Mestcomplot
Boeren, transporteurs, mestverwerkers en handelaren in Brabant en Limburg frauderen op grote schaal met mest. NRC bracht het netwerk en de omvang van de fraude in kaart.
Laat op de avond hobbelt een vrachtwagen over landwegen. De wielen worstelen zich grommend door de kuilen. Niet alle wegen hier, in het grensgebied tussen Brabant en Limburg, zijn op zo’n zwaargewicht gebouwd. Toch rijden de vrachtwagens af en aan, dag en nacht. Ze brengen mest, ze halen mest.
De rit gaat langs bossen, weiden en slecht verlichte industrieterreinen. Stankcirkels verraden stallen vol varkens, kippen en koeien. De chauffeur is alert. In het donker ziet hij een auto opvallend lang volgen. Hij overweegt om de rotonde rond te rijden, zoals drugsdealers doen om iemand af te schudden, maar na een tijdje slaat de auto af.
De chauffeur rijdt een erf op. Met een loader – een soort bulldozer – schept de klant zelf een hoopje mest in de vrachtwagen. De bijna lege wagen gaat de weegbrug op. De klant draait een bon uit met het gewicht erop. Daarna wordt de loader erbij gezet op de weegbrug, waardoor dat gewicht bij dat van de vrachtwagen wordt opgeteld. Een nieuwe bon vermeldt een flink hoger gewicht.
Als de chauffeur onderweg niet wordt aangehouden, gaat de eerste bon de prullenbak in. De tweede is voor de boekhouding. Zo vervoert de chauffeur op papier veel meer mest dan in werkelijkheid. Geen ander Europees land heeft zo veel koeien, kippen en varkens als Nederland. We importeren het voer en exporteren het vlees. Het restproduct blijft achter: mest.
In die mest zit stikstof en fosfaat. Dat is prima voor de gewassen, maar in hoge concentraties slecht voor het grond- en oppervlaktewater. Bemesting heeft de afgelopen jaren geleid tot overschrijding van de milieunormen in 86 van de 220 waterwinputten in Nederland.
Om het milieu te beschermen zijn er Europese regels. Die bepalen dat boeren maar een deel van hun mest op het land mogen strooien. De rest moeten ze afvoeren, naar een akkerbouwer die nog mest
Hooguit wat rotte appels