Hallo Logic
Ben je bekend met GarageBand, dan is de interface van Logic Pro al enigszins vertrouwd. Toch kan het overvolle venster wat overweldigend zijn. Wij tonen de belangrijkste knoppen en onderdelen voor de beginnende pro.
Instrumentenbibliotheek 1
De knoppenbalk boven in het venster wordt de Control Bar genoemd. Helemaal links vind je de knop voor de instrumentenbibliotheek, of Library in het Engels. Via deze knop open je net als bij GarageBand een verzameling softwareinstrumenten en verschillende presets voor audiosporen als je gitaar, bas of zang.
Snelle hulp 2
De knop met het vraagteken is je grootste vriend als je voor het eerst met Logic aan de slag gaat. Deze opent namelijk een klein Quick Help-venster. Zet de muiscursor boven een knop of optie en je ziet hierin kort uitgelegd wat deze doet. Wil je de complete handleiding van het programma inzien, klik dan in de menubalk op ‘ Help>Logic Pro Help’.
Smart Controls, Mixer en Editor 3
Deze drie knoppen openen onderdelen onder in het venster. Met de linker open je de Smart Controls, waarmee je met een aantal draaiknoppen gemakkelijk de effecten van een spoor aanpast. De middelste is voor de Mixer die bij punt 10 wordt besproken. De rechter (het schaartje) opent de Editor, waarin je onder andere de gespeelde noten van software-instrumenten aanpast.
Afspelen en opnemen 4
De afspeelknoppen komen je ongetwijfeld bekend voor. Hiermee speel je je project af of pauzeer je dit. Klik op de knop met het rode rondje om op te nemen – of druk simpelweg de R-toets in op je toetsenbord. Via de knop met de pijltjes kun je een gedeelte van het project als een lus afspelen, handig als je achteraf aanpassingen wilt doen of de perfecte take probeert op te nemen.
Lcd 5
De display toont je verschillende projectgegevens, zoals het tempo, de maatsoort en of er niet te veel van de processorkracht van je Mac gevraagd wordt. Ctrl- klik op het display en kies voor ‘Customize Control Bar and Display’ om aan te passen wat er weergegeven wordt – zowel in de display als over de gehele Control Bar.
Stemapparaat, solo, metronoom en 6 aftellen
Direct rechts van de display vind je de knop om een stemapparaat te openen en een knop om een spoor solo af te spelen. Om op het juiste moment in te vallen activeer je de 1234-knop om de metronoom vier tellen vooraf te laten geven. De metronoom-knop daarnaast zorgt ervoor dat de metronoom daarna blijft doorklinken, of juist niet.
Loops en media 7
Wil je gebruikmaken van korte audiofragmenten (loops) die Apple gratis beschikbaar heeft gesteld, of mediabestanden die je op je Mac bewaart? Je vindt ze onder de knop met de looping en die ernaast. Sleep ze in de tijdlijn om ze aan je project toe te voegen.
Workspace 8
In de tijdlijn, door Logic Workspace genoemd, staan alle aangemaakte sporen en opnames. Hier zet je de afspeelkop op het punt in de tijdlijn waarvan je wilt opnemen of afspelen en selecteer je sporen om ze te bekijken en bewerken in de Inspector, Mixer, Editor of het Smart Controls-venster. Sporen en spoorfragmenten kun je gemakkelijk verslepen en met een Ctrl- klik open je een pop-upmenu met een veelvoud aan verdere (bewerkings)opties.
Inspector 9
In het onderdeel Inspector zie je in de linkerhelft in één oogopslag de specificaties van het geselecteerde spoor. Zo zie je welke input er gebruikt wordt, welke effect plug-ins er ingesteld zijn en hoe hoog het volume ingesteld is. Deze elementen kun je vervolgens gemakkelijk aanpassen door erop te klikken of ze te verschuiven. De rechterhelft van de Inspector is gereserveerd voor het masterspoor. Het masterspoor is waar alle individuele instrumentsporen samenkomen om een geheel te vormen. Hier houd je onder andere bij of het totale volume van het nummer niet te hoog wordt en gaat oversturen. Ook op dit spoor kun je effecten toepassen om bijvoorbeeld bepaalde frequenties te accentueren of de mix ruimtelijker te maken.
Mixer 10
Waar de Inspector je slechts het geselecteerde spoor laat zien, zie je in de Mixer alle sporen van je project. Zo kun je razendsnel de onderlinge volumes afstellen of effecten aanpassen. Met de knoppen ‘ M’ en ‘ S’ zet je een spoor respectievelijk op stil of speel je deze juist solo af. Op de schermafbeelding zie je voornamelijk de volumeschuiven, maar scrol omhoog en je komt bij alle effecten en plug-ins. Boven de Mixer kun je eventueel aangeven welk type spoor je zichtbaar wilt hebben.
Advanced Tools 11
Boven de tijdlijn staan nog de nodige opties weergegeven, waarvan een aantal onder de Advanced Tools vallen. Het kan zijn dat je deze eerst nog even aan moet zetten via ‘ Logic Pro X> Preferences>Advanced Tools’. Handig is het uitklapmenu achter ‘ Snap’, waarmee je aangeeft of en hoe spoorfragmenten zich aan het raster van de tijdlijn ‘vastbijten’ bij het verplaatsen. Via de knop met de muiscursor en die met het schaartje kun je instellen wat een muisklik en Ctrl- klik doen. Met de schuifjes rechts zoom je in- en uit op de spoorfragmenten en tijdlijn.