Ayrton Senna sprak niet, hij dééd. Daarom is hij de grootste
Na het einde van de carrière van Usain Bolt rijst de vraag: wie was de grootste sporter uit de geschiedenis? Hugo Camps a de exit van Usain Bolt uit de atletieksport deze zomer ontstond een wereldwijde kakofonie over de vraag wie de grootste sporter aller tijden is. Verder dan een semantische discussie kwamen ze niet, de toogkrijgers en pseudofilosofen. Het is dan ook een onmogelijke vraag.
Jesse Owens was in zijn tijd een topsprinter, zij het onvergelijkbaar met Bolt. Niets van een sporteeuw is vergelijkbaar. Trainingsfaciliteiten en -methodes, voeding en kleding, coaching en begeleiding, uitstraling en commercie; alles is opgedeeld in oude en nieuwe tijden. Vooral in de sport is de evolutieleer niet bij te houden. Spikes waren vroeger halve drilboren, nu fijne naaldjes. Ondergoed ademt en ventileert, vroeger was het een dwangbuis.
Zelfs de prestatieprikkels zijn onvergelijkbaar. Van eer en nationalisme naar geld en glamour. Van bedevaart naar casino. De moderne atleet springt en loopt niet voor een vlag, hij buitelt naar zichzelf toe. Zijn ego is land en vlag. Dafne Schippers denkt geen seconde aan Oranje als ze op de atletiekbaan in de startblokken neerhurkt. Dan nog eerder: zit mijn haar goed?
Fenomeen
In de vorige eeuw was Sergej Boebka een fenomeen in het polsstokspringen. Op alle Spelen en WK’s verlegde hij zijn eigen wereldrecord. Laat morgen Boebka door Amsterdam lopen, en geen mens die nog opkijkt. Hoe lang kun je in deze atomische tijd nog legende zijn? Ik heb dit land in totale gekte gekend na de drie gouden medailles van Yvonne van