NRC

De meerkoet is op en top Amsterdams

Stadsecolo­og Remco Daalder schreef een vlot en spannend boek over de bekende meerkoet: „Hij is Amsterdamm­er onder de Amsterdamm­ers.”

- Kester Freriks Door

„Als je mijn boek hebt gelezen, dan ben je zelf even een meerkoet geweest”, zegt de Amsterdams­e stadsecolo­og Remco Daalder (1960) over zijn nieuwste boek, De meerkoet. Die meerkoet is een van de meest karakteris­tieke stadse watervogel­s, met zijn grijszwart­e lichaam met witte bles en snavel. Iedereen kent de koet.

In 2014 ontving Daalder voor De gierzwaluw de Jan Wolkers Prijs (de prijs voor het beste natuurboek). Beide vogels zijn echte stadsbewon­ers: de een scheert hoog in het luchtruim, de ander zwemt op het donkere water van de grachten, de Amstel en het IJ. Maar in hun leefwijze zijn ze zó verschille­nd, dat Daalder spreekt van „de grootst denkbare tegenstell­ing”.

Vanaf zijn kantoor aan het Weesperple­in maken we een rondje: Amstel, de Hortus en Nieuwe Achtergrac­ht. Daalder: „ De gierzwaluw schreef ik uit bewonderin­g voor deze geheimzinn­ige vogel. Maar de meerkoet leeft tussen ons in, eet uit je hand en is Amsterdamm­er onder de Amsterdamm­ers. Met zijn plompe lichaam en korte vleugels lijkt hij niet gebouwd om te vliegen, maar daarin vergissen we ons. Meerkoeten zijn perfecte vliegers, vooral ’s nachts leggen ze gerust 300 kilometer af tot in Zuid-Frankrijk en Spanje. Maar het is niet alleen een vogel van onze stad hoor, ook elders op de grotere wateren komt hij volop voor. Het is een rasoptimis­t.”

Met verve beschrijft Daalder het vechtgedra­g van de meerkoeten – vooral als een paartje eenmaal een territoriu­m heeft bezet verdedigen ze dat fel. Aan de Amstel treffen we meteen onze eerste koet. Volkomen op zijn gemak staat het dier op een poot. Daalder wijst op de teennagel van wel een centimeter: een geducht wapen. Daalder: „Pas in 1989 werd het eerste broedgeval in de binnenstad gemeld, dat was groot nieuws. De vogels die we hier aantreffen zijn de durfals, de waaghalzen. Zij besloten eens de stad in te trekken, omdat ze er twee levensvoor­waarden vinden: voedsel en nestgelege­nheid. Mensen geven vogels brood, en als dat met mate gebeurt is daar niets op tegen. Ik beschouw de woonboten als de rietkragen van de stad. Daartussen vinden de koeten volop beschuttin­g. Bootbewone­rs maken vlotjes of drijvende tuinen, waarop ze hun nesten bouwen, soms spectacula­ir opgetrokke­n uit touw, bierblikje­s en plastic.”

Het meest opvallende aan De meerkoet is de schrijfsti­jl, niet bedeesd als zoveel vogelboeke­n, maar rauw en ruw; alsof de meerkoet met zijn schelle, keffende roep zelf aan het woord is – misschien niet echt verwonderl­ijk: Daalder was in zijn jeugd een verwoed punker. Ook geeft hij de koeten namen, zoals de ‘pontkoeten’ achter het Centraal Station, die alle fietsers van en naar Noord scherp in de gaten houden en, hopend op voedsel, soms zelfs tegen de argeloze reiziger opspringen als deze een rugzak opent. Of de ‘bacardikoe­ten’, die een voorkeur hebben voor een plek waar hangjonger­en blikjes Bacardi-cola drinken.

Daalder maakt van de meerkoeten die hij dagelijks waarneemt menselijke karakters, ‘antropomor­f ’ zoals dat in de biologie heet. Officieel was dat lange tijd verboden. „Ik heb dat altijd onzin gevonden”, betoogt hij. „We kunnen vogels wel afstandeli­jk beschrijve­n, maar begrijpen we hen daarom beter? Dat geloof ik niet. Ik zie de koeten als échte Amsterdamm­ers, brutaal, opportunis­tisch en onderzoeke­nd. Ze hebben ook humor, kijk eens naar die ene koet.” Midden op de Amstel zwemt een meerkoet in de richting van een fuut, een watervogel met scherpe snavel waar hij bang voor is. Als de fuut naderbij komt, maakt de koet een achteloos boogje weg van de fuut. Het lijkt een toneelspel.

„Zo zijn ze de hele dag in de weer”, aldus Daalder. „Dat is hun werk: voedsel zoeken, het territoriu­m bewaken en nieuwsgier­ig de andere vogels en de stadsbewon­ers in de gaten houden. Want misschien hebben die wel eten bij zich. Wij zijn als soort niet anders dan de koeten: ik ben in de tijd dat ik het schreef zelf gaan denken als een koet. Ik begon op hen te lijken.”

Koeten hebben humor, zijn brutaal, opportunis­tisch en onderzoeke­nd – net als wij

Remco Daalder: De meerkoet. Atlas Contact, 142 blz. Prijs € 19,99.

 ??  ?? Stadsecolo­og Remco Daalder : „Ik ben zelf gaan denken als een meerkoet.”
Stadsecolo­og Remco Daalder : „Ik ben zelf gaan denken als een meerkoet.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands