De boodschap is: zonder wapen kun je echt de straat niet op
Guus Valk n februari van dit jaar, een maand na de inauguratie van Donald Trump tot president, wandelde een kleine man het podium op van het conservatieve congres CPAC in National Harbor, Maryland, net buiten Washington DC. Wayne Lapierre (68), herkenbaar aan zijn scheiding, balde twee vuisten. Hij lachte breed. „Zijn jullie er klaar voor jullie land weer op het rechte pad te krijgen?”
Wayne LaPierre is al ruim een kwart eeuw het gezicht van de National Rifle Association (NRA), de Amerikaanse vuurwapenlobby. Afhankelijk van wie je spreekt, staat hij bekend als een gevreesd en gerespecteerd lobbyist. Hij is de man die de organisatie, volgens politicoloog en NRA-lid Robert Spitzer, „de machtigste lobbyclub van Amerika” heeft gemaakt.
Wayne LaPierre is ook een onopvallende verschijning. Een type-boekhouder. Iemand die ook op CPAC, voor zijn eigen mensen, moeite had de aandacht van zijn publiek vast te houden. Steevast zette het publiek applaus in op verkeerde momenten. Als LaPierre pauzeerde om een ovatie in ontvangst te nemen, bleef het juist stil.
Ondanks zijn aanvankelijke euforie over de verkiezing van Donald Trump waren de woorden van LaPierre onheilspellend. Hij had het over „de ongekozen rechters”, die „de wet zo verdraaien dat ze net zo goed een molotovcocktail naar de Grondwet kunnen gooien”. Het ging over „de linkse media”, die „de wind van geweld in ons land aanwakkeren”. Over Black Lives Matter, en over de „anarchisten, marxisten en socialisten”, die op straat zouden marcheren. „Ze zijn boos, militant en bereid geweld te gebruiken.” Een burgeroorlog is nabij, aldus LaPierre. „Onze nachtmerrie begint nog maar net.”
Daar, in die conferentiezaal in National Harbor, legde Wayne LaPierre de basis voor een nieuwe NRA. De organisatie was in de Obama-jaren opgebloeid, zowel in invloed als in ledental. De NRA had gewonnen: Donald Trump zat in het Witte Huis, de kandidaat waar de NRA als eerste grote lobbygroep achter was gaan Niet minder, maar méér wapens maken het land veiliger, predikt wapenlobby NRA. Angst zaaien maakt de club machtig. Maar de homogene achterban van witte mannen sterft langzaam uit. staan. De Republikeinse meerderheid in het Congres was behouden, net als in de meeste staten. Een ruime meerderheid van de Republikeinse politici heeft een uitstekende NRA-beoordeling: A-, A of A+. Van hen heeft de NRA niets te vrezen.
Maar winnen is gevaarlijk voor de vuurwapenlobby, zegt Robert Spitzer. Hij is al tientallen jaren lid en schreef het standaardwerk The Politics of Gun Control. „Het succes van de NRA is de voortdurende aankondiging van de apocalyps. In de Obama-jaren ging het uitstekend. Het ledental steeg naar vijf miljoen, en er werden meer vuurwapens verkocht dan ooit. Maar nu valt de urgentie weg, en moet de organisatie iets nieuws verzinnen.”
De nieuwe vijand, dat zijn ‘ze’, wie dat ook mogen zijn. In een recent filmpje zegt NRA-woordvoerder Dana Loesch: „Ze gebruiken hun media, hun scholen, hun filmsterren [...] om ze te laten marcheren. Om ruiten in te gooien, auto’s te verbranden, snelwegen te blokkeren, en om brave burgers te terroriseren.” Ze roept op „dit geweld van leugens te bestrijden met Robert Spitzer lid NRA