Sjoerd de Jong
fhechten van ophef is niet leuk, maar wel nodig – en nuttig. Want welke lessen heeft NRC getrokken uit het onderzoek naar artikelen van correspondent Oscar Garschagen, die in september door zijn voormalige Chinese assistent werd beschuldigd van ‘fabricaties’?
Eind september publiceerde de hoofdredactie een voorlopig rapport, waarin journalistieke fouten in enkele artikelen van zijn hand werden geconstateerd, in het toeschrijven van bronnen. Onlangs is het definitieve verslag verschenen, geplaatst op nrc.nl.
Dat bevat twee nieuwe elementen: allereerst zijn nog eens twaalf artikelen bekeken (het eerdere rapport behandelde er acht), aangedragen door de voormalige assistent. Daarnaast zijn er de getrokken ‘Lessen’.
Eerst een correctie: Oscar Garschagen is niet ontslagen, zoals in andere media is gemeld (NRC meldde dat hij de organisatie zou „verlaten”), hij gaat in overleg met de hoofdredactie volgend jaar met vervroegd pensioen.
Dan die twaalf extra artikelen. Daar kunnen we kort over zijn: het onderzoek daarnaar heeft geen grote nieuwe feiten aan het licht gebracht, of ernstige fouten. Dat sterkt Garschagens verklaring dat hij, na bijna tien jaar in China, incidenteel uit de bocht is gevlogen, met fouten waar de krant niet aan kon voorbijgaan, maar dat zijn werk door de bank genomen overeind staat.
Dan die ‘lessen’. Die zijn interessant,