Foodies

Toffe tempeh

Twee vrienden, één doel: plantaardi­ge producten maken die zowel lekker, voedzaam als makkelijk te bereiden zijn. Aan de keukentafe­l in Amsterdam ontstond het idee om tempeh van Franse lupinebone­n te maken en zo zetten Daan en Florian vier jaar geleden hun

- Tekst: Yvonne Doorten Fotografie: Willem van Santen

Twee mannen, één doel: lekker plantaardi­g eten maken. Lees het verhaal van BUMI.

“Wil je misschien wat tempeh proeven?”, sprak Florian me aan op VeggieWorl­d in Utrecht begin dit jaar. Ik liep net een uurtje tussen de kraampjes en had al twee soorten suikervrij­e limonade, vier verschille­nde vegan kazen, een bossche bol met sojaslagro­om en ijs van amandelmel­k op, maar tempeh? Ja hoor, dat gaat er nog wel in. Terwijl Florian het bakje volschept met kokoscurry met Indiase tempeh, raak ik aan de praat met zijn compagnon Daan. Zijn verhaal, twee vrienden die vanuit persoonlij­ke overtuigin­g tempeh zijn gaan maken, interessee­rt me. Ik keer met drie verpakking­en tempeh terug naar huis en mail Florian dezelfde week nog: ‘ tijd om af te spreken?’

De afspraak kwam er. Samen met Willem reis ik af naar de proefkeuke­n van BUMI in Amsterdam. Dit is de plek waar tegenwoord­ig nieuwe producten worden getest en geproefd, maar voor de oorsprong van de tempeh moeten we terug naar het kloppende hart van het merk; de teken-, eh keukentafe­l. Met een kopje koffie op zaterdagmo­rgen raakten de twee vrienden een jaar geleden aan de praat. Over hun gezamenlij­ke liefde voor outdoor sport en natuur, maar ook over gezonde en eiwitrijke voeding die paste bij die actieve levensstij­l. In hun eetpatroon, dat langzamerh­and steeds plantaardi­ger werd, misten ze vooral één ding: variatie. Florian: “Er zijn heel veel vleesverva­ngers op de markt, maar veel daarvan zijn op basis van soja. Los van alle verhalen over de duurzaamhe­id en de gezondheid­seffecten van soja, knaagde bij ons vooral het gebrek aan variatie in ons plantaardi­ge eetpatroon. Je eet toch ook niet elke dag broccoli, waarom zou je dat dan wel met een peulvrucht doen? Dat besef heeft ons aan het denken gezet of we zelf niet iets zouden kunnen maken dat rijk is aan eiwitten en tegelijker­tijd toegankeli­jk is om te maken en te eten.”

Van vlees naar tempeh

Het idee om zelf een product te maken, kwam overigens niet uit de lucht vallen. Voordat de twee zich gingen verdiepen in de plantaardi­ge keuken, hielden ze zich bezig met het verkopen van biologisch vlees. Florian: “Dat concept is ontstaan vanuit een eerdere behoefte om mensen op een holistisch­e manier maatadvies aan te bieden op het gebied van sport en voeding. Toen we in 2016 met dat idee bezig waren, realiseerd­en we ons steeds meer dat eten daar een essentieel onderdeel van is. Daarom hebben we besloten om het maatadvies om te zetten in een voedingsco­ncept.”

De mannen aten op dat moment allebei nog regelmatig vlees, mede vanuit de overtuigin­g dat het voor sporters belangrijk is om genoeg eiwitten

binnen te krijgen. Maar ondanks die behoefte, wilden ze de bio-industrie niet steunen. De drempel om biologisch vlees te kopen moest omlaag en ze startten met aanbieden van pakketten met biologisch-dynamisch rundvlees. “Hoewel we dit twee jaar met veel succes hebben gedaan, zagen we ons eigen eetpatroon langzaam veranderen. We gingen steeds plantaardi­ger eten en op een gegeven moment rijmde dat niet meer met wat we aan het doen waren. Als we zelf geen vlees meer aten, waarom zouden we onze tijd en energie dan stoppen in het aanbieden van vlees? Waarom kijken we niet naar een product dat de toekomst heeft?”, aldus Florian. Dit idee in combinatie met de behoefte aan plantaardi­ge variatie, leidde tot de tempeh van eigen hand.

Franse lupinebone­n

Terwijl ik helemaal opga in het verhaal van Florian en de ondernemer­sgeest van deze mannen, vergeet ik even waarom ik vandaag in de testkeuken ben: om zelf tempeh te leren maken. Terwijl Daan de benodigdhe­den zoals de bonen, water en schimmel klaarzet, lokken de bruinwitte lupinebone­n m’n ogen meteen. Ze lijken veel op witte bonen, maar dan wat ronder en platter. Ik heb ze nog nooit eerder gezien en vraag me af hoe zij bij lupine zijn uitgekomen. “Als je zoekt op eiwitrijke peulvrucht­en, kom je lupinebone­n al gauw tegen. We kenden het allebei niet, maar hadden wel meteen het vertrouwen dat je hier mooie tempeh van zou kunnen maken. We wisten al dat je ook van kikkererwt­en en zwarte bonen tempeh kon maken, dus waarom dan niet van lupinebone­n?”, vertelt Florian.

Ik probeer me in te beelden hoe zo’n experiment dan gaat; beiden aan weerszijde­n van de keukentafe­l met een zak lupinebone­n voor jullie en pellen maar? Daan: “Eigenlijk wel ja haha! We zijn gewoon gaan zitten en gaan pellen. Iedere boon apart met de hand. Een hels karwei. Ik denk dat we 200 gram tempeh hebben gemaakt en toen dachten: dit is veel te arbeidsint­ensief.” Bij de woorden ‘pellen’ en ‘met de hand’ slaat de schrik me even om het hart. Ik kijk naar m’n nagels, naar de bonen, naar m’n horloge en dat alles nog een keer. Daan lacht. “Inmiddels maken we gebruik van granulaat, dat zijn bonen die al gepeld zijn.” “Gelukkig”, zucht ik. “Laten we gauw beginnen.”

Weken, koken, vullen

De stappen bij het maken van tempeh zijn niet ingewikkel­d, maar de volgorde is essentieel. Daan: “Van de bonen maken we eerst granulaat. Dat doet een partner voor ons. Door middel van hitte schrikt het velletje van de boon waardoor het loslaat. De gepelde bonen laten we vervolgens langere tijd weken.” Omdat er voor het weken uren tot dagen overheen gaan, heeft Daan al wat voorwerk gedaan en kunnen we meteen door naar stap 2: het koken. De gepelde bonen gaan in een pan met water en worden helemaal zachtgekoo­kt. Terwijl de minuten op de kookwekker wegtikken, zie ik de kleur van de bonen steeds meer veranderen. Van de bleke witte lupine is niks over, dit lijkt meer op maïs, maar dan ongelijker. “Proef maar”, raadt Daan me aan. Het smaakt naar, tja, boon? Daan ziet de teleurstel­ling op m’n gezicht. “Als hij straks is gefermente­erd proef je een beetje citrus en wat zoetigheid. In tegenstell­ing tot sojatempeh, is lupinetemp­eh wat minder weeïg.” Ik moet dus gewoon nog even geduld hebben.

Na het koken, spreiden we de bonen uit over een theedoek in een grote witte bak. “Normaal drogen we de bonen in grote machines, maar op een theedoek verliest hij ook snel vocht.” Terwijl mijn geduld verder op de proef wordt gesteld, wil ik weten hoe je zo’n nieuw product nou eigenlijk in de markt zet. Florian: “Een van de afnemers van

Florian: “Er zijn heel veel vleesverva­ngers, maar veel daarvan zijn op basis van soja. We misten variatie.”

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands