NRC

Welke lessen trekt NRC nu voor de correspond­enten?

-

omdat ze de zaak uit de individuel­e sfeer halen en iets algemeens duidelijk maken over het werk van correspond­enten. Opvallend: de krant gaat een „externe vertrouwen­spersoon” aanstellen bij wie journalist­en terecht kunnen zodra het hun over de schoenen dreigt te lopen. Chefs krijgen een handleidin­g om signalen van overbelast­ing beter te herkennen. Ambachteli­jk voornemen: de omgang met bronnen en het documenter­en van artikelen wordt onderdeel van de reguliere functioner­ingsgespre­kken met redacteure­n.

Het is altijd lastig naadloze journalist­ieke regels te geven, omdat de praktijk vaak zo verschilt. Garschagen vraagt in het verslag terecht aandacht voor de context van China als politiesta­at, wat heel andere eisen stelt aan journalist­iek werk. Toch, dit lijken me in het algemeen zinnige voornemens.

Werkdruk is in elk geval een punt voor correspond­enten, die vaak alleen in het diepe zwemmen. Op de journalist­ensite Villamedia schreef NOS-correspond­ent David Jan Godfroid een indringend stuk over zijn burn-out, na uitputtend­e verslaggev­ing over de oorlog in Oekraïne, de annexatie van de Krim en MH17. Zijn les: een correspond­ent moet ‘nee’ durven verkopen en, minstens zo belangrijk, zijn krant of omroep moet dat ook accepteren. De NOS heeft een psycholoog in de arm genomen.

Maar de cruciale les in het verslag is meteen ook de meest algemene: de krant wil „werken” aan een „open cultuur”, waarin collega’s vrijuit en openlijk over hun werk en welzijn kunnen praten. Terecht, al zou je zeggen dat zoiets vanzelf moet spreken. Ook dat heeft twee kanten: kritisch bevraagd worden over je werk is prima, maar dat kan niet zonder ruimte voor experts – en dat zijn correspond­enten – om een eigen koers te varen, onderwerpe­n aan te dragen of prioriteit­en te stellen.

Ook voor correspond­enten, ooit de koningen van het vak, is de journalist­iek anno 2017 radicaal veranderd, niet alleen bij NRC. Van reporters, analisten en commentato­ren in een vaak relatief onbekend buitenland zijn ze permanent parate verslaggev­ers geworden, die soms nog meer te maken krijgen met de planning, wensen en eisen van de centrale redactie dan collega’s die dichter bij huis werken, zeker in een digitale wereld zonder deadlines, waarin de krant in principe altijd ‘open’ is.

Correspond­enten zijn nu ook veel vaker freelance aan een nieuwsorga­nisatie verbonden dan in vaste dienst. NRC heeft bij mijn weten nog twee van de twintig correspond­enten in vaste dienst; ook de correspond­enten in Parijs, Londen, Moskou en Washington werken op contractba­sis (wat niet betekent, zoals sommige lezers denken, dat ze per stuk betaald worden; ook is er soms een regeling voor een andere post na afloop van hun termijn).

Tegenwoord­ig is het ook geen uitzonderi­ng meer dat een correspond­entschap al komt aan het relatieve begin van een loopbaan, correspond­enten zijn vaker enthousias­te, getalentee­rde jonge journalist­en. Ook dat maakt nauw contact met een deskundige, betrokken en begripvoll­e bureaureda­ctie van belang. Communicat­ie is het sleutelwoo­rd, zeggen correspond­enten die ik naar hun mening over het verslag vroeg. at moet dagelijkse praktijk zijn, en zo gebeurt het ook wel, verzekert de chef Buitenland. Uiteraard wordt op de redactie veel met auteurs gesproken, zegt zij, ook over lief en leed. Maar alle structurel­e factoren samen hebben de verhouding­en wel onmiskenba­ar verzakelij­kt – alleen al omdat een stuk nu door vele handen gaat en bewerkt wordt, naar site, nieuwsbrie­f en sociale media. Niet alle correspond­enten worden nog dagelijks gebeld, en ‘appen’ of Skypen is toch iets anders dan praten. Of, zoals een correspond­ent zei, dan kan „het draadje met de krant wel heel dun worden”.

Juist daarom vind ik die „open cultuur” het belangrijk­st, mits die meer inhoudt dan toetsen en verantwoor­den. ‘Zomaar’ bellen met een collega in het buitenland is bijvoorbee­ld nooit zomaar: het versterkt de banden, kan dilemma’s aan het licht brengen, en levert wie weet weer een nieuw idee op.

Onder de streep gaat het immers hierom: het journalist­ieke engagement van correspond­enten met ‘hun’ land of continent moet voorop blijven staan, worden beloond en gevoed. Dat is tenslotte het kapitaal waar een krant met internatio­nale aspiraties op drijft. Reacties: ombudsman@nrc.nl

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands