NRC

Kunstschan­daal

- Bas Heijne

Engagement als business model – ziet Beatrix Ruf zelf niet hoe dodelijk dat is?

Deze maand stapelden de onthulling­en over Beatrix Ruf, directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, zich in hoog tempo op. Wat eerst nog slordighei­d leek, kreeg vervolgens het aanzien van creatief boekhouden. Inmiddels riekt het naar belangenve­rstrengeli­ng.

Donderdag berichtte NRC dat het directeurs­chap van Ruf welbeschou­wd een bijbaan is. Zij blijkt een eigen kunstadvie­sbureau te hebben (winst in 2015, het eerste jaar van Ruf als directeur van het Stedelijk: 437.306 euro). In het jaarversla­g over 2016 wordt melding gemaakt van twintig nevenactiv­iteiten van Ruf, maar niet van dat adviesbedr­ijf. Volgens het Amsterdams­e raadslid Marcel van den Heuvel kan Ruf haar nevenactiv­iteiten niet in haar vrije tijd hebben gedaan: „Een goedbetaal­de adviseur verdient 2.000 euro per dag. Dat betekent dat Ruf minstens tweehonder­d dagen advieswerk heeft gedaan naast haar voltijdsba­an.”

Verschille­nde private partijen die Ruf met haar bureau adviseert geven kunstwerke­n in bruikleen. Dat lijkt ontzettend aardig, totdat je beseft dat die kunstwerke­n in waarde toenemen omdat ze in het Stedelijk hangen.

Net zo dubieus is de „schenking” van haar kennis Thomas Borgmann, van 600 kunstwerke­n – volgens het museum dan, in werkelijkh­eid, meldt NRC , gaat het om minder dan 200 werken. Tegelijk werd voor zeven werken van deze verzamelaa­r anderhalf miljoen euro neergelegd. Dat werd stilgehoud­en.

Sinds een paar jaar wordt van museumdire­cteuren „ondernemer­schap” verreist – iemand is Beatrix Ruf vergeten te vertellen dat het ondernemer­schap in dienst van het museum betreft, niet van haarzelf en haar clientèle. M

aar pas echt interessan­t wordt het wanneer je dit stiekeme gedoe tegenover de koers van het Stedelijk onder Ruf zet. De museumdire­cteur zet zich af tegen blockbuste­rs waarmee het museum geld verdient en een horde bezoekers lokt. „Picasso op de gevel zetten dat kan iedereen”, zei ze volgens een oud-collega. Ruf legt de nadruk op het museum als „politieke ruimte”.

Volkskrant- criticus Rutger Pontzen: „Zelden zal men in de museumzale­n zo’n grote hoeveelhei­d maatschapp­elijk engagement zijn tegengekom­en. […] Esthetiek en stijl lijken aan haar aandacht (en interesse) voorbij te gaan. De Duitse richt zich voornameli­jk op de inhoudelij­ke thematiek, en dan vooral op maatschapp­elijke onderwerpe­n met een problemati­sche, morele component.”

Ik heb niets tegen maatschapp­elijk geëngageer­de kunst, er kunnen wat mij betreft geen „problemati­sche, morele componente­n” genoeg zijn. Heel goed dat steeds meer kunstenaar­s zich met de wereld van nu bezighoude­n, dat kan subtiel of plat, beschouwen­d en activistis­ch, interessan­t of clichémati­g – critici en bezoekers oordelen.

Wel heb ik moeite met veel engagement van de kunstwerel­d. Te vaak wordt dat engagement losgelaten op een klasse die het van tevoren al van harte met de boodschap van de tentoonges­telde kunst eens is, die zich dus door die kunst enkel bevestigd zien in wat ze toch al vonden – over ongelijkhe­id, over Europa, over het lot van de vluchtelin­g. Het vooroordee­l, het onbegrip en de haat bevinden zich meestal buiten de muren van het museum of de galerie, daarbinnen wordt instemmend geknikt uit naam van een rechtvaard­iger wereld, met een glaasje erbij.

Het gevaar bestaat dat engagement zo volledig vergroeid raakt met het wereldbeel­d van een hoogopgele­ide, welvarende klasse. Preken voor eigen parochie is in een versplinte­rde samenlevin­g vaak een ding, ik weet het, maar nergens trof ik zoveel in wezen apolitieke zelfgenoeg­zaamheid aan als in de gevestigde kunstwerel­d. Voor wie doe je het? Hoe vaak is het museum echt een „politieke ruimte”? D e Franse socioloog Bourdieu heeft laten zien dat goede smaak alles te maken heeft met de behoefte je van anderen te onderschei­den. Smaak wordt sociaal bepaald. Dat maakt me niet zoveel uit wanneer het gaat om een vaas, een abstract schilderij of de couture van Roy Donders, maar wanneer maatschapp­elijke kwesties die je aan het hart gaan een dingetje worden voor een establishm­ent dat geen werkelijk debat buiten de eigen kring nastreeft, is dat een probleem. Iemand zou daar eens een tentoonste­lling over moeten maken, maar in het Stedelijk van Ruf gaan we die niet zien. Dat museum bedient een steeds kleiner publiek. Er wordt weinig moeite gedaan een nieuw publiek die „politieke ruimte” binnen te halen.

Het akelige beeld dat door het gesjoemel van deze museumdire­cteur oprijst: naar buiten toe eindeloos betrokken bij de wereld van nu, maar intussen volledig vergroeid met een klein internatio­naal circuit van gelijkgest­emden, waarbij particulie­re (financiële) belangen boven de publieke zaak gaan, namelijk de positie die het Stedelijk in onze samenlevin­g inneemt.

Engagement als business model – ziet ze zelf niet hoe dodelijk dat is?

Ik lees dat Ruf weigert in te gaan op de laatste onthulling­en. Ze zal wel moeten.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands