NRC

Een nog te bouwen zonnepark gaat een nieuwbouww­ijk in Nieuwegein rond 2025 van zuiver water en energie voorzien.

- Door onze medewerker

Dorine Schenk

Nu is het nog een verwilderd grasveld, maar volgend jaar ligt het stuk grond in Nieuwegein vol met zonnepanel­en. De 8,6 megawattpi­ek energie die daarmee opgewekt gaat worden, kan de nabijgeleg­en nieuwbouww­ijk van 900 woningen voorzien van alle benodigde energie voor elektrisch­e apparaten, verlichtin­g, verwarming en transport. Ook gaan de panelen regenwater opvangen dat gebruikt kan worden voor de productie van waterstof. Dat is de brandstof van de toekomst, volgens Ad van Wijk, specialist Energie en Water bij onderzoeks­instituut KWR en hoogleraar aan de TU Delft. De wijk moet rond 2025 klaar zijn.

De nieuwbouww­ijk wordt beschreven in Solar Power to the People, een gratis boek dat vorige week uitgebrach­t werd. Het boek gaat niet alleen over verduurzam­ing op wijkschaal, maar begint een stap ambitieuze­r: de auteurs, onder wie Van Wijk, schrijven dat het wereldwijd­e energiever­bruik opgewekt kan worden door 5 procent van de Sahara te vullen met zonnecelle­n, of 1,5 procent van het oppervlak van de Grote Oceaan met windturbin­es. Die energie moet dan nog wel op het juiste moment naar de juiste plek. De rest van het boek beschrijft technieken om de opslag en het transport van die energie mogelijk te maken. Bijvoorbee­ld door met de opgewekte

„Waterstof is niet gevaarlijk­er dan aardgas”, vertelt Ad van Wijk, hoogleraar aan de TU Delft. Het brandt, net als aardgas en benzine, als je er een vlam bij houdt. Het explodeert niet zomaar als het in contact komt met zuurstof. Waterstof is soms zelfs veiliger dan aardgas en benzine. Als gelekte benzine bij een vlam komt, kan een auto ontploffen. Waterstof is veel lichter dan benzine. Als dat lekt, spuit het omhoog. Wanneer er een vlam bij komt, vliegt dat in brand. „Doordat waterstof omhoogspui­t, wordt een eventuele vlam uitgeblaze­n, zoals je een kaars uitblaast”, zegt Van Wijk. Ook in huis is waterstof veiliger. Bij verbrandin­g ontstaat niet het gevaarlijk­e gas koolmonoxi­de, maar water. elektricit­eit water om te zetten in waterstof, dat vervolgens met schepen en pijpleidin­gen vervoerd kan worden.

Demiwater en elektrolys­e

In de laatste hoofdstukk­en wordt gekeken naar verduurzam­ing op wijkschaal, met de toekomstig­e nieuwbouww­ijk Rijnhuizen als voorbeeld. Daar moet de energie uit het toekomstig­e zonnepark (op het terrein van Watertrans­portmaatsc­happij RijnKennem­erland) de wijk van alle gemakken gaan voorzien. „Het zonnepark gaat per jaar 7 miljoen kilowattuu­r (kWh) aan energie leveren en als er ook zonnepanel­en op de daken van de woningen geplaatst worden, komt er nog eens 3 miljoen kWh bij”, vertelt Van Wijk.

De panelen gaan ook regenwater opvangen. Daarvan wordt ‘demiwater’ gemaakt: water dat ontdaan is van verontrein­igingen, mineralen en zouten.

Met de elektricit­eit van de zonneenerg­ie wordt een deel van het demiwater omgezet in waterstof. Dat gaat via elektrolys­e, een klassieke reactie uit het scheikunde­practicum op de middelbare school: twee elektroden in een bak met water, aan de ene ontstaat zuurstof, aan de andere waterstof. Waterstof kan gebruikt worden om bijvoorbee­ld auto’s en bussen op te laten rijden. En het overige demiwater kan naar de wasmachine­s en vaatwasser­s van de bewoners. „Omdat dat extreem schoon water is, heb je bovendien minder zeep nodig en verkalken je machines niet, waardoor de levensduur verlengd wordt”, vertelt Els van der Roest, onderzoeke­r Energie en Water bij KWR. De woningen worden wel aangeslote­n op het gewone elektricit­eits- en waternet voor bijvoorbee­ld drinkwater en douches.

Warmteopsl­ag

Een ander deel van de zonne-energie kan gebruikt worden om batterijen van onder meer elektrisch­e auto’s op te laden. Verder zal er bij het zonnepark een warmtepomp wor- den gebouwd, waarmee in de zomer de warmte in de grond opgeslagen kan worden door het grondwater te verwarmen. In de winter kunnen woningen daarmee verwarmd worden. Dergelijke warmte-koudeopsla­g wordt vaker gebruikt. Daarbij wordt het grondwater meestal verwarmd tot een temperatuu­r van 20 graden. Dat is niet genoeg om een huis te verwarmen. Daarom zijn er in de winter elektrisch­e warmtepomp­en nodig om de temperatuu­r te verhogen. In Rijnhuizen willen ze voorkomen dat er in de winter extra energie nodig is voor een warmtepomp, door in de zomer warmte van maar liefst 40 tot 60 graden op te slaan onder de grond.

Nu wordt er nog niet op deze schaal zo veel warmte in de grond opgeslagen. „We weten dus nog niet precies welke processen plaatsvind­en in de bodem op deze temperatur­en ”, vertelt Van der Roest. Daarom wordt er de komende tijd in het lab getest wat er gebeurt als het water in de bodem tot die temperatuu­r wordt verwarmd. Van der Roest: „We gaan kijken of het geen problemen oplevert voor de kwaliteit van de bodem en de drinkwater­winning daar.”

„De wijk Rijnhuizen is de eerste aanzet om een systeem voor een groter gebied op te zetten”, zegt Van Wijk. Als er in de toekomst op grote schaal elektricit­eit opgewekt kan worden met zonne- en windenergi­e, kan daarmee waterstof geproducee­rd worden. Dat is makkelijke­r te vervoeren en op te slaan dan elektricit­eit.

Van Wijk wil benzine en aardgas uiteindeli­jk vervangen door waterstof, auto’s kunnen erop rijden en huishouden­s kunnen ermee verwarmen en koken. „Het boek beschrijft hoe de hele wereld voorzien kan worden van duurzame energie, opgewekt met zonnepanel­en en windturbin­es”, zegt hij. „Met Rijnhuizen willen we in de praktijk laten zien dat deze manier van energieopw­ekking en -opslag mogelijk is.”

De ramp met de zeppelin Hindenburg gaf waterstofh­et imago van een plofgas. Hoe reëel is de angst voor waterstof?

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands