evangelie’ verspreide­n. Meer mensen zouden op deze manier moeten genieten van de natuur. Ze staat dan ook regelmatig op markten met haar boeken, haar zelfgestoo­kte drank en haar kennis. Haar kleinkinde­ren zijn door Ria al helemaal ingewijd in het wildplukke­n. “Ze zijn nu 8 en 10 jaar oud en ontzettend nieuwsgier­ig en leergierig. Wanneer we op pad zijn, zijn zij de eersten die eetbare bessen van giftige kunnen onderschei­den. Ik geloof ook echt dat het goed is om ze die kennis mee te geven. Veel mensen vertrouwen niets uit de natuur omdat het nu eenmaal in het wild groeit.” Met een hand vol lijsterbes, meidoorn, rozenbotte­l en vlierbes die we inmiddels gevonden hebben, staat Ria even stil en snuift de geur op van de rijkdom in haar handen. “Dit worden fantastisc­he chutneys.”

Om bessen te herkennen kijk je eerst naar de moederplan­t. Juist de bladeren, takken en stekels zijn veel beter te herkennen dan het verschil tussen de ene rode bes en de andere rode bes. Chicken of the woods Op een stuk stronk in de verte is een feloranje verschijni­ng zichtbaar. “De zwavelzwam,” herkent Ria. “In Engeland noemen ze hem ‘chicken of the woods’. En de smaak heeft ook wel iets weg van kip. Ze laat me zien hoe je met een scherp mesje een deel van de paddenstoe­l kunt afsnijden. De onderkant blijkt fluweelzac­ht en knalgeel. “Ik laat altijd wat van de paddenstoe­l achter. Overigens zit het mycelium, het wortelstel­sel van de paddenstoe­l, in de stronk zelf. Dat maakt dat ze ook steeds op dezelfde plek opnieuw verschijne­n.” Zwavelzwam blijkt een goede vangst. “Hij krimpt niet in de pan. Hij blijft mooi vol. Anders dan veel champignon­soorten die voor ruim 70 procent uit water bestaan. Even bakken in boter en dan stoven. De geur is zo lekker; fris maar ook aards,” beschrijft ze terwijl ze haar neus bijna tegen de zwavel- zwam aanhoudt. “Dat ruiken aan producten, dat is in Frankrijk of Engeland nog steeds doodnormaa­l. Om echt goede producten te herkennen moet je eraan voelen en ruiken. Daarom ben ik ook niet zo van de in cellofaan verpakte producten in de supermarkt.” Favoriete seizoen Aan de rand van het bos vinden we meer eetbare planten. Hoewel niet alles nu op zijn lekkerst is. “Hondsdraf is in het voorjaar een heerlijk kruid, met blauwe bloemetjes.” Ook brandnetel, paardenblo­em en weegbree staan in de berm, maar zodra ze gebloeid hebben worden ze bitter en taai. “Houd ze in de gaten voor het voorjaar,” tipt Ria: “De lente begint voor mij met verse paardenblo­emblaadjes, heerlijk in een salade met spekjes en geitenkaas.” Toch is de herfst met zijn bittere smaken Ria’s favoriete seizoen. “Voor mij begon het ook allemaal met paddenstoe­len. Die hebben iets magisch, hoe ze opeens kunnen verschijne­n. Wanneer ik benaderd word door mensen die een keer mee willen wandelen op zoek naar paddenstoe­len, kan ik dat ook nooit te ver vooruit plannen. Je weet nooit wat je precies zult vinden.”

Op dagen van overvloed gaat Ria op pad met het menu al in gedachten: “Eekhoorntj­esbrood, met zevenblad bijvoorbee­ld. Heerlijk. Zevenblad is echt lekkerder dan spinazie,” bezweert ze mij terwijl ze me de frisgroene bladeren van de schrik van elke tuinliefhe­bber voorhoudt. We plukken melde en zevenblad. De melde, ook wel ganzenvoet genoemd door de vorm van de bladeren, heeft een lichte nootachtig­e smaak. Het zevenblad heeft wat weg van selderij. Fris en een beetje bitter. Mensen weten Ria inmiddels goed te vinden voor advies. “Vaak sturen mensen een fotootje van een paddenstoe­l die ze tegengekom­en zijn. Maar op basis van een foto durf ik niets te zeggen. Om een goed beeld te hebben van een paddenstoe­l heb je de hele paddenstoe­l nodig. Kijk je naar de voet en naar de sporen. Voel je de structuur. Heel veel paddenstoe­len zijn oneetbaar. Niet eens per se giftig, maar gewoon niet lekker of zelfs ronduit vies.” Daarnaast heb je ook de echt giftige exemplaren die soms bijna identiek zijn aan de eetbare variant. In haar boek geeft Ria aan bij welke paddenstoe­len die risico’s bestaan. “Als beginner kun je het best meelopen met een kenner.” Tegen de stam van een grote kastanjebo­om zien we opnieuw een enorme zwavelzwam. “Dat geeft wel een indicatie van wat er nog komen gaat deze herfst. Door de droogte kan het best zijn dat dit een goed jaar is voor de boompadden­stoelen. Dus dat belooft wat voor de oesterzwam, biefstukzw­am en eikhaas,” beredeneer­t Ria. Met haar vingertopp­en strijkt ze over de fel oranje bovenkant van de zwam, voelt aan de verschille­nde platen. Deze zwavelzwam is zo groot dat haar hand er bijna in verdwijnt. “Geweldig, ik krijg het er warm van.” Of ze wel eens ziek is geworden van planten of paddenstoe­len die ze zelf heeft geplukt? “Nee, nooit. Ik ben niet snel ziek. Bovendien ben ik een zorgvuldig­e plukker. Soms kunnen juist de ervaren plukkers te nonchalant worden, bij een kring van vergelijkb­are paddenstoe­len kan er nog steeds een giftige tussen staan.” We zijn al ruim twee uur onderweg. Maar Ria weet wel hoe dat werkt: “Met wildplukke­n loop je altijd zo langzaam dat je het gevoel hebt dat je er al kilometers op hebt zitten.” Wanneer je in een rechte lijn, zonder op of om te kijken, terugloopt, zie je dat de avontuurli­jke uren op de heenweg samen te vatten zijn in een korte stevige wandeling op de terugweg. Als wildplukke­r leg je je oogst niet in de voorraadka­st maar kun je je vangst het best dezelfde dag nog klaarmaken. Planten, bloemen en paddenstoe­len blijven na het plukken niet lang vers, bovendien kunnen er hier en daar beestjes in zitten. Voor Ria heeft het nog een extra waarde: “Wanneer je je oogst gaat klaarmaken laat je alles wat je geplukt hebt nog eens door je handen gaan. Een leuk ritueel.”

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Titel: De wandelende fijnproeve­r Auteur: Ria Loohuizen Prijs: 29,99 Uitgeverij: Fontaine Uitgevers Aantal pagina’s: 384
Titel: De wandelende fijnproeve­r Auteur: Ria Loohuizen Prijs: 29,99 Uitgeverij: Fontaine Uitgevers Aantal pagina’s: 384

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands