Rijsttaartjes met boekweit en bramen
Bereidingstijd: ca. 1 uur en 30 min. + wachttijd Per portie: ca. 452 kcal 10 g eiwit 18 g vet 16 g koolhydraten
Ingrediënten voor 8 personen
850 ml volle melk 300 ml slagroom 50 g suiker 1 laurierblaadje ½ vanillestokje gespleten ½ citroen biologisch, geraspt zout 100 g dessertrijst 20 g zachte boter om in te vetten bakpapier
Voor de bodem
2 eieren geklutst ½ tl zout 2 el rietsuiker 50 g boter gesmolten 300 g + extra boekweitmeel vershoudfolie
Voor de bramencoulis
150 g bramen 1 el suiker evt. 1 tl citroensap 1 takje citroentijm gerist 1 Breng de melk met de slagroom, de suiker, het laurierblaadje en het vanillestokje in een pan net niet aan de kook. Neem van het vuur en laat zo lang mogelijk, maar minimaal 15 minuten trekken. 2 Meng voor de bodem de eieren, 40 ml water, het zout, de rietsuiker en de gesmolten boter. Voeg geleidelijk 300 g boekweitmeel toe. Kneed op een met meel bestoven werkblad door tot een niet kleverig deeg. Voeg eventueel meer boekweitmeel toe. Verpak het deeg in vershoudfolie en leg ca. 30 minuten in de koelkast. 3 Schenk de melk door een zeef in een schone pan. Voeg de citroenschil, een snufje zout en de dessertrijst toe. Roer goed door en kook onder af en toe roeren ca. 1 uur op laag vuur, tot de rijst gaar en de saus glanzend is. 4 Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Rol het deeg op een met meel bestoven werkblad zo dun uit dat er 8 cirkels uit kunnen die 8 taartvormpjes (10-12 cm Ø) kunnen bekleden. Vet de vormpjes in met de boter en bekleed ze voorzichtig met het deeg. Maak 8 proppen van bakpapier en leg de proppen op het deeg. Bak het deeg in ca. 5 minuten blind in de oven. Verwijder het bakpapier en bak het deeg nog ca. 2 minuten. Verdeel steeds 3 el van het rijstmengsel over elke deegbodem en bak ca. 10 minuten in de oven. 5 Verhit de bramen met de suiker en een scheutje water ca. 5 minuten in een pan. Voeg indien de bramen erg zoet zijn eventueel 1 tl citroensap toe. Verdeel het bramenmengsel over de warme rijstvulling. Bestrooi met de citroentijm.
Gegrilde aardappelschotel met knoflook en kruiden
Bereidingstijd: ca. 35 min. Per portie: ca. 204 kcal 5 g eiwit 10 g vet 22 g koolhydraten
Ingrediënten voor 4 personen
3 el olie 3 grote sjalotten in plakken zout en peper 400 g aardappels ongeschild, in dunne plakjes 400 g courgette in plakken van 1 cm 1 teentje knoflook gesnipperd zeezout 2 el dille gehakt 2 el koriander gehakt 2 el basilicum gehakt 150 g yoghurt
el korianderzaad geroosterd, gekneusd 1 Verwarm de oven voor ( elektrisch: 180° C / hetelucht: 160° C). Schenk de olie in een braadslee en verhit hem in de oven. Voeg de sjalot toe, bestrooi met zout en peper en bak ca. 5 minuten tot de sjalot begint te verkleuren. 2 Voeg de aardappels toe en bestrooi ze met zout en peper. Verdeel de courgette eroverheen en bestrooi met zout en peper. Verhoog de oventemperatuur (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Bak 20-30 minuten. De aardappels moeten zacht zijn en de courgette licht verkleurd. Als de aardappels wel zacht zijn, maar de courgette nog bleek, verhit dan de grill en gril ca. 5 minuten. 3 Maal de knoflook met een snufje zeezout in een vijzel tot een pasta. Voeg de dille, de koriander en het basilicum toe en maal fijn. Verdeel de kruidenpasta over de groenten. Schakel de oven uit en laat de groenten ca. 5 minuten in de oven staan. 4 Meng de yoghurt met het korianderzaad en een snufje zout. Voeg eventueel wat water toe om de yoghurt los te maken. Roer de groenten en de kruidenpasta in de bakplaat voorzichtig om en serveer met de korianderyoghurt.
Willem: “Dit gerecht is ook koud lekker met een stuk knapperig brood na een lange dag.”