Onderbuik brandweerman leidt niet tot ontslag
Nelleke Koops e Amsterdamse brandweerman zou discriminerende en racistische opmerkingen hebben gemaakt, collega’s hebben gepest en hebben gelogen. Ook zou hij gerefereerd hebben aan de nazi’s en de Tweede Wereldoorlog en noemde hij Amsterdam-West stelselmatig ‘het kalifaat’. Omdat de man al 21 jaar in dienst was, koos de leiding aanvankelijk voor mediation. Een onderzoek was volgens zijn leidinggevende „niet opportuun”, „men kon zich beter op de toekomst richten” en er werd „weinig toegevoegde waarde gezien in het wroeten in het verleden”.
Maar in maart dit jaar werd de brandweerman alsnog ontslagen. De korpsleiding verweet hem ernstig plichtsverzuim: discriminatie, racisme en pestgedrag horen niet thuis in een overheidsorganisatie waar een veilige werkcultuur juist zo belangrijk is. De rechtbank Amsterdam is het daarmee eens, maar is niet te spreken over de aanpak van de leiding. Op het interne onderzoek valt een hoop af te dingen. Zo zijn verklaringen van collega’s uit de tweede hand en is het tijdstip van de gedragingen onduidelijk.
Ook blijkt niet uit de beoordelingsgesprekken dat de brandweerman de afgelopen jaren stevig is aangesproken op zijn gedrag. Het dagelijks bestuur van de Amsterdamse brandweer heeft hierin duidelijk steken laten vallen. „Van hen had een meer alerte houding en adequater handelen verwacht mogen worden”, aldus de voorzieningenrechter.
Het mediationtraject, gericht op herstel van vertrouwen, leek bovendien te slagen. Het geeft dan geen pas iemand alsnog te ontslaan, zelfs niet als plichtsverzuim is vastgesteld, vindt de rechter. Het ontslag wordt geschorst en de brandweerman mag zo snel mogelijk weer aan het werk. ECLI:NL:RBAMS:2017:4752