Over de spilfunctie van een Australische arts in Nederland
Mensen die willen sterven op een zelfgekozen moment en zonder arts, gaan wereldwijd op zoek naar een dodelijk middel. NRC volgt hun spoor, van een woonboot in Noord-Holland tot in Peru.
Noord-Holland: de woonboot van Dr. Death Veel toeristen vragen om het oranje-witte doosje
Enzo van Steenbergen D e eigenaar van de kleine dierenspeciaalzaak heeft zijn vettige haren bijeengebonden in een dun staartje. Zijn winkel zit aan een druk verkeersknooppunt in Lima, de hoofdstad van Peru. Op straat worden gepofte maiskolven, broodjes kip en versgeperste ananassapjes verkocht, binnen hangen hondenriemen aan het plafond en staan grote zakken met granen en zaden over de vloer verspreid. Achter de balie staat een kleine televisie. Die gaat iets harder als de clip van een Peruaanse klassieker voorbijkomt.
De oranje-witte doosjes staan achterin. De meeste winkeliers keken verschrikt op als hun ernaar gevraagd werden. Bij één hing een briefje aan de muur, speciaal voor toeristen: dit wordt niet verkocht.
Maar deze man schuift het doosje over de balie en tikt hard op zijn rekenmachine. 45 Peruaanse Sol: 11,50 euro.
„Caballero”, zegt hij. „Wil je niet méér flesjes?”
Het is volgens de verpakking een verdovingsmiddel voor katten, paarden, runderen, schapen, varkens en ZuidAmerikaanse kameelachtigen als de alpaca, dat normaal gesproken wordt gekocht door dierenartsen. Maar dat is niet de reden dat mensen van over de hele wereld naar deze straathoek in Lima komen. Het middel bevat de werkzame stof die Nederlandse artsen bij een ‘officiële’ euthanasie gebruiken.
Anders gezegd: het drankje kan mensen een ‘vredig’ en ‘pijnloos’ levenseinde bezorgen, zonder tussenkomst van een arts.
Wereldwijde handel
Peru is slechts één van de plekken waar zo’n soort middel te verkrijgen is. In verschillende Zuid-Amerikaanse landen zijn drankjes te koop, via een speciaal e-mailadres kan een zak poeder uit China worden besteld en vanuit Mexico komen poeders en pillen. De verkoopadressen, wereldwijd ongeveer dertig fysieke adressen en meerdere e-mailadressen voor een postorderservice, zijn opgesomd in het Peaceful Pill Handbook. Dat is het standaardwerk over ‘humane zelfdoding’ van de Australische ex-arts Philip Nitschke. Over de hele wereld sterven mensen met hulp van de informatie uit zijn boek.
Ook in Nederland. Uit een voorzichtige schatting die dit jaar in de derde evaluatie van de euthanasiewet stond, overleden in 2015 ongeveer 280 mensen door zelfdoding met middelen die ze hebben opgespaard of in het buitenland hebben gekocht. Recentere cijfers zijn er niet.
Volgens de euthanasiewet (2002) moeten twee artsen onafhankelijk van elkaar constateren dat de patiënt ‘uitzichtloos’ en ‘ondraaglijk’ lijdt voordat euthanasie uitgevoerd mag worden. Maar een groep die vooral bestaat uit ouderen neemt het levenseinde in eigen hand. Naast de wettelijk geregelde euthanasiemogelijkheden is er een sluiproute ontstaan die de controle door medici omzeilt.
Het fenomeen heeft zich diep genesteld in de samenleving. Grote belangenverenigingen voor euthanasie zijn deze mensen gaan helpen. Hun leidraad is het boek Uitweg van ouderenpsychiater Boudewijn Chabot (meer dan 21.000 exemplaren verkocht), dat zeer expliciet beschrijft hoe zelfdoding gepleegd kan worden met zelfverworven middelen. In Uitweg staat niet waar de euthanatica te koop zijn; daarvoor raden belangenverenigingen Nitschkes Peaceful Pill Handbook aan.
Ook de invloedrijke Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), met 167.000 leden ook de grootste, heeft het omarmd. Jarenlang wilde de vereniging het boek – evenals Uitweg – niet aanraden, omdat wettelijk geregelde euthanasie via een arts het uitgangspunt was. Nu is dat anders. Als mensen bellen met vragen over ‘zorgvuldige zelfdoding’, verwijst de NVVE standaard naar het handboek van Nitschke. Dat gebeurde in de eerste zes maanden van dit jaar ruim 300 keer. Bijna 70.000 mensen zochten via de NVVE-website naar informatie over ‘humane zelfdoding’.
Zo is in Nederland een beweging ontstaan van ongeveer 60 ‘levenseindebegeleiders’, van wie 44 werkzaam namens de NVVE, die een verwijzing naar het handboek hebben opgenomen in hun standaardwerkwijze.
Nederland heeft zich de afgelopen jaren bovendien ontwikkeld tot de spil van Philip Nitschkes internationale beweging, die ‘humane zelfdoding’ propageert. Zijn handboek wordt gezet en gebonden in een Nederlandse drukkerij. De Nederlandse vertaling komt vermoedelijk nog dit jaar uit. En sinds twee jaar stuurt Nitschke zijn beweging aan vanuit een woonboot in de buurt van Haarlem. Waar precies mag niet bekend worden; Nitschke is in het verleden meer dan eens bedreigd.
Het Openbaar Ministerie (OM) en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ, voorheen Inspectie voor de Gezondheidszorg) kennen de werkwijze van Nitschke. Zij laten hem met rust. In de deuropening van zijn woonboot verschijnt Philip Nitschke (70) in een blauw-wit geruit overhemd, een donkerblauw pochet in de borstzak. Hij woont hier nu twee jaar, samen met zijn vrouw Fiona Stewart (51). Aan tafel, achter een laptop met sticker van zijn stichting Exit International (opschrift: ‘I’d rather die like a dog’) praat hij luchtig, veel grapjes makend, met een vet Australisch accent. Gaat hij koffiezetten of naar de wc, dan kletst hij gewoon door.
Vanaf hier heeft Nitschke contact met mensen over de hele wereld, die hij advies geeft over levensbeëindiging. In ieder land is de wetgeving over euthanasie en zelfdoding anders, maar altijd balanceert hij op de grens van ‘hulp bij zelfdoding’, wat bijna overal strafbaar is.
In de wereld van euthanasie is hij even beroemd als berucht. In september 1996 werd hij de eerste arts ter wereld die betrokken was bij een legale euthanasie, toen hij die toepaste bij zijn terminaal zieke Australische patiënt Bob Dent. Dat was mogelijk door de Rights of the Terminally Ill Act, die even daarvoor was aangenomen in het Australische Noordelijk Territorium. Nitschke had zich voor die tijd al uitgesproken als groot voorstander van euthanasie. Toch deed het hem veel. „Ik was doodsbang”, zegt hij. „Voelde me een bloody executioner.”
Drie andere euthanasiegevallen volgden. Tot dan toe had hij drugsverslaafde jongeren behandeld, en hij was van plan dat werk weer op te pakken – andere artsen mochten de euthanasie overnemen. Tot de federale overheid nog geen half jaar later een streep zette door de regionale euthanasiewetgeving.
Toen begonnen de telefoontjes. Tientallen mensen die advies wilden over een pijnloos levenseinde. Ineens was hij dé euthanasievoorvechter van Australië. Hij zag het als een uitdaging en nam die aan.
Hij reisde Australië rond om in gesprek te gaan met ouderen en vertrok naar Mexico nadat hij had gehoord over een daar verkrijgbaar middel waarmee mensen pijnloos een einde aan hun leven konden maken. Hij noteerde namen van winkels en verkopers en adviseerde mensen erover. Sommigen reisden af om het spul te kopen. Het werd zijn levensdoel: mensen helpen op een ‘humane manier’ te sterven.
Pil van Drion
De opkomst van Philip Nitschke als activist van het zelfgekozen levenseinde hangt nauw samen met de euthanasiediscussie in Nederland. Kort nadat hij voor de eerste keer euthanasie had toegepast, las hij een vertaling van een artikel dat jurist Huib Drion in 1991 schreef voor NRC Handelsblad . Daarin pleitte de voormalig vicepresident van de Hoge Raad voor een middel waarmee ouderen zelf uit het leven zouden kunnen stappen „op het moment dat hen dit […] passend voorkomt”.
Zijn idee, bekendgeworden als de ‘Pil van Drion’, is nooit ten uitvoer gebracht. Maar Nitschkes handboek komt in de buurt.
„Ik was zeer onder de indruk van dat artikel”, zegt Nitschke. Hij stuurde de jurist een brief met de vraag of hij langs mocht komen. Hij laat een foto zien van hun ontmoeting in 1997, in Drions huis in Den Haag. Daar betoogde Drion dat het zelfgekozen levenseinde in zijn visie een recht is, geen privilege dat een dokter moet verlenen. Nitschke was geraakt. Die Nederlandse jurist zei precies wat hij voelde.
Langzaam keerde Nitschke zich daarna tegen betrokkenheid van artsen bij euthanasie, ook al was hij zelf zo’n arts geweest. Het handboek was een idee van zijn geliefde. Zij, Fiona Stewart, reist nu door Europa om contact te onderhouden met mensen die werken aan de vertalingen in het Duits, Spaans, Frans, Italiaans en Nederlands. Nitschke geeft over de hele wereld workshops en is vaak op pad om te controleren of de verkoopadressen uit hun boek nog open en betrouwbaar zijn.
Het stel leeft van de inkomsten van hun boek. Ze willen niet zeggen hoeveel ze er precies aan verdienen, of hoeveel boeken ze verkopen. Wereldwijd hebben zo’n 20.000 mensen een abonnement op de onlineversie (bijna 70 euro), die steeds wordt ververst met nieuwe adressen en ontwikkelingen in de wereld van ‘humane zelfdoding’.
In de eerste versie van het Peaceful Pill Handbook , uit 2006, stonden geen adressen van euthanaticaleveranciers. Er stond wel in dat mensen in Mexico terecht konden. Bestellen via internet, nu zeer popu- lair, kon nog niet. China was voor dit doel nog niet ontdekt, net zo min als Peru en andere Zuid-Amerikaanse landen. Nitschke organiseerde reizen naar Mexico, waar de middelen werden ingeslagen.
Hij kreeg vijanden. In Australië en Nieuw-Zeeland werd zijn boek direct verboden door de overheid. De pro life-beweging en christelijke groeperingen zetten hem onder zware druk – van hen komt de bijnaam Dr. Death. Bijna altijd werden felle protesten georganiseerd als hij ergens kwam spreken. In Dublin, 2011, stond een groep demonstranten met grote kartonnen borden: ‘ Lock up your grannies. Dr. Death is here’. In hun thuisland was de druk op Nitschke en Stewart uiteindelijk zo groot dat ze twee jaar geleden besloten te verhuizen.
Het echtpaar houdt van het uitzicht op de weilanden en de rust in hun