Hier loopt het internet dood
De aanleg van glasvezel in buitengebieden verloopt traag en is duur. Daardoor heeft een half miljoen huishoudens in Nederland een vrijwel onbruikbare internetverbinding. Het mobiele 4G-netwerk biedt uitkomst.
ls hij een online fotoalbum wilde maken, reed hij naar het dorp om daar zijn usbstick te uploaden. Ook een dagje thuiswerken zat er niet in. Die ongemakken horen erbij, weet Guido Prins, als je woont in een buurtschap als Appel, bij Nijkerk. Een weids uitzicht, maar een karige internetverbinding. Dat komt omdat adsl (internet via de koperlijn) snelheid verliest, hoe verder je van de wijkkast zit. De 5 megabit per seconde download en een halve megabit upload die Prins haalde, kun je eigenlijk geen breedband noemen. Ook in Appel wil de overheid dat burgers hun zaken online afhandelen en werken bedrijven in de cloud.
„Snel internet is een levensbehoefte om te blijven participeren in de maatschappij”, zegt Guido Prins. Als voorzitter van de buurtvereniging probeerde hij daarom vijf jaar lang een glasvezelverbinding naar Appel te krijgen. Tevergeefs: de aanleg is te duur – geen telecompartij die daar geld in steekt.
Appel is niet het enige buurtschap waar de vaste internetverbinding te wensen overlaat. Van de 7,7 miljoen Nederlandse huishoudens hebben er ongeveer 500.000 een ontoereikende internetverbinding. Dat komt door de trage verglazing. KPN (2,4 miljoen glasvezelaansluitingen) zette de aanleg naar huisadressen op een laag pitje na de overname van netwerk Reggefiber in 2015. „KPN legt alleen nog maar glas in nieuwbouwwijken aan”, zegt Erik Compter, analist van onderzoeksbureau Telecompaper. „Binnen de bebouwde kom duurt het jaren voordat er winst wordt behaald op een aansluiting, buiten de bebouwde kom gaat het bij wijze van spreken nooit gebeuren.”
KPN steekt liever geld in het verglazen van wijkkasten en het upgraden van het kopernetwerk naar vdsl, een snellere variant op adsl. Daar merken ze op het platteland niet zo veel van.
CIF, een investeringsfonds van Rabobank en enkele pensioennetwerken, richt zich bij uitstek op glasvezel in de regio. CIF telt 390.000 aansluitingen en wil er jaarlijks 35.000 toevoegen, via aanleg op projectbasis in gemeentes waar de helft van de bewoners zich wil inschrijven.
Begin dit jaar schroefde CIF het aansluittempo terug en verhoogde de aanlegkosten voor consumenten met 25 procent. De aanleg blijkt veel duurder dan verwacht. De graafkosten lopen op tot 2.500 euro per adres – soms meer dan 5.000 euro op lastige locaties.
De verglazing vertraagt, toch wordt er gewerkt om die laatste 500.000 adressen van fatsoenlijk breedband te voorzien. In de provincie Gelderland worden de ‘witte vlekken’ op drie geheel verschillende manieren bestreden. Een rondgang.
Oplossing 1: een helpende hand van mobiel breedband
ten Klooster aan het experimenteren sloeg. Glasvezel aanleggen was onbetaalbaar en ook een straalverbinding tussen Nijkerk en Appel bleek te kostbaar. „Er was een mast van twintig meter hoog nodig om de leerlingen van fatsoenlijk internet te voorzien.”
Net voordat KPN zijn experiment begon met 4G met koper, sloot De Appelgaard een contract af met T-Mobile. Die schroefde een antenne boven de schooldeur en sindsdien kan De Appelgaard 100 gigabit per maand verstoken met meer dan 50 Mbit per seconde. „Als het op is kunnen we bijkopen”, zegt Ten Klooster.
Vergeleken met glasvezel houdt het mobiele net zijn beperkingen. Het is kwetsbaarder voor storingen en de verbinding naar de zendmast wordt gedeeld