Leraren krijgen meer
Basisschoolleraren krijgen geld, ‘lerarentekort’ ontbreekt in het akkoord.
ONDERWIJS
r gaat meer geld naar onderwijs: 1,9 miljard euro tot 2021, op een huidige begroting van 38 miljard. Het nieuwe kabinet geeft het meeste extra geld uit aan de verbetering van de werkomstandigheden van basisschoolleraren. Voor verhoging van hun salaris wordt jaarlijks 270 miljoen extra (1) vrijgemaakt. Daarnaast gaat er 450 miljoen euro naar vermindering van de werkdruk, onder meer door klassen te verkleinen en conciërges aan te nemen. „Het beroep van onderwijzer wordt hierdoor aantrekkelijker, zowel voor mannen als voor vrouwen”, schrijven VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie in het regeerakkoord.
De maatregelen moeten zorgen voor „goede docenten met een sterke positie”. Het primair en voortgezet onderwijs kampen met een oplopend lerarentekort (2). Voor basisschoolleraren was dat onlangs reden om een dag te staken.
Opmerkelijk is dat de in 2013 ingevoerde rekentoets (3) voor het voortgezet onderwijs in schooljaar 2019-2020 al plaats moet maken voor een alternatief. „In de tussentijd telt de rekentoets niet langer mee in het voortgezet onderwijs.” Nu zijn het sommen met tekstopdrachten die veel leerlingen op mbo-niveau niet kunnen volgen. In het mbo wordt de rekentoets beroepsgericht.
Enkele van de „voornaamste ambities van het dit kabinet liggen in de bestrijding van kansenongelijkheid”. Er komen meer ‘brede brug- klassen’, voor kinderen die hun definitieve keuze voor een schooltype willen uitstellen. En ‘tussenscholen’ voor kinderen tussen de 10 en 14 jaar, voor een geleidelijke overgang van basisschool naar middelbare school. Ook komen er experimenten met het volgen van lessen op een hoger schoolniveau, het ‘maatwerkdiploma’. Het kabinet wil meer doorstroming naar hoger onderwijs (4) en minder toelatingsdrempels (zoals de numerus fixus).
Praktijkonderwijs, nu enigszins weggedrukt in het vmbo, wordt een „afzonderlijke en volwaardige” schoolsoort. Leerlingen die hun mbodiploma niet halen, krijgen een vakcertificaat.
Van de maatschappelijke dienstplicht, een vurige wens van het CDA, komt een vrijwillige versie, een half jaar tegen een bescheiden vergoeding. Met als beloning een supplement op het diploma. Dat supplement moet een pre worden bij sollicitaties bij de overheid.
De basisbeurs voor hoger onderwijs komt niet terug, maar een eerstejaarsstudent krijgt wel een korting van 50 procent op het collegegeld. Er komt speciale aandacht voor technische opleidingen.
Het kabinet gaat scherper toezien op de toegevoegde waarde van Engelstalige opleidingen. Bovendien komt voor wetenschappelijk onderzoek elk jaar 400 miljoen euro extra beschikbaar. Maarten Huygen en Mirjam Remie