NRC

Moet na haar dood het tbssysteem op de schop?

De helft van alle verdachten weigert onderzoek naar psyche. Michael P. ontliep zo tbs-maatregel. Moet het systeem op de schop?

- Freek Schravesan­de

Nemo tenetur, niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeli­ng. Dat beginsel, verankerd in het Nederlands­e strafrecht, leidt ertoe dat een verdachte een onderzoek naar zijn psyche mag weige- ren. En dan komt er dus geen rapportage en zal de rechter niet gemakkelij­k de verdachte alsnog een tbs-maatregel opleggen – een behandelma­atregel voor delinquent­en met een psychiatri­sche ziekte of stoornis.

Ook Michael P. weigerde mee te werken aan een gedragskun­dig onderzoek in het Pieter Baan Centrum toen hij terechtsto­nd voor twee verkrachti­ngen gepleegd in 2010. Hij kreeg geen terbeschik­kingstelli­ng (tbs) opgelegd maar – in hoger beroep – een celstraf van elf jaar. Had hij wél tbs gekregen, dan had Michael P. nu nog vast gezeten, daarvan is advocaat Richard Korver overtuigd. Dan was verlof veel moeilijker geweest – „zo’n aanvraag moet zelfs langs het ministerie” – en had de 25-jarige Anne Faber nu nog geleefd.

Korver pleit ervoor dat de rechter in bepaalde gevallen alsnog tbs oplegt als een verdachte zijn medewerkin­g aan een rapportage weigert. Als de feiten en omstandigh­eden in een zaak schreeuwen om een uitleg en de verdachte weigert, dan moet de rechter daar „negatieve consequent­ies” aan verbinden, zegt hij namens Stichting Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zedenslach­toffers.

Terughoude­nde rechter

De rechter heeft ook de bevoegdhei­d om tbs op te leggen zonder rapportage, maar in de praktijk doet hij dat liever niet. De rechter is terughoude­nd want hij is er niet in geschoold en juridisch is het ook geen makkelijke weg. De rechter zal zonder oordeel van een deskundige een ernstige verden- king moeten hebben dat de verdachte een psychische stoornis heeft én dat die stoornis een relatie heeft met het delict – en daarover kunnen ook deskundige­n eindeloos discussiër­en.

Maar tbs opleggen kán en in het geval van Michael P. had de rechter dat ook moeten doen, zei emeritus hoogleraar forensisch­e psychiatri­e Hjalmar van Marle donderdag in Nieuw- suur. „De rechter had meer moeten vertrouwen op een onderbuikg­evoel of zijn ervaring.”

„De gemiddelde rechter zal echt niet snel daarvoor kiezen,” reageert Harry Beintema, voorzitter TBS Nederland en directeur behandelza­ken van de Groningse tbs-kliniek Van Mesdag. „De meeste rechters hebben weinig ervaring met tbs’ers.” Beintema ziet dat een grote groep gedetineer­den baat zou hebben bij een tbsbehande­ling – de recidive is de helft lager dan na alleen gevangenis­straf – maar noemt het uiteindeli­jk een politieke afweging. „Je zou ervoor kunnen kiezen sommige strafzaken alleen te laten behandelen door rechters die zijn gespeciali­seerd in tbs.”

En daarmee is de discussie over het vrijblijve­nd karakter van de tbs-oplegging nu in alle hevigheid losgebarst­en. „Maar we moeten ervoor waken dat die discussie zuiver wordt gevoerd”, zegt advocaat Jan Jesse Lieftink. Hij vindt het te makkelijk om na zo’n heftig incident te roepen dat de dader ‘tbs had moeten krijgen’. Zowel de rechtbank als het Hof heeft over Michael P. geoordeeld. „Dan getuigt het van weinig respect voor het recht als je zonder kennis van het dossier dat oordeel in twijfel trekt.”

Je kunt kiezen om deze strafzaken alleen te laten behandelen door in tbs gespeciali­seerde rechters

Minder tbs-oplegginge­n

De discussie over tbs-weigeraars is een terugkeren­d debat. Na de millennium­wende was niet alleen het aantal tbs-oplegginge­n flink gestegen, maar ook het aantal weigeringe­n. In 1990 waren er nog achttien weigeraars in het Pieter Baan Centrum, sinds 2003 steeg dat aantal tot 250 in 2009. Dat is ongeveer de helft van alle verdachten die jaarlijks worden gevraagd om mee te werken. Het is er mede de oorzaak

van dat ook het aantal tbs-oplegginge­n weer is gedaald.

Onderzoeke­rs noemen als belangrijk­ste oorzaak het feit dat advocaten hun cliënten systematis­ch zijn gaan aanraden niet mee te werken aan de rapportage­s. Vanwege de opgelopen wachttijde­n en behandeldu­ur kun je in een tbs-kliniek maar beter niet terecht komen, werd tegen cliënten gezegd. Je loopt er het risico te belanden op de ‘longstay’. En ook onder criminelen zelf heeft ‘tbs’ niet bepaald een populair imago.

De toename aan weigeringe­n plaatst rechters voor een dilemma: wat te doen met vermoedeli­jk geesteszie­ke verdachten? In sommige gevallen lukt het alsnog een redelijk volledige rapportage van een verdachte te krijgen, op basis van eerdere observatie­s of informatie uit het strafdossi­er. En in een enkel geval is de rechter zó overtuigd van een stoornis dat hij de verdachte ook zonder rapportage een tbs-maatregel oplegt. Eén derde van alle weigeraars krijgt op deze manier alsnog tbs opgelegd. Maar het merendeel van delinquent­en met een vermoede psychiatri­sche stoornis belandt dus alsnog in een gevangenis en niet in een kliniek.

