Appels uit de Alpen
Zuid-Tirol kennen we van de frisse wijnen en het knapperige schüttelbrot, maar in de herfst is het er appels wat de klok slaat; de klok van Kaltern, de klok van Meran en de klok van Tirol. We bezochten bergdorpjes, appelboomgaarden en keukens in het dal van de rivier de Etsch om te ervaren wat de appels uit Zuid-Tirol zo bijzonder maakt.
Gelegen tegen de zuidelijke Alpen in het noorden van Italië heeft Zuid-Tirol een ideaal klimaat voor twee zaken: druiven en appels. De dagen zijn warm door Mediterrane invloeden vanuit het zuiden. De nachten zijn koud vanwege de bergen in het noorden en het is een droog klimaat waardoor ze weinig last hebben van schimmels, de grootste vijand van de druiven- en appelteelt. De druiven groeien vooral op de berghellingen, maar in het dal zie je van de late zomer tot de vroege herfst appelboomgaarden in bonte kleuren zo ver als het oog reikt. We trappen af in het dorpje Kaltern bij de Kalterer See - het warmste meer van Italië - en ontmoeten Stefan Moser bij restaurant Haus am Hang. Stefan is de zoon van een appelboer en werkt bij Marlene, het overkoepelende appelmerk van de regio. Hij neemt ons mee op sleeptouw door de wereld van Zuid-Tiroolse appels.
Appel-talk
Het restaurant heeft een lunch bereid in het teken van appels: een cocktail van appelsap, koolrabi en wodka, ravioli met appel en speck (gerookte ham uit Zuid-Tirol), speenvarken met appelsaus en frisse appelsorbet na. De tafels zijn versierd met stapels gele golden delicious, rode royal gala’s, groene granny smiths, glanzende fuji’s, donkerrode red delicious, stevige breaburns en knapperige stayman winesaps. “Zuid-Tirol is al honderdvijftig jaar een appelgebied,” vertelt Stefan aan tafel. “Rond 1850 kregen we de rivier de Etsch onder controle door hem in vaste banen te leiden en werd het mogelijk in het dal appels te telen. Niet veel later maakte de komst van het treinspoor export van de appels mogelijk en werden ze geëxporteerd tot aan Sint-Petersburg toe. Nu is het het grootste en belangrijkste appelgebied van Europa.” “Waarom alleen appels en geen peren?” vraag ik. “Italianen houden van zachte abate-peren en die groeien niet in Zuid-Tirol. Peren worden zuidelijker in Emilia-Romagna gekweekt,” vertelt Stefan. “De appelboeren zijn verenigd in de VOG, een vereniging van vijfduizend telers. Mijn vader is daar een van. Omdat veel van de appelboeren klein zijn, maar een paar veldjes hebben, is het handiger om samen te werken.” Na de appellunch rijden we verder het dal in richting de hoog opdoemende bergen naar het plaatsje Terlan voor een bezoek aan het kantoor van de VOG en een gesprek met directeur Gerhard Dichganz. “We zijn druk bezig onze appels uit Zuid-Tirol in de Benelux op de markt te brengen,” doet hij uit de doeken. “Net als in vijftig andere landen wereldwijd. Marlene is een overkoepelend merk voor verschillende soorten appels, waarmee we de kwaliteit en de herkomst ervan kunnen garanderen. Marlene appels uit Zuid-Tirol zijn zo smaakvol en sappig vanwege het unieke klimaat en onze hoge kwaliteitsstandaard. Met de variëteit aan soorten kunnen we de markten in andere
landen aanvullen.” “Wat maakt de standaard van de VOG zo hoog?” vraag ik. “We maken gebruik van geïntegreerde fruitteelt, wat wil zeggen dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen zoveel mogelijk beperkt wordt,” vertelt Dichganz. “Daarnaast hebben we ook veel biologische teelt. Maar denk niet dat daar geen nadelen aan kleven. Bij biologische teelt moet veel meer van de oogst weggegooid worden. En het gebruik van natuurlijke middelen tegen schimmels, zoals koper en zwavel, is nadelig voor het milieu. Er is veel discussie gaande of biologische teelt wel duurzaam is. De meest duurzame oplossing is het ontwikkelen van schimmelresistente appels, waarbij helemaal geen middelen nodig zijn. Daar werken we nu hard aan, op basis van wilde zure appels uit Kazachstan, de genetische geboortegrond van de appel.”
Het Apfelhotel
De volgende dag is het tijd om zelf de boomgaard in te duiken en appels te plukken. We rijden op de fiets een stuk van de appelroute – tip voor fietsliefhebbers – langs ontelbare boomgaarden kronkelend omhoog richting Saltaus im Passeiertal. Bij het Apfelhotel van de familie Pichler kunnen de bovenbenen even rusten en worden we door broer en zus Martin en Maria verwelkomd met koudstaande ice tea met sap van golden delicious en granny smith. Naast het hotel, dat is ingericht naar de vier appelseizoenen, bloei, oogst, verwerking en de rustige winter, ligt een grote appelboomgaard. “Het was oorspronkelijk het boerenbedrijf van onze vader,” vertelt Maria. “We gebruiken het naast het hotel nog steeds als volwaardig appelbedrijf. Gasten kunnen het hele Zuid-Tiroolse appelproces ervaren, meedoen aan de pluk en een eigen boom adopteren.” Broer Martin produceert appel- cider van granny smith en daarnaast maken ze appelazijn, appelmostarda en appelchutney. Het is een soort appel-rustoord met alles erop en eraan: luxe hotel, restaurant met terras, zwembad, sauna, landwinkel, boomgaard en bovenal een schitterend uitzicht in welke richting je ook kijkt. Martin en Maria beloven ons een lekkere lunch, maar daarvoor moeten we wel eerst de handen uit de mouwen steken.
Appels plukken
Stefan toont ons de kist die vol moet. “Dit is de standaard kist die we rondom Meran gebruiken, voor driehonderd kilo appels. De boeren brengen de appels in deze kisten naar de coöperatieve in Meran. Daar worden ze gekoeld tot twee graden, geselecteerd
“de netten die over de appelbomen gespannen zijn houden het felste zonlicht tegen en beschermen de appels tegen hagel.”
op kleur en grootte en bewaard in een vacuümruimte met twee procent zuurstof. Dan blijven ze optimaal.” Hij laat zien hoe je een appel plukt, met een rustige, draaiende beweging waarbij het steeltje aan de appel blijft zitten. Het plukken moet met de hand, maar om het te vergemakkelijken doe je het staand op een zelfrijdende hoogwerker. Op de hoogste stand sta je met je hoofd net onder de netten die over de appelbomen gespannen zijn. “De netten houden het felste zonlicht tegen en beschermen de appels tegen hagel,” legt Stefan uit. “Het hagelt regelmatig in Zuid-Tirol. Bij de appels van de buitenste bomen kun je zien dat ze deukjes opgelopen hebben. Die appels worden voor sap gebruikt. De bomen worden slank gehouden, zodat het fruit het meeste zonlicht vangt. Na vier jaar zijn ze volwassen en na twintig jaar is het tijd om ze te vervangen.” De boomgaard strekt zich uit in lange rijen van elk verschillende soorten appels; granny
“Marlene appels uit Zuid-Tirol zijn zo smaakvol en sappig vanwege het unieke klimaat en onze hoge kwaliteitsstandaard.”
smith, royal gala, golden delicious en zo verder. “Elke appelsoort heeft een andere plukperiode en de pluk moet binnen een tijdsbestek van twee weken gebeuren. Veel boeren hebben daarom meerdere soorten, zodat ze niet alles in één keer hoeven te plukken,” verklaart Stefan. We plukken erg mooie royal gala’s, die precies in het seizoen zijn, en langzaamaan begint de kist zich ermee te vullen. De appels moeten we voorzichtig uit de schoudertassen in de kist leggen om geen beschadigingen te maken. Als beloning voor het harde werk krijgen we een heerlijke lunch met de lekkerste porcini die ik ooit gegeten heb, risotto met appel, kaiserschmarrn met appel en de appelcider van Martin om het weg te spoelen. Gelukkig loopt de weg op de fiets terug naar Meran naar beneden.
Appelkuren
Om ons dan ook maar helemaal onder te dompelen in de appels heeft Zuid-Tirol nog een laatste verrassing in petto. En wel in de thermen van Meran. Want appels zijn niet alleen gezond om te eten, ze zijn ook goed om de huid mee te behandelen. Meran staat van oudsher bekend als kuurstad van de Habsburgse adel. In het grote, indrukwekkende spa-gebouw van de thermen kun je serieus kuren. Liggend in een bubbelende wolk van appelzeepschuim stijgen de appels me naar het hoofd en na een hardhandige peeling loop ik weer als nieuw en fris als een appel de deur uit.
Kijk voor meer informatie over Marlene appels en recepten op marlene.it