Moddergooien en schelden voor de verkiezingen
Op straat is bijna niet te zien dat er zondag in Oostenrijk verkiezingen zijn. Op tv gaat het er wel heftig aan toe. De belangrijkste vraag: bij welk deel van Europa wil het land horen?
In de Neubaugasse, een van de bekendste winkelstraten in hartje Wenen, duwt een man een bakfiets op de stoep, beplakt met groene stickers. In z’n eentje gaat hij folders uitdelen. Verderop staat een tentje van de communistische partij KPÖ. Dat is het.
Hier op straat in de Oostenrijkse hoofdstad is weinig tot niets te merken van verkiezingskoorts. Voor politiek vuurwerk moeten de burgers afstemmen op de televisie. Avond na avond worden vanuit de studio’s debatten tussen de lijsttrekkers uitgezonden. En keer op keer leveren de onderlinge scheldpartijen nieuwe gespreksstof op.
Oostenrijk, dat zondag naar de stembus gaat, staat voor een cruciale keuze. Veel analisten houden er rekening mee dat er een definitief einde komt aan de regering van de socialistische SPÖ en de conservatieve ÖVP, de klassieke coalitie die Oostenrijk na de Tweede Wereldoorlog heeft opgebouwd en welvarend gemaakt. Hun decennialange samenwerking is de afgelopen maanden ontaard in een ordinaire ruzie. Zo erg werd het verbale moddergooien tijdens tv-debatten dat Alexander Van der Bellen, de Groene-politicus die in januari aantrad als president, zich genoodzaakt zag de strijdende partijen tot de orde te roepen. Hij maande hen zich bewust te zijn van hun „staatspolitieke verantwoordelijkheid”.
Achter de vraag of de coalitie komende zondag de nekslag krijgt, gaat een nog veel fundamentelere vraag schuil: waar ligt Oostenrijk eigenlijk? Het land, dat in de tweede helft van 2018 voorzitter van de EU wordt, heeft tot dusver altijd een proEuropese koers gevaren. Maar dat kan ingrijpend veranderen als, zoals steeds aannemelijker wordt, na zondag een coalitie tussen de conservatieve ÖVP en de extreem-rechtse FPÖ in de steigers wordt gezet. Zo’n samenwerking, is de voorspelling, zal ertoe leiden dat Oostenrijk zich voortaan gaat oriënteren op Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije – de conservatief-nationalistische Visegradlanden die zich steeds meer afkeren van de Europese Unie. FPÖ-leider Heinz-Christian Strache laat er geen misverstand over be- staan: toetreding van Oostenrijk tot Visegrad zou in zijn ogen „leuk en goed” zijn. En een adviseur van ÖVP zei dat Oostenrijk „eindelijk eens moet accepteren dat het een Centraal-Europees en geen WestEuropees land is”.
Geen vuiltje aan de lucht
Tot twee maanden geleden leek er nog geen vuiltje aan de lucht voor de regerende partijen in Oostenrijk. De conservatieve ÖVP leidde in peilingen met rond eenderde van de stemmen, gevolgd door de socialisten onder leiding van de huidige bondskanselier Christian Kern, een voormalig topmanager bij de spoorwegen. Na een aanvankelijke opleving vorig jaar was de FPÖ weggezakt tot de derde plek.
Maar afgelopen augustus dook plotseling de naam op van een buitenstaander in de Oostenrijkse politieke arena, een man die nu in hoge mate lijkt te hebben bijgedragen aan de ontmanteling van de Oostenrijkse naoorlogse orde. Het gaat om de Israëlische ondernemer Tal Silberstein. Silberstein, die onder andere in Roemenië wordt gezocht wegens zwendel met onroerend goed, verhuurde zichzelf eerder dit jaar aan de socialistische SPÖ van bondskanselier Kern. In opdracht van die SPÖ zette hij voor 500.000 euro via Facebook een lastercampagne op, gericht tegen de jonge, charismatische conservatieve politicus Sebastian Kurz, die afgelopen mei leider van de ÖVP werd. De truc was om net te doen alsof die campagne van extreem-rechts kwam, zodat niemand de socialisten zou verdenken.
In een van de filmpjes is te zien hoe Oostenrijk zou „islamiseren” als Kurz de verkiezingen zou winnen. Een ander filmpje, met antisemitische connotaties, suggereert dat Kurz stiekem voor de Joodse filantroop George Soros werkt, die de grenzen wijdopen wil zetten voor vluchtelingen.
Eerder werkte Silberstein voor de voormalige Oekraïense premier Julia Timosjenko, de voormalige Israëlische premier Ehud Olmert en Roemeense, Bulgaarse en Boliviaanse politici. In de Amerikaanse documentaire Our Brand Is Crisis, uit 2005, zegt hij dat hij gevestigde partijen wil helpen om populisten – van links of rechts – onderuit te halen: „We moeten de dynamiek veranderen. We moeten negatieve campagnes tegen hen beginnen. We moeten hen van een zuivere kandidaat in een vieze kandidaat veranderen.”
Oostenrijk is altijd pro-EU, maar met coalitie van ÖVP-FPÖ zal dit anders worden
De affaire rond Silberstein kwam in augustus naar buiten, toen de zakenman in Israël werd opgepakt wegens witwassen en oplichting. Plotseling liep de geheime Facebook-campagne tegen Kurz spectaculair uit de rails. Iedereen wist dat Silberstein de SPÖ adviseerde. De partij nam meteen afstand van hem, de partijsecretaris stapte haastig op. Maar het mocht niet baten. Medewerkers van Silberstein begonnen te praten, de afgelopen weken kwamen de media elke dag met onthullingen, gestaafd met gelekte mails en sms’en.
De SPÖ verliest geloofwaardigheid
De onthullingen zijn vernietigend voor bondskanselier Kern, die vorig jaar zomer nog aantrad als een nieuwe en frisse leider die een kans kreeg van het electoraat. Niemand gelooft nog zijn verdediging dat de conservatieve ÖVP zelf achter de filmpjes zou zitten.
Maar de affaire beschadigt ook Kurz. Een medewerker van Silberstein heeft gezegd dat een woordvoerder van de conservatieve leider hem afgelopen zomer 100.000 euro heeft geboden in ruil voor het overhandigen van geheim campagnemateriaal van de socialisten. Kurz ontkent dat vanzelfsprekend, en beide coalitiegenoten haten elkaar inmiddels zozeer dat ze elkaar voor het gerecht willen slepen.
Wie zal er nu profiteren van dit circus? Kurz (31), die in december 2013 de jongste minister van Buitenlandse Zaken in de EU ooit werd, alvorens in mei de teugels binnen de ÖVP in handen te nemen, heeft de partij van nieuw elan voorzien. Hij voert een harde koers tegen de komst van immigranten, verzet zich verbaal fel tegen een mogelijke Turkse toetreding tot de EU en hij hamert bijna elke dag op de gevaren van de islam. Dat heeft de populariteit van de ÖVP geen kwaad gedaan. Geen wonder dat de socialistische SPÖ hem in toenemende mate zag als een succesvolle populist die koste wat kost uitgeschakeld moet worden. Tegelijkertijd klaagde de extreem-rechtse FPÖ dat Kurz haar programma heeft gekaapt.
Maar na het uitbreken van de affaire-Silberstein worden de kaarten opnieuw geschud. De socialisten hebben inmiddels hun tweede plaats verloren aan de FPÖ. Daarmee is de kans gestegen dat Kurz met de FPÖ gaat regeren – een partij, opgericht door voormalige nazi’s, waarin sommigen, ook binnen de partijleiding, nog actief de pan-Germaanse gedachte propageren.
Oostenrijk als vijfde Visegradland
Zo ontvouwt zich het scenario van Oostenrijk als vijfde Visegradland – hoewel er binnen de ÖVP ook adviseurs zijn die de FPÖ wantrouwen. In de Weense salons wordt druk gedebatteerd over de toekomstige koers. Niemand die de uitkomst kan voorspellen. In het moddergevecht op televisie tussen de leiders van SPÖ en ÖVP, waarbij bondskanselier Kern steeds agressiever wordt en zijn conservatieve tegenstander Kurz steeds korzeliger, staat FPÖleider Heinz-Christian Strache er plotseling bij als de redelijkheid zelve. Plotseling is hij niet meer de grofgebekte provocateur.
„Strache poseert ineens als elder statesman”, zegt publicist Armin Thurnher, auteur van het boek Ach, Österreich! Europäische Lektionen aus der Alpenrepublik. Maar of de kiezer daarin trapt, is volgens hem niet duidelijk. „Niets is duidelijk, ditmaal.”
In de Neubaugasse moppert een voorbijganger over de politici. Die zijn alleen maar bezig „elkaar vliegen af te vangen”.