NRC

Rutte III, een klein wonder

■ Reconstruc­tie van de formatie ■ Carola Schouten over „emoties” tijdens onderhande­lingen ■ Jet Bussemaker over „adders onder het gras ■ Lezersonde­rzoek

- Door onze redacteur Enzo van Steenberge­n

Héél lang dacht Carola Schouten dat de ChristenUn­ie weer oppositiep­artij zou worden. In de zomer fietste ze van een fractieber­aad naar huis. In Den Haag onderhande­lden VVD, CDA, D66 en GroenLinks toen al maanden met elkaar over de vorming van een kabinet. Op de fractiebij­eenkomst van de ChristenUn­ie was over regeren nauwelijks gesproken. Schouten wist het heel zeker: wij gaan oppositie voeren.

Maar nog geen week later, ze was op een congres voor belastinga­dviseurs, belde haar partijleid­er Gert-Jan Segers. Of ze naar Den Haag kon komen: D66 had hen uitgenodig­d voor een Indische maaltijd. De kou tussen D66-leider Alexander Pechtold en Segers moest uit de lucht worden gehaald. En toen wist Schouten ineens óók heel zeker: de ChristenUn­ie zou tóch gaan onderhande­len over regeringsd­eelname.

Deze week presenteer­den VVD, CDA, D66 en ChristenUn­ie hun regeerakko­ord Vertrouwen in de Toekomst. Schouten, sinds 2011 Tweede Kamerlid, was mede-onderhande­laar. Onderhande­len deed ze eerder, maar praten over de vorming van een kabinet was nieuw voor haar. Een uitputting­sslag ook. Ze is tevreden. Maar ook heel moe, vertelt ze, als ze in haar werkkamer terugblikt op de onderhande­lingen. Jullie kwamen half juni nieuw aan de onderhande­lingstafel waar VVD, CDA en D66 al maanden met elkaar zaten. Begon de ChristenUn­ie op achterstan­d? „Dat was vooraf spannend voor ons. Wat voor chemie is er? Wat hebben ze besproken? Zijn er al besluiten genomen? Dat hebben we gelijk op tafel gegooid toen we binnenkwam­en. Luister, we weten niet wat er gewisseld is, jullie hebben inhoudelij­k een voorsprong. Wij zullen soms wat langer nodig hebben om de dossiers tot ons te nemen. We merkten inderdaad soms dat de anderen heel snel over punten praatten, omdat ze die al van elkaar kenden. Of dan zei iemand: ‘Zoals ik in de vorige ronde al heb gezegd…’ Maar dan werd er meteen geroepen: ‘De vorige ronde, die bestaat niet meer!’” Merkte u dat uw partij de kleinste aan tafel was ? „Inhoudelij­k niet, maar wij hadden een uitdaging qua bezetting: ongeveer de helft van onze fractie zat aan tafel. Op een gegeven moment waren er ook zijtafels waar werd onderhande­ld. De andere partijen stuurden gespeciali­seerde Kamerleden. Wij moesten medewerker­s sturen. Medewerker­s hebben soms zelfs zitten onderhande­len met bewindslie­den. Maar ik kan wel zeggen: we hebben nooit hoeven passen, we hadden onze dossiers altijd op orde. Dat vind ik wel cool .” Maar een medewerker tegenover een minister… „We zeiden gelijk: wij kunnen niet anders. Onze medewerker­s worden hetzelfde behandeld als ieder ander. Dat was volstrekt duidelijk.” U was de enige vrouw aan tafel, speelde dat een rol? „Af en toe kun je er een beetje mee spelen. Op een gegeven moment had NRC een stukje waarin een Kamerlid zei dat je Alexander Pechtold soms even over zijn rug moest aaien als hij emotioneel of theatraal is. Dus toen ik de volgende ochtend in de Stadhouder­skamer kwam zei ik: kom hier, Alexander, ik moet je even knuffelen. Zo speel je er een beetje mee. Maar het gaat tegen mij net zo hard als tegen ieder ander. Gelukkig maar.” Snapt u het wereldbeel­d van uw mede-onderhande­laars nu beter? „Dat denk ik wel. In het begin ben je aan het aftasten. De egeltjesfa­se noem ik dat. Er is niet meteen basisvertr­ouwen. D66 had voor de onderhande­lingen heel duidelijk gemaakt dat ze eigenlijk niet met ons aan tafel wilden – dat zit in je hoofd. Als iemand hevig reageerde aan tafel, dan dacht ik: meent-ie dat nu? Of is dit tactiek?” Pechtold staat bekend als theatraal. „Dat heb ik teruggezie­n, maar grappig genoeg zijn het ook oprechte emoties geweest die ons verder brachten. We hebben bijvoorbee­ld me-

