De kleine wetenschap
zijn wel meer dieren te lui om zelf hun eten te zoeken. Hyena’s en leeuwen stelen bijvoorbeeld graag elkaars buit, als de ander even weg is. Of ze pesten elkaar weg bij een pas gevangen prooi.
Sommige zeevogels doen dat ook. Bijvoorbeeld de kleine jager, een slimme roofmeeuw. Als die een zeevogel ziet die net een lekker visje heeft gevangen, dan vliegt hij er snel achteraan. In de lucht pest hij de arme vogel net zolang totdat die zijn prooi laat vallen. “Hebbes!”, denkt de kleine jager.
Maar dat een dier steelt door expres een ander dier met buit en al te verslinden, dat was nog niet eerder ontdekt. De zeenaaktslak, zo zagen de biologen, gaat speciaal op zoek naar poliepen die net hebben gegeten! Hij kruipt langs de poliepen en voelt of er kreeftjes aan vast zitten. De lege poliepen kruipt hij voorbij.
Het steelgedrag van leeuwen en kleine jagers noemen de biologen ‘kleptoparasitisme’. Klepto is Grieks voor stelen. En een parasiet gebruikt iets van een ander, die daar last van heeft. Een mug is bijvoorbeeld een parasiet. Een kleptoparasiet steelt dus de buit van een ander.
De naaktslak is een wel heel bijzondere kleptoparasiet. De biologen bedachten er een speciale naam voor: ‘kleptopredator’. Een steel-roofdier dus. Leeuwen en kleine jagers zijn ook weleens kleptopredator, als zij een prooi eten die toevallig net zelf heeft gegeten. Maar zij gaan daar niet speciaal naar op zoek.
De biologen denken dat er vast méér kleptopredatoren bestaan. Zouden er ook dieven zijn die het liefst van andere dieven stelen? Stel je voor: die laten een ander de kroonjuwelen stelen. En dan overvallen ze die ander.
Een stuk makkelijker dan zélf het paleis binnendringen, toch?
Nienke Beintema Bron: Royal Society Biology Letters, 1 november