Sonja Holleeder vreesde dat niemand haar zou geloven
Het heeft bijna twintig jaar geduurd, zo vertelde Sonja Holleeder maandagmiddag tegen de rechtbank, voordat ze op durfde te staan tegen haar broer Willem. Maar uiteindelijk heeft ze het in 2013 toch gedaan. Ze doet het voor wijlen haar man, Cor van Hout, en de drie kinderen die ze samen kregen. „Voor hen wil ik gerechtigheid”, aldus Sonja Holleeder, die rustig en weloverwogen antwoordde op de vragen van de rechtbank.
De zittingsdag begon met een verzoek van haar raadsman Willem Jebbink om de verhoren van Sonja en haar zus Astrid Holleeder en Willems ex-vriendin Sandra Klepper achter gesloten deuren te houden vanwege de veiligheid van de drie vrouwen en hun gemoedsrust. De rechtbank wees dat verzoek af. De vrouwen worden wel zo afgeschermd dat oogcontact tussen de getuigen en Willem Holleeder onmogelijk is.
Sonja Holleeder vertelde dat ze al sinds de mislukte aanslag op Cor van Hout in 1996 – ze zat toen samen met hem en hun zoontje in de auto – weet dat haar broer Cor dood wilde hebben. Hij werd uiteindelijk in 2003 vermoord. Ze werd emotioneel toen ze vertelde dat haar broer Willem overstapte naar de groep van Sam Klepper en John Mieremet, de twee mannen die de eerste aanslag op Van Hout zouden hebben beraamd. Zoiets doe je toch niet, aldus Sonja in tranen.
Ze vertelde dat ze opnames maakte van Willem omdat ze bang was dat niemand haar zou geloven. Hij is zo charmant, zei ze, en windt iedereen om zijn vinger. „Maar tegen mij schreeuwde hij vooral. Sinds de dood van Cor behandelde hij mij als zijn bezit.”
Dinsdag is het de beurt aan de verdediging om vragen te stellen aan Sonja Holleeder.