disch-ethische discussies gehad die heel diepgaand waren. Intense, moeilijke gesprekken, die je hart raken. Juist omdat we op dat niveau kwamen, gingen we elkaar beter begrijpen.” Wanneer gebeurde dat? „Vlak voordat we een paar weken op zomervakan­tie gingen. Er stond druk op, we moesten daar nog uit komen, anders had verder praten geen zin. In die week kregen we meer respect voor elkaar. VVD-onderhande­laar Halbe Zijlstra zei altijd: de pijn van jezelf lijkt altijd groter dan de pijn van een ander. Dat is voor mij een adagium geworden. Als ik pijn voelde, vroeg ik me af: wat voor pijn voelt die ander dan? Soms zie je écht niet waarom iemand zó anders kan denken.” Dat voelde u ook niet altijd aan? „Ik heb me daar ook wel aan bezondigd. Dan bleef ik denken: wat is dát nu weer voor een probleem? Niet op medisch-ethisch vlak eigenlijk, want daar begrijp je dat je wereldbeel­d anders zal blijven. Maar bijvoorbee­ld in de discussie rond het inperken van de hypotheekr­enteaftrek. Het is geen geheim dat het voor de VVD heel moeilijk lag. Ik vond dat rationeel zó’n logische maatregel dat ik hun emotie niet begreep. Pas na ons uitstapje naar de Zwaluwenbe­rg, in Hilversum, viel bij mij het kwartje dat dit voor Mark Rutte en Zijlstra écht ingewikkel­d lag. Daar lieten ze hun emoties zien, en dat hielp.” U hecht aan ruimte voor twijfel en bezinning. Was die er? „Twijfel heb ik zeker gehad, vooral in het begin. Dat ik thuiskwam en dacht: wow, ik heb toch wel duidelijk gemaakt wat belangrijk voor ons is? Ik heb nu toch niet ergens mee ingestemd…” Is er een specifiek moment van twijfel geweest? „We hebben ook billateral­en gehad met Gerrit Zalm, de informateu­r. Na één zo’n ontmoeting zat ik op het Plein een borrel te drinken en dacht ik: ohhh, dat heb ik helemaal niet goed gezegd. Het ging over fiscaal beleid voor gezinnen. Ik dacht ineens: straks kan ik niet meer terug. Toen heb ik geappt: ‘Gerrit, mag ik alsjeblief­t morgenocht­end nog even langskomen, ik denk dat ik een foutje heb gemaakt’. En toen zei hij: ‘Kom maar langs.’” Kwetsbaar, om dat aan de informateu­r te laten zien. „Ik voelde me ook kwetsbaar! Ik dacht dat ik het niet goed had gedaan. Daar kon ik echt wakker van liggen.” Op het gebied van medische ethiek worden mogelijkhe­den voor gendersele­ctie verruimd. „Het is duidelijk dat dit niet ons ideaal is. Het is een beperkt stapje dat je toegeeft. Weet je, het is ook niet zo dat we ons niet willen verplaatse­n in het leed van die mensen. Als je erfelijke ziektes hebt, wil je ook gehoord worden. Bij zulke thema’s hebben we steeds gezocht naar wat voor ons toch te dragen zou kunnen zijn.” Zit er iets dat echt van uzelf is in dit regeerakko­ord? „Een paragraaf die ik zelf heb geschreven, over schulden. Dat is een onderwerp dat in het grote geweld der dingen bijna verloren gaat. Maar ik ben daar een aantal jaren mee bezig. Met het aanpakken van malafide incassobur­eaus, het beter helpen van mensen met schulden. Als je meeschrijf­t aan zo’n regeerakko­ord, kun je in één keer forse stappen zetten op dat gebied.” Heeft u binnenkort een afspraak op Paleis Noordeinde? Ze lacht: „Eerst maar een paar dagen vrij.” En daarna dan op het bordes als bewindsper­soon? „Ik weet het niet.”

Als iemand hevig reageerde aan tafel, dan dacht ik: meent-ie dat nu?

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands