Schaduweconomie
Airbnb, Uber, Snappcar. De nieuwe online ‘deeleconomie’ groeit spectaculair. Maar de Belastingdienst doet niet mee.
Belasting over 70 procent
Volgens Van Tol is er maar één deelplatform waarover wél iets duidelijk is en dat is Airbnb. Eenieder die (een ruimte in) zijn koopwoning verhuurt is namelijk verplicht om over 70 procent van die inkomsten belasting te betalen. Dat tikt aan, want daar geldt gewoon het inkomstenbelastingtarief dat afhankelijk van het inkomen minimaal 36,55 en maximaal 52 procent bedraagt.
Die straffe belastingvoet roept een hele andere vraag op. Wordt die belasting niet massaal ontdoken? Airbnb-verhuur wordt een stuk minder aantrekkelijk als de regels van de Belastingdienst gevolgd worden. Cijfers van Airbnb over Amsterdam tonen dat 14.200 Amsterdammers in 2015 hun woning via de website verhuurden en er dat jaar gemiddeld 3.800 euro mee verdienden. Iemand met een modaal inkomen had van die 3.800 euro 40,8 procent (ruim 1.500 euro) aan de fiscus moeten afdragen.
Volgens onderzoekers van het Rathenau Instituut is het antwoord op die vraag evident. „Wetende dat platformen geen gegevens verstrekken aan de Belastingdienst vanwege de privacy van aanbieders, zal lang niet iedereen zich bekommeren om zijn fiscale plicht.” Maar of dat echt zo is? En hoe groot deze nieuwe schaduweconomie dan is? NRC klopte aan bij de Belastingdienst voor meer duidelijkheid en stelde een trits vragen over de deeleconomie, onder meer of de Airbnb-boost in Amsterdam terug te zien is in de belastingaangiftes van Amsterdammers, welk beeld er bij de fiscus bestaat over de belastingmoraal van deelnemers aan de ‘deeleconomie’ en of men bij de Belastingdienst al vooruitgang heeft geboekt sinds het interne onderzoek verscheen over de worstelingen met de interneteconomie. Het antwoord: het zijn allemaal vragen waar de Belastingdienst „om strategische redenen” niet op in wil gaan, omdat ze gerelateerd zijn aan „toezicht en het nalevingsgehalte”.