MagSafe Duo-oplader laadt minder snel dan verwacht
De MagSafe en MagSafe Duo zijn de twee nieuwe draadloze opladers van Apple. De eerste laadt alleen een iPhone 12 (Pro) draadloos op, en de Duo kan tegelijkertijd een iPhone 12 en Apple Watch van stroom voorzien. Op het moment van schrijven is de MagSafe Duo nog niet uitgebracht, maar nu al stelt hij een beetje teleur. Het accessoire blijkt iPhones niet te kunnen opladen met het volledige vermogen van 15 watt. En dat is best teleurstellend voor een oplader die € 149 kost …
Maximaal 14W
Dat de MagSafe Duo niet oplaadt met het volledige vermogen, blijkt uit de productbeschrijving op de website van Apple. Daar valt te lezen dat het opladen gebeurt met een vermogen van maximaal 14 W. Dat is minder dan de draadloze laadsnelheden van 15 W die door de iPhone 12-modellen worden ondersteund. Opvallend is dat je ook een enorm krachtige oplader nodig hebt om de 14 W te bereiken. De adapter moet een vermogen hebben van 27 W of meer – vergelijkbaar met de oplader die je bij aankoop van een MacBook Air krijgt. Gebruik je een 20W- oplader, dan haalt de MagSafe Duo snelheden van slechts 11 W.
De oplader moet je nog afzonderlijk aanschaffen. De beste optie bij Apple is daarvoor de usb- lichtnetadapter van 30 W, die bij de MacBook Air wordt geleverd. Ook deze prijs is niet misselijk: € 55. Zo moet je ruim tweehonderd euro uitgeven voor de hoogste laadsnelheid, en krijg je er geen topsnelheid voor terug.
Goedkoper en beter
De reguliere MagSafe- oplader – die één apparaat kan opladen en € 45 kost – haalt overigens wel de hoogste snelheid van 15 W. En dat met een 20W- oplader. Dat is minder vreemd dan het klinkt.
Het MagSafe-systeem zit eenvoudiger in elkaar, aangezien het apparaat stroom levert aan één in plaats van twee apparaten. Het is dan gemakkelijker om hogere laadsnelheden te bereiken.
iPhone 12 mini
Van de vier nieuwe iPhones is er één model waarbij de MagSafe de hoogste laadsneleden sowieso niet bereikt: de 12 mini. Die is volgens Apple draadloos op te laden met een vermogen van maximaal 12 W. Verder gaf Apple in een document wat belangrijke instructies voor de MagSafeoplader. Het is de bedoeling dat je eerst de stekker van de oplader in het stopcontact steekt, en dan pas de iPhone erop legt. Doe je het andersom, dan kan de oplader de maximale snelheid van 12 of
15 W niet bereiken. In geval van twijfel haal je de iPhone van de MagSafe, trek je de stekker uit het stopcontact en sluit je de boel op de juiste manier aan. Verder wordt het opladen beperkt tot 7,5 W als je Lightning-accessoires hebt aangesloten op de iPhone, bijvoorbeeld EarPods.
Zo betaal je ruim tweehonderd euro en krijg je er geen topsnelheid voor terug.
De nieuwe Macs met M1- chip overtreffen alle verwachtingen. Is het dan alleen maar hosanna? Voor wie ook Windows wil gebruiken op een Mac, misschien niet. Bij de overstap naar de processor van Apple gaat de ondersteuning van Boot Camp verloren, software waarmee je Windows op de Mac laat draaien. Of die ondersteuning nog komt, ligt volgens Apple aan Microsoft. De M1- chip van Apple gebruikt de zogeheten ARM-architectuur en is daarom niet compatibel met de x86-architectuur die Windows standaard gebruikt.
‘ Macs zijn er toe in staat’
In een interview meldt Craig Federighi – hoofd softwareontwikkeling bij Apple – dat de ARMversie van Windows technisch in staat is om native op de Macs te draaien, maar dat het aan Windows ligt of deze mogelijkheid er komt. ‘ We hebben de kerntechnologieën om de ARM-versie van Windows uit te voeren’, zegt hij. ‘ Maar dat is een beslissing die Windows moet maken. De techniek heeft een licentie nodig, zodat de software kan draaien op deze Macs. Maar de Macs zijn er zeker heel goed toe in staat.’ Microsoft heeft inderdaad al een versie van Windows 10 voor ARM-processors ontwikkeld. Hierdoor draait de software al op verschillende laptops met een ARM-processor, zoals die van Asus, HP en Lenovo.
Geheimzinnig
Het is dus niet de vraag of het kan, maar of Microsoft het zal toestaan. In de huidige licentie staat dat Windows 10 voor ARM-processors vooraf op het apparaat moet worden geïnstalleerd, wat natuurlijk niet het geval is bij de Macs met M1- chip – waar macOS Big Sur natuurlijk het standaard besturingssysteem is. Nieuwssite The Verge heeft aan Microsoft gevraagd of ze van plan zijn het beleid te wijzigen, maar het bedrijf reageerde daar geheimzinnig op. ‘ We hebben op dit moment geen nieuws te delen.’
In het interview suggereerde Federighi verder dat Windows in de cloud in de toekomst een mogelijke oplossing is. Ook benadrukte hij dat gebruikers CrossOver kunnen inschakelen om Windows-apps op de Mac te draaien. CrossOver is software waarbij de Windows-API wordt vertaald naar het equivalent op de Mac. Hierdoor kun je een Windows-app op de Mac draaien zonder Windows te hoeven installeren.
En VMWare of Parallels dan?
Naast Boot Camp is er nog een manier om Windows op je Mac te krijgen: met behulp van virtualisatiesoftware. VMWare en Parallels zijn daar populaire programma’s voor. Op dit moment is het niet mogelijk om de programma’s op een Mac met M1- chip uit te voeren. Ze moeten volledig worden herschreven om ondersteuning op de ARM-Macs mogelijk te maken. Dat gaat ook gebeuren. Parallels werkt momenteel aan een nieuwe versie van zijn virtualisatiesoftware om ondersteuning mogelijk te maken, zo bevestigde het bedrijf eerder. Het krijgt hiervoor zelfs hulp van Apple. Ook VMWare Fusion heeft aangekondigd te werken aan een versie voor Apple’s M1. Het is nog niet bekend wanneer we de software kunnen verwachten.
Het is niet de vraag of het kan, maar of Microsoft het zal toestaan
Adobe, Office en Chrome zijn er (bijna) klaar voor
Er zijn nog bijna geen macOS-apps van derden geschreven voor de Macs met M1chip. Dat is op zich niet zo erg. De emulator Rosetta 2 vertaalt programma’s met Intel- code rechtstreeks voor de nieuwe M1-processor, en dat gaat gepaard met weinig snelheidsverlies. Naar schatting is dit ongeveer twintig procent. Toch zijn allerlei grote ontwikkelaars volop bezig met een versie die geschreven is voor de M1- chip van Apple, waardoor de apps nóg sneller en soepeler werken. Adobe heeft al de eerste bèta (testversie) van Photoshop voor M1 uitgebracht. Microsoft stelde al een testversie beschikbaar van Mac Office 2019. En Google bracht de ARM-versie van Chrome 87 zelfs al uit.