Hendrik Spiering
n het West-Europa van de Koude Oorlog heerste angst voor Russische waterstofbommen en SS20-raketten. Maar in diezelfde jaren zeventig en tachtig werkten in Moskou twee jonge Russen aan heel andere natuurkunde: die van de oerknal en van superzwaartekracht. Hun ideeën, van Andrei Linde en Renata Ernestovna Kallosh, hebben de wereld waarschijnlijk meer goeds gebracht dan de verlammende angst die het effect was van de Koude Oorlog.
Ongetwijfeld zal het politbureau van de toen almachtige Kommoenistitsjeskaja partija Sovetskogo Sojoeza (de Communistische Partij van de Sovjetunie) dit vrije en fundamentele onderzoek hebben toegelaten omdat je tenslotte nooit kon weten of er niet óók wat nuttigs of beter nog: iets militairs uit zou voortkomen. In zulke holtes van het wetenschapsbeleid worden vaak de mooiste ontdekkingen gedaan, door wat heet ‘het onbelemmerd najagen van nutteloze kennis’.
En ja, veel militair nut heeft die theorie van superinflatie nog steeds niet, al is-ie inmiddels wel stevig onderbouwd met nieuwe waarnemingen. Het nut is vooral dat we nu beter kunnen begrijpen waardoor het heelal zo verrassend homogeen is. Dat komt dus door de extreem snelle expansie direct na de oerknal. Dáárdoor is ons ruimtetijdcontinuüm zo verrassend gelijkmatig. Wie zou durven volhouden dat die homogeniteit van het heelal echt onbelangrijk is? Om nog maar te zwijgen over een van de meest verbijsterende consequenties van deze theorie: het bestaan van een multiversum. Ons heelal is maar één van de ‘bubbels’ die ontstonden.
Verderop in deze bijlage vertelt het Russische geleerdenechtpaar over hun leven en hun ontdekkingen. Ze werken al jaren in de Verenigde Staten maar afgelopen zomer doceerden ze toevallig een tijdje in Nederland. In het verhaal dat Margriet van der Heijden over hen schreef, wordt dit prachtig duidelijk: alle wetenschap is mensenwerk, maar vaak wel van heel bijzondere mensen.