Raad
Wie jou kennen en wie jij kent telt, in de gemeente. Ook laag op de kieslijst zijn raadszetels haalbaar. „Hier gaat het om de gunfactor.”
Een BM’er, zo zou ErikPieter Vlaanderen zichzelf noemen. Een Bekende Muidenaar. Staat hij in de kroeg of langs het hockeyveld, dan is er altijd wel iemand die hem op zijn schouder tikt. „‘Hé Vlaanderen’, zeggen ze dan. ‘Ik heb op je gestemd. Kun je hier niets eens wat aan doen?’”
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 kreeg Vlaanderen een van de hoogste percentages voorkeurstemmen van Nederland. 43,3 procent van de VVD-stemmers in Muiden koos voor hem: 299 mensen. Met gemak haalde hij de raad, hoewel zijn partij hem op de tiende plek had gezet. Vond hij trouwens geen probleem. „Ik zeg altijd: zet mij maar laag. Beschouw ik als een uitdaging. Als je er op eigen kracht niet in kan komen, vind ik iemand als volksvertegenwoordiger geen knip voor de neus waard.”
Veel kandidaten voeren voor de gemeenteraadsverkiezingen een persoonlijke campagne, in de hoop met voorkeurstemmen verkozen te worden. Hoeveel van hen dat lukt, is nooit structureel onderzocht. Op verzoek van NRC bekeek politicoloog Marijn Nagtzaam de voorkeurstemmen die bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 werden uitgebracht. Nagtzaam promoveert aan de Universiteit Leiden op oorzaken en gevolgen van voorkeurstemmen bij landelijke verkiezingen in Nederland en België en wil zich in later onderzoek op lokale voorkeurstemmen richten. Zijn eerste analyse laat zien dat het aandeel kiezers dat bij lokale verkiezingen op een ander dan de lijsttrekker stemt, opvallend hoog ligt: 47,7 procent in 2014. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen was dat 27 procent.
De verschillen tussen gemeentes zijn groot, en dus zijn er plaatsