Water bij de wijn doen

het was verwarrend. De puzzel vorige week ging over digitale klokken, maar in de illustratie doken ouderwetse klokken met wijzerplaten op. En dan... is het antwoord anders. Sorry, beetje dom.

Maar nu iets nieuws. Geen klokken, maar kannen. Twee. In de ene zit een liter water. In de andere een liter wijn. Zoals hiernaast.

Nu schenk je wat wijn bij het water. Je mag zelf weten of dat een klein scheutje is, of een plens. In de kannen is ruimte genoeg.

Klaar? Schud of roer het water-wijn- mengsel dan net zo lang tot het helemaal gemengd is.

Schenk daarna van het mengsel zoveel terug dat in allebei de kannen weer een liter vloeistof zit.

Zit er dan A) meer wijn bij het water dan water bij de wijn?

B) meer water bij de wijn dan wijn bij het water?

C) evenveel water bij de wijn als wijn bij het water?

Niet verder lezen als je zelf wil nadenken.

En? Wat denk je? Het goede antwoord is C. Maar zie je ook waarom?

De truc is om de hele geschiedenis van gieten, schudden en terug schenken gewoon te vergeten. Kijk gewoon naar de twee kannen. In de ene is een deel van het water vervangen door wijn: zeg een hoeveelheid X. Die wijn komt uit de andere kan: daar is een hoeveelheid X van de wijn uit weg gehaald. En die is dus vervangen door... water.

Mooi hé. Geen getallen heb je nodig en alle voorbereiding kan je ook weglaten. Het simpel houden – dat hoort bij wiskunde! Margriet van der Heijden