Een filmpje van een Lamborghini ging rond als metafoor voor belastingontduiking. Maar die vergelijking gaat niet helemaal op.
en matzwarte Lamborghini Murciélago LP640 glijdt zonder te betalen onder de slagboom van de parkeergarage door. Een stuntfilmpje van een vlogger met een geleende patserbak, maar het ging deze week viraal als perfecte metafoor voor belastingontduiking. Want achter dat getinte glas kon je makkelijk zo’n anonieme hufter projecteren, zo iemand met zat poen voor een bak van vier ton maar toch te krenterig om een grijpstuiver te geven aan het algemeen belang.
En je komt ermee weg, het mag gewoon. Vrrrroem, gromt de V12-motor, en doei!
Belastingontwijking lijkt vaak te ingewikkeld voor volkswoede, maar met dit filmpje was je in vijftien seconden bijgepraat. En zonder moeilijke woorden als ‘commanditaire vennootschap’, laat staan dat je die 13,4 miljoen Paradise Papers moest lezen.
Het filmpje werd dus fluks opgepikt in allerlei hutsekluts-nieuwsberichtjes en werd zelfs op de Nederlandse televisie vertoond. Maar was het een goede visuele metafoor?
Beter dan die palmstrandfoto’s die je normaal ziet bij gebrek aan beeld van de boeven zelf. Die strandfoto’s situeren dat paradijs steevast op een ver eiland, in plaats van aan onze eigen druilerige, palmboomloze Zuidas. Want juist Nederland zuigt wereldwijd staatskassen leeg, bleek opnieuw. Chapeau, we zijn weer die zeventiende-eeuwse roofstaat. Je zou er bijna de Nederlandse vlag om hijsen in het parlement.
Toch is het een stom filmpje. Want ik bewonder de stunt. Welke burger voelt geen triomf bij het vinden van een gratis parkeerplekje? Om diezelfde reden bleef woede over belastingparadijzen lange tijd uit: iedere weldenkende burger probeert toch zo min mogelijk belasting te betalen? Dus hoe dan boos worden op anderen?
We hebben geïnternaliseerd om als ondernemers te denken. We zien belasting betalen als een sport, waarbij de overheid spelregels opstelt en wij als burgers proberen ze te ontwijken. Dus dwingen fiscale stunts bijna respect af. En zeker in een geïndividualiseerde tijd ben je al gauw de held als je het goed voor jezelf regelt. Had ik zelf een Lamborghini, deed ik het ook.
Het is die moraal van: omdat het kan. Rechtvaardigheid zijn we gaan zien als een irritante wielklem.
Maar achter die parkeergarage-metafoor zit ook de gedachte dat bedrijven niets anders deden dan slim de mazen van de wet opzoeken. Als het onder de slagboom past, mag het.
Wat je niet ziet, is hoe Nederlandse bewindslieden en ambtenaren voor bepaalde bedrijven die slagboom gewoon open hielden, al reden ze in een monstertruck. Want Nederland is niet een belastingparadijs geworden vanwege de natuurlijke ligging, nee, ambtenaren en bewindslieden hebben het gecreëerd, op advies van Amerikaanse lobbyisten, in een innige verstrengeling van bedrijven en politiek.
‘Rulings’: maatwerk bij een glas champagne.
Dat klinkt allemaal als complottheorie, maar is een tijdje terug netjes uitgezocht door bijvoorbeeld Jesse Frederik van De Correspondent. En Ewald Engelen krijgt hier al jaren vergeefs gelijk (of lees het rustig na in Parking k b d Süddeutsche Zeitung Le Monde). Valet ageerde tegen die innige verstrengeling van politiek en banken. Hier had hij nou een punt, al is hij zelf het tegenovergestelde van de oplossing. Die verstrengeling blijkt nu weer uit de Paradise Papers. Met Nederland als een hub.
Dat moeras moet gedempt, kortom. Maar door wie?
Onze Mark Rutte ging laatst op de fiets naar de koning, als de gewone man, de nederige antithese van de Lamborghini-rijder. Leuk. Maar wat had hij in petto? Dat de melk duurder moest en dat aandeelhouders Sinterklaascadeaus moesten krijgen en gratis parkeren, dat was landsbelang.
Partijkartel, twitterde Thierry Baudet. Hij had een punt, dit keer, dus ik schrok: want de prijs voor ons bedrijvenparadijsje zal op een dag volkswoede zijn – raden wie die woede gaat oogsten. Arjen van Veelen