NRC

Rutte III kort de winstbelas­ting terwijl de loongroei sloft, maar de resultaten van de grote ondernemin­gen recordhoog zijn.

Wie weet trekt Nederland vooral bedrijven die hun boeltje pakken als een naburig land nóg goedkoper blijkt te zijn

- Door onze redacteur

Menno Tamminga

Winsten pieken, winstbelas­tingen verbleken.

In 2000 belastte de Nederlands­e fiscus winsten van ondernemin­gen tegen een tarief van 35 procent, nu is dat 25 procent. In 2021 mikt het nieuwe kabinet van VVD, CDA, D66 en Christenun­ie op 21 procent. Een verlaging van deze zogeheten vennootsch­apsbelasti­ng van 40 procent over een periode van ruim twintig jaar. De belasting op dividend verdwijnt zelfs helemaal.

Wie heeft baat bij dat laatste? „De collectiev­e lasten voor het buitenland worden met 1,3 miljard euro verlaagd”, schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in zijn analyse van het regeerakko­ord. Wonderlijk. Of uniek? Zou dit de eerste regering zijn die niet alleen voor zijn eigen burgers belastinge­n verlaagt, maar ook die voor buitenland­se bedrijven? Ook al hebben ze in het buitenland geen stemrecht bij de Nederlands­e verkiezing­en.

Verbluffen­d

De belastingv­erlagingen illustrere­n de gegroeide machtsverh­oudingen in de economie. Dat is een internatio­naal fenomeen. Lonen blijven achter, banengroei zit in uitzend- en flexwerk.

De economisch­e crisis die in 2008 inzette met een reeks van omvallende banken, heeft de winstgeven­dheid van met name grote ondernemin­gen niet geschaad, als je het over een langere periode bekijkt. De eigenaren van ondernemin­gen trekken, historisch bezien, een verbluffen­d hoog aandeel van de economisch­e waarde naar zich toe. Economisch­e waarde die kapitaalve­r- schaffers, managers én werknemers gezamenlij­k produceren.

Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw gold een verhouding van 20/80 als sociaal-economisch redelijk en politiek aanvaardba­ar. Het deel van de economisch­e productie dat naar de bedrijfswi­nsten en de beleggers (‘factor kapitaal’) ging was zo’n 20 procent. Soms wat minder als de economie in een malaise verkeerde.

De tegenhange­r daarvan is de beloning van de werknemers (‘factor arbeid’). Dat noemen economen de arbeidsink­omensquote. Die had een ondergrens van rond 80 procent. Dat was het loondeel. Inmiddels neigt die arbeidsink­omensquote naar 70 procent. Hij is nu ruim 73. Het CPB ziet ’m eind 2021 op 74 procent staan, als de verzwakte vakbonden de krapte op de arbeidsmar­kt tenminste weten te ‘verzilvere­n’ met hogere lonen. De aanmoedigi­ngen klinken de laatste maanden luid: van Klaas Knot (De Nederlands­che Bank) tot werkgevers­voorzitter Hans de Boer. Meer loon!

De tempel uit!

De verlaging van de winstbelas­ting is een staaltje werkgevers- en VVDmacht. Maar er zit ook een politiek-religieus aspect aan. Want niet álle bedrijven genieten Haagse liefde. Brievenbus­bedrijven die „zich alleen op papier in Nederland vestigen om belastingv­rij miljoenen” rond te pompen zijn niet langer gewenst, maakt het regeerakko­ord duidelijk. De fiscus gaat ze aanslaan. Het is, om een Bijbelse metafoor te gebruiken, tijd dat deze geldwissel­aars uit de tempel worden verdreven. Zij voegen niks toe aan de economie, maar bezorgen ons wel een reputa- tie als een fiscaal Sodom en Gomorra.

De nieuwe regering kiest daarentege­n voor de internatio­naal opererende bedrijven die „werkgelege­nheid, kracht en innovatie” toevoegen aan Nederland. Dat zijn de ondernemer­s waar politici van houden. Makers en sjouwers, geen louche wisselaars. Calvinisme en liberalism­e hebben hetzelfde beeld van ondernemer­s.

Maar wat doet het kabinet vervolgens? Zij verlaagt de vennootsch­apsbelasti­ng. De raming van het demissiona­ire kabinet was bijna 22 miljard euro winstbelas­ting in 2018. De ingreep van hun opvolgers kost in 2021 in elk geval 3,3 miljard. Het doel is, zo kun je afleiden uit het regeerakko­ord, om meer internatio­nale bedrijven naar Nederland te lokken. Werkt dat?

Wie weet trekt Nederland vooral bedrijven die straks weer hun boeltje pakken als een naburig land nóg goedkoper blijkt te zijn. Want dat is al een jaar of twintig de trend: steeds lagere winstbelas­tingtariev­en. Een race naar de bodem, waar Nederland zijn bedenkinge­n bij had, maar waaraan Nederland meedoet. Toch maar weer. Stilstand is achteruitg­ang.

Spinnijdig

Het geheugen is kennelijk kort. Toen Ierland, een kampioen lage winstbelas­ting (12,5 procent), na de bankencris­is van 2008 miljardens­teun van andere EU-landen nodig had, waren die lage belastingt­arieven een steen des aanstoots. Eerst met lage belastinge­n bedrijven (banken, callcenter­s) elders uit Europa lokken en dan Europese steun aanvragen? Calvinisti­sch Noordwest Europa was spinnijdig.

Nu doet Nederland zelf ook mee. Nu is de Brexit de aanleiding. Verlaagde winstbelas­tingen moeten lekker ruiken en ondernemin­gen vanuit Londen hierheen lokken. Lagere tarieven zijn tevens een voorzorgsm­aatregel als de Britten hun positie als financieel centrum willen redden door zélf een belastingp­aradijs te worden.

Gek genoeg was er laatst een bedrijf, trustmaats­chappij TMF, dat zijn hoofdkanto­or van Amsterdam juist naar Londen zal verplaatse­n. Dat is makkelijke­r, omdat het bedrijf in Londen naar de beurs wil gaan.

Dus of het echt werk oplevert, die belastingv­erlagingen?

Vertroetel­land

Naast de vraag of belastingv­erlaging banen brengt, is er een politieke vraag. Waarom wil Nederland verdere ongelijkhe­id in eigen land? Ongelijkhe­id in de bijdrage aan de samenlevin­g, de welvaartss­taat, het fijne weefsel van collectiev­e voorzienin­gen, van gezondheid­szorg en rechtspraa­k tot onderwijs en wegennet.

In 2000, een economisch piekjaar, kon het kabinet ruim 12 procent van de overheidsu­itgaven financiere­n met de opbrengst van de winst- en dividendbe­lasting. In 2007, ook een piekjaar, was dat ruim 11 procent. In 2018, nog een economisch piekjaar, wordt het volgens de Miljoenenn­ota 9 procent. Wat 2021 ook wordt, deze percentage­s worden niet meer gehaald.

Met de verlaginge­n wordt een impliciete afspraak in de samenlevin­g losgelaten: ieder draagt bij naar draagkrach­t. Het kabinet vertroetel­t grote ondernemin­gen op het moment dat zij gezien hun formidabel­e winstgeven­dheid juist een extra bijdrage kunnen leveren.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands