IMF: groei van de wereldeconomie maskeert problemen
Dat het goed gaat met de economie moet voor beleidsmakers geen reden zijn zich in slaap te laten wiegen, aldus het IMF.
Maarten Schinkel
Crisis, welke crisis? Tien jaar nadat de eerste schokken de bijna-ineenstorting van het financiële systeem in 2008 hadden aangekondigd, is de wereldeconomie bezig met een inhaalspurt. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) stelde dinsdag bij de publicatie van zijn half- jaarlijkse World Economic Outlook zijn verwachtingen voor dit en volgend jaar naar boven bij.
Opwaarts gingen de eurozone, China, Japan, de opkomende landen in Oost-Europa en Rusland. Dat compenseerde ruimschoots de neerwaartse bijstellingen voor onder meer de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en India.
De wereldhandel gaat opwaarts, de investeringen en de productie doen het goed. Het vertrouwen van ondernemers en consumenten zit flink in de lift. In de Verenigde Staten staat de centrale bank op het punt het zeer ruime monetaire beleid van de afgelopen jaren terug te draaien. In de eurozone, die jaren achter- loopt, zal dit beleid hoogstwaarschijnlijk begin volgend jaar langzaam worden ingeperkt.
De groeispurt is wel betrekkelijk. De groei van de mondiale economie bedraagt dit jaar 3,6 procent en volgend jaar 3,8 procent. Dat is, met de crisis in het achterhoofd, een weelde. Vergeleken met wat daarvóór normaal was, met jaren van meer dan 4 procent en soms meer dan 5 procent groei, steken de cijfers echter zwak af.
Volgens Maurice Obstfeld, de chefeconoom van het IMF, maskeert de huidige conjuncturele opleving dieper liggende problemen met de welvaartsgroei. In de geïndustrialiseerde wereld groeide de economie