Zeldzame ziekte als business case
Een zeldzame erfelijke aandoening is, hoe afschuwelijk ook, voor medicijnontwikkelaars niet interessant. Toch zoekt het Leidse biotechbedrijf Amylon naar een remedie tegen de Katwijkse ziekte. Waarom?
Het is the biggest disease you’ve never heard of Woordvoerder van Amylon over de aandoening die verwant is aan de Katwijkse ziekte
M arco Koning viert zijn verjaardag al een tijdje niet meer. Te confronterend. Hij is 43 jaar, een kritieke leeftijd voor mensen zoals hij. „De eerste grote hersenbloeding treedt normaal gesproken op tussen je veertigste en vijftigste verjaardag”, zegt de arbeidspsycholoog uit Nieuw-Vennep. Hij kent zijn voorland. Zijn vader was 46 toen het voor het eerst gebeurde. Tien jaar en een serie bloedingen later raakte hij in coma. Nog eens tien jaar later was zijn vader dood.
Koning heeft HCHWA-D, beter bekend als de Katwijkse ziekte, een erfelijke aandoening die hersenbloedingen veroorzaakt. De kwaal is een tijdbom. Dragers van het gewraakte gen weten zeker dat de bloedingen vroeg of laat beginnen, dat ze steeds erger worden en dat ze uiteindelijk dodelijk zijn. Een medicijn is er niet.
Of beter: nóg niet. Het zag er lange tijd niet naar uit, maar Koning is hoopvol dat er straks wél een remedie is. En hij is niet de enige.
Zijn hoop is gevestigd op Amylon uit Leiden, een biotechnologiebedrijf dat vorige maand is opgericht en dat een medicijn in ontwikkeling heeft tegen de Katwijkse ziekte. De piepjonge onderneming is een spin-off van ProQr, een van de grootste biotechbedrijven van Nederland met een beursnotering in de VS en een beurswaarde van ruim 100 miljoen euro. Amylon maakt gebruik van de laboratoria van ProQr en werkt samen met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), 300 meter verderop.
Het bedrijfje heeft bovendien het vertrouwen van gerenommeerde wetenschappers. Onder anderen Philip Scheltens, hoogleraar neurologie en directeur van het Alzheimercentrum in Amsterdam, zit in de wetenschappelijke adviesraad van Amylon. „Die wetenschappelijke steun is voor mij belangrijk”, zegt Koning. „Zíj zijn enthousiast. Daarom durf ik dat ook te zijn.”
En toch: dat een biotechonderneming een medicijn wil ontwikkelen tegen de Katwijkse ziekte wekt verbazing. Want de aandoening mag afschuwelijk zijn, ze is ook bijzonder zeldzaam.
Wetenschappers vermoeden dat de afwijking in de zeventiende eeuw is ontstaan door een toevallige mutatie bij een baby in of in de buurt van het Zuid-Hollandse vissersdorp. Sindsdien is de ziekte generatie op generatie doorgegeven. Draagt een van je ouders het bewuste gen, dan heb je 50 procent kans dat je de ziekte ook hebt. Een hoog risico, maar de Katwijkse gemeenschap is van oudsher even hecht als honkvast, dus de verspreiding is relatief beperkt gebleven.
Op dit moment komt de kwaal voor in een klein aantal families dat zich nog altijd vooral concentreert in en rond Katwijk, hoewel er ook een paar gevallen bekend zijn in Australië en de VS. Schattingen van het aantal patiënten schommelen rond de vijfhonderd, duizend hooguit.
Extreem risicovol
Daar is met de beste wil van de wereld geen business case op te bouwen. En biotechnologie is geen liefdadigheid. Medicijnontwikkeling kost al gauw honderden miljoenen en is bovendien extreem risicovol. Tegenover ieder succes staan meerdere mislukkingen, bijvoorbeeld omdat een medicijn na uitgebreid testen niet veilig blijkt te zijn of omdat het middel bij mensen toch niet zo goed werkt als in het lab. Dan is het al snel einde oefening voor het bedrijf en zijn de investeerders hun geld kwijt. Dat betekent dat ze een grote beloning verwachten als een biotechplan wél slaagt, anders beginnen ze er niet aan.
Geen wonder dat er lange tijd geen uitzicht was op een behandeling van de Katwijkse ziekte, die pas in de jaren tachtig werd opgemerkt door een oplettende huisarts in de regio. Nadat begin jaren negentig het chromosoom werd geïdentificeerd waarop de afwijking voorkwam, was er onder wetenschappers aanvankelijk nog wel wat belangstelling voor de aandoening, vertelt de Leidse neuroradioloog Mark van Buchem, die zich heeft beziggehouden met de Katwijkse ziekte. „Maar de conclusie was al snel: er valt niets aan te doen. En daarmee hield het onderzoek op.”
Vraag is dus: waarom zien Amylon, moederbedrijf ProQr – dat zelf werkt aan een medicijn tegen taaislijmziekte en nog altijd grootaandeelhouder is van Amylon – en een groep investeerders nu wél brood in de Katwijkse ziekte? Zo veel zelfs dat de pas 27-jarige topman van het jonge biotechbedrijf Thomas de Vlaam erin is ge- slaagd voldoende geld op te halen om op eigen benen te kunnen staan, terwijl de ontwikkeling van een geneesmiddel zich pas in de vroegste laboratoriumfase bevindt.
Hoeveel kapitaal De Vlaam precies bij „private en institutionele investeerders” heeft losgeweekt wil hij niet zeggen, maar het is „voldoende om de komende tijd zonder zorgen vooruit te kunnen”.
Het antwoord is: het is ze niet om de Katwijkse ziekte te doen. Althans, niet alléén. De commerciële belofte schuilt in een verwante aandoening met de naam CAA, die eveneens tot hersenbloedingen leidt en in sommige gevallen tot dementie. Liefst een kwart van de mensen van boven de 60 ontwikkelt de ziekte, stelt de Nederlandse patiëntenvereniging. Het is „ the biggest disease you’ve never heard of ”, aldus een woordvoerder. Radioloog Van Buchem – die Amylon adviseert maar geen financieel belang heeft – ondersteunt die typering. Hij zegt dat naar schatting zelfs vier op de vijf mensen van 80 jaar of ouder CAA hebben, wat overigens niet betekent dat zij er ook allemaal gevolgen van ondervinden.
Stapeling van giftige eiwitten
In feite komen de Katwijkse ziekte en CAA in grote lijnen op hetzelfde neer, beseften wetenschappers enkele jaren geleden. Een game changer, in de woorden van Van Buchem, want dat betekent dat een therapie voor de ene ziekte wellicht ook werkt tegen de andere. Was de Katwijkse ziekte eerder nog weggestopt in de vergeten hoek van afschuwelijke maar hoogst zeldzame aandoeningen, nu konden patiënten misschien profiteren van belangstelling voor een veel grotere kwaal. En andersom bleek de Katwijkse