Paradijs
Het is de BV Nederland, traditiegetrouw amoreel als het op zakendoen aankomt
Die wittebroodsweken van het kabinet Rutte III, dat waren er precies twee – en dat ze nu al voorbij zijn, heeft deze regering helemaal aan zichzelf te danken. Te veel, te vaak, te koket de gewone Nederlander aangeroepen, de normale man en vrouw voor wie je het allemaal doet, tja, dan wordt het lastig onder lobbydruk 1,4 miljard weg te geven aan ongewone of niet-Nederlanders. De oppositie, die het behoorlijk moeilijk heeft tegen een van-alles-eenbeetje regering, omarmt de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting als een godsgeschenk. De SP kwam meteen aanhollen met de voedselbanken.
In de Tweede Kamer probeerde de nieuwe minister van Financiën een oud kunstje – het weggeven van die anderhalf miljard was louter om erger te voorkomen; anders zou een aantal multinationals, waaronder Shell, onmiddellijk naar Engeland verhuizen. En Akzo Nobel – als die geen dividendbelasting meer hoeven te betalen, stijgen de aandelen en kan het bedrijf minder gemakkelijk worden overgenomen. Minister Hoekstra: „We moeten ons tafelzilver goed beschermen.”
Wat weet ik ervan, maar mij lijkt het strategisch een misser. De burger politiek onder druk zetten met een rampenscenario werkt zelden of nooit. Het riekt naar bangmakerij, en het effect daarvan is meestal averechts. Het maakt recalcitrant. Voorstanders van de sleepwet, waaronder het kabinet, proberen zo ook het komende referendum op de zogenaamde sleepwet te demonteren, door te preluderen op een aanslag die vast en zeker gaat plaatsvinden, als die wet niet in werking treedt – door Arjen Lubach raak de „terreurschwalbe” genoemd.
Bij de argumentatie van Hoekstra moest ik meteen denken aan het kulargument dat werd ingezet toen de voorganger van Hoekstra iets aan de bonuscultuur bij de banken dreigde te gaan doen – bij een bonusplafond zou al dat ontzagwekkende Hollandse toptalent onmiddellijk uit ons benauwde landje vertrekken! De economie zou een enorme klap krijgen! Nooit meer iets over gehoord. Bovendien geeft minister Hoekstra impliciet toe dat hij zich laat gijzelen door multinationals. Ons tafelzilver? Wie is er hier eigenlijk de baas? Dat hij in het verleden zelf voor Shell werkte helpt dan niet in de beeldvorming.
Hoekstra had ook nog de pech dat hij het afschaffen van de dividendbelasting moest verdedigen in de week van het openbaar worden van de zogenaamde Paradise Papers, die opnieuw duidelijk maakten dat het voor mensen en bedrijven met geld heel gemakkelijk is om nog veel meer geld te verdienen door belasting te vermijden. Wat dat betreft is Ne- derland, we wisten het al, een paradijs.
Er is niets illegaals aan, wordt hier en daar stotterend als tegenargument ingebracht. Dat lijkt mij juist het erge.
Want behalve veel geraffineerd offshore gesjoemel brengen de Paradise Papers ook de hypocrisie van een bepaald politiek discours aan het licht. Hoe kun je, zoals de leider van de partij van Hoekstra, Sybrand Buma, aan één stuk door oproepen tot nieuw gemeenschapsbesef, tegen wie het maar horen wil verkondigen dat het postmoderne individu zijn plichten aan het collectief heeft verzaakt, en dan de lippen stijf op elkaar houden wanneer blijkt dat de mondiale economische elite er alles aan doet om de verplichtingen aan de gemeenschap slinks te ontwijken?
Verheven woorden over een betere wereld, en intussen het grote graaien, de werkelijk sociale cohesie ondermijnende krachten, schouderophalend laten passeren.
Wat is dan het verschil tussen Buma en Bono?
De gevestigde politiek, dat heeft men van 20 jaar populisme wel geleerd, weet dat de gewone, voortploeterende Nederlander het liever dicht bij huis houdt dan zijn hoofd breekt over grote, ingewikkelde vraagstukken. Dus kun je hem, lijkt het, met gemak bespelen – er is altijd wel ergens een ongewone Nederlander te vinden om woedend over te worden, liefst met vlasbaard of hoofddoek. Maar de reacties op de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting en onthullingen in de Paradise Papers laten zien hoe getruukt die nieuwe betrokkenheid bij de bedreigde leefwereld van de gewone Nederlander kan zijn. Hem paaien met de Nederlandse vlag in het parlement en intussen, ik zeg het even op z’n socialisties, de loper uitleggen voor het grenzeloze grootkapitaal.
De Paradise Papers en de discussie over de dividendbelasting laten een ander Nederland zien dan het Nederland dat in de politiek tegenwoordig zo vaak wordt aangeroepen. Het is de BV Nederland, traditiegetrouw amoreel als het op zakendoen aankomt – vanaf de Gouden Eeuw leveren we ook het liefst wapens aan twee oorlogvoerende naties tegelijk, dan heb je altijd afzet. Maar nu juist de politiek het idee van Nederland als een gemeenschap van gedeelde waarden te pas en te onpas propageert, kan ze die BV Nederland niet langer als een vrijplaats buiten de samenleving blijven zien.