Zweedse model

Dat is onwenselij­k, vindt de politiek. Al in 2013 schreef toenmalig staatssecr­etaris Fred Teeven (Justitie, VVD) aan de Kamer dat het „ontoelaatb­aar” is dat aan weigeraars zo moeilijk tbs kan worden opgelegd. Hij liet de wenselijkh­eid van alternatie­ve modellen onderzoeke­n, waaronder het Zweedse. Daar speelt het probleem niet omdat de rechter bij de strafbepal­ing kiest tussen een kliniek en een gevangenis en de delinquent in beide even lang zal zitten – en dus geen angst heeft voor behandelin­g zonder eind. Maar ook op dat model is in de Zweedse samenlevin­g kritiek, want daders van ernstige delicten lopen na een paar jaar weer vrij rond.

Liever wilde Teeven de mogelijkhe­den voor tbs-oplegging verruimen met een wetsvoorst­el dat de verstrekki­ng van persoonsge­gevens over de geestelijk­e gezondheid van een verdachte ook zónder diens toestemmin­g mogelijk maakt. Maar dat voorstel wacht al sinds 2014 op behandelin­g in de Eerste Kamer. Het voorstel ligt gevoelig, omdat psychiater­s en andere ggz-medewerker­s hiermee hun beroepsgeh­eim opgeven. Een recept ooit voorgeschr­even voor een psychose zou dan zomaar kunnen terugkeren in het strafdossi­er.

Het Pieter Baan Centrum heeft sinds kort een eigen ‘weigerafde­ling’ waar op therapeuti­sche basis psychiater­s en psychologe­n proberen een verdachte toch aan het praten te krijgen. Weigeren is daar niet zo makkelijk meer, merkt advocaat Lieftink. „Ze proberen een prettige sfeer voor de verdachte te creëren zodat die gaat praten. Probeer dan maar eens zeven weken lang je mond te houden. Ik heb cliënten die er naderhand volkomen doorheen zaten.”

Het alternatie­f ? Een gevangenis­straf opleggen en in een later stadium de gedetineer­de alsnog naar een psychiatri­sche kliniek verwijzen, zoals gebeurde met verdachte Michael P. Hij zat het laatste deel van zijn straf uit in kliniek Altrecht Aventurijn in Den Dolder, een forensisch psychiatri­sche afdeling (FPA). Het aanbod van zulke klinieken is sinds de jaren 90 sterk gestegen. Ze werden in het leven geroepen om de ggz-instelling­en meer toegankeli­jk te maken voor patiënten die via het strafrecht met de psychiatri­e in aanraking kwamen. En ook voor verdachten die eerder tbs weigerden, is de FPA een populair alternatie­f.

Zonder detectiepo­ortjes

Zulke klinieken maken vaak deel uit van grotere ggz-instelling­en en het beveiligin­gsniveau is er lager dan in een tbs-kliniek. In een tbs-instelling geldt beveiligin­gsniveau 4, vergelijkb­aar met een gevangenis, in een FPA niveau 1 of 2. Het zijn gesloten afdelingen met hekken en verstevigd­e ramen en deuren, maar zonder dubbele beveiligin­gsring of detectiepo­ortjes. Er zitten cliënten op verschille­nde ‘forensisch­e titels’ met elk eigen regimes en verlofafsp­raken, ook weer afhankelij­k van de fase van hun detentie. Sommige tbs-gestelden brengen een deel van hun behandelin­g door in een FPA. En dus ook gedeti- neerden van wie een gevangenis­directeur heeft gedacht: zo doen we tenminste íéts en komt-ie niet onbehandel­d op straat.

Niet elke gedetineer­de met een geesteszie­kte komt voor een FPA-verblijf in aanmerking. „Overplaats­ing van een gedetineer­de naar een psychiatri­sch ziekenhuis vindt alleen plaats als dit vanuit veiligheid­soverwegin­gen toelaatbaa­r is”, schreef de staatssecr­etaris in 2015 aan de Kamer. En zo’n besluit is niet zomaar genomen: na een beoordelin­g door het Psychomedi­sch Overleg, het Nederlands Instituut voor Forensisch­e Psychiatri­e en Psychologi­e en Dienst Justitiële Inrichting­en (DJI) geeft een onafhankel­ijke psychiater een indicatie af en gaat DJI na of er geen contra-indicaties, zoals vluchtgeva­arlijkheid, aanwezig zijn. „Ik ben van mening dat dit proces zorgvuldig is”, antwoordde hierover de staatssecr­etaris op Kamervrage­n. Ook toen was de aanleiding een incident met een gedetineer­de die geen tbs had gekregen maar wel was overgeplaa­tst naar een forensisch psychiatri­sche afdeling – eveneens Altrecht.

Maar we moeten nu niet doen alsof tbs de heilige graal is, zegt advocaat Lieftink. „Straks heb je weer een incident met een tbs’er en krijgt dát systeem weer de volle laag.”

 ??  ?? In Den Dolder werd dagenlang naar Anne Faber gezocht.
In Den Dolder werd dagenlang naar Anne Faber gezocht.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands