Shorttrack
Nederlandse vrouwen verrassen met brons
Vier Nederlandse GANGNEUNG. vrouwen staren naar het scorebord in de Ice Arena. Hun schaatsen zijn uit, een trainingsjack bedekt hun schaatspak. Ze hebben niet geschaatst in de finale die zojuist is verreden, de vier buitenlandse teams die op het ijs staan wel, maar wanneer de uitslag op het scherm verschijnt vallen ze elkaar en hun coach toch in de armen. Vol ongeloof. De Nederlandse relayvrouwen schaatsten niet in de grote finale, maar wonnen door een ongewone samenloop van omstandigheden alsnog een bronzen medaille. „Tja, dat is shorttrack”, zou het later klinken.
Shorttrack is een sport die in essentie simpel is: de snelste over de streep wint. Maar de keren dat de uitslag daarmee ook direct vaststaat, zijn in de minderheid. In een race gebeurt van alles. Vier, vijf, acht of in het geval van de relay het dubbele aantal shorttrackers vechtend op de vierkante meter. Een baantje van 111 meter, waarop iedereen de scherpste bocht zoekt. Duwen, trekken, dringen, afsnijden. Erna bepalen videoscheidsrechters of al die manoeuvres ook daadwerkelijk zijn toegestaan.
Het plotse brons van de relayvrouwen was de sport op z’n vreemdst. Ze werden vorige week in de halve finale uitgeschakeld en traden daardoor aan in de zogenoemde B-finale. Ook een eindstrijd, maar doorgaans alleen voor de eer. Een strijd der verliezers. Behalve tijdens de Winterspelen. Als er in de A-finale dusdanig veel straffen worden uitgedeeld, waardoor er geen compleet podium overblijft, dan wordt er geput uit de B-finale. Het IOC wil geen leeg podium. Dit gebeurde dinsdag, nadat China en Canada door straf uit de uitslag werden geschrapt. Eerder is het alleen op de Winterspelen van 1994 en 1998 voorgekomen dat een medaillewinnaar uit de B-finale kwam. En dan reed Nederland in de B-finale ook nog eens een wereldrecord.
Elementen van een jurysport
Wordt shorttrack zo niet moeilijk te volgen? „Als wat nu is gebeurd niet kan, kun je die B-finale meteen afschaffen”, stelt Yara van Kerkhof, die eerder zilver op de 500 meter won. „Ik denk dat mensen er op die manier naar moeten kijken.”
Hoewel het idee helder is – een vol podium – is het wel de vraag waar de gemiddelde toeschouwer naar kijkt. Een loterij kun je het niet noemen. Er zijn wel regels waar iedereen zich aan moet houden. Tegelijkertijd heeft het shorttrack elementen van een jurysport. Het is geen turnen, kunstrijden of freestylen op ski’s en snowboard, maar de videoscheidsrechters brengen ook een zekere mate van subjectiviteit met zich mee. Willekeur, vinden sommige shorttrackers. Hoe vaak, zeggen zij, wordt een beweging de ene keer wel bestraft en de volgende keer niet.
Toch heeft het gros daar vrede mee. Zoals Van Kerkhof zei: „Het is voor ons moeilijk om ons in te leven in mensen die de sport niet kennen.” Dit is hun wereld, zij weten niet beter. De ene keer zijn ze teleurgesteld om een beslissing van de videoscheidsrechters, zoals Sjinkie Knegt, die dinsdag een straf kreeg in de voorrondes van de 500 meter en dus niet het goud zal winnen waar hij voor kwam. De andere keer zijn ze in extase, zoals de beduusde relayvrouwen dinsdag.
„Je leert ermee omgaan”, meent bondscoach Jeroen Otter. Maar hij erkent wel dat shorttrack veel transparanter kan én moet zijn. Toeschouwers en tv-kijkers krijgen alleen een opgeschoonde uitslag te zien, uitleg krijgen ze niet. De schaatsers en coaches evenmin. Otter: „Als ik mazzel heb, krijg ik een beeld, van één kant gefilmd. Ik mag ook geen protest indienen, zelfs al is het de grootste dwaling in de shorttrackgeschiedenis.”
Otter ziet liever zoiets als in het American football. Daar zet de hoofdscheidsrechter na overleg zijn microfoon aan, waarna de beslissing over de stadionspeakers en op televisie duidelijk te horen is. Wie de straf krijgt, welke straf en waarom. „Het publiek moet veel meer betrokken worden. Als je de sport wilt verkopen, moet de fan het wel begrijpen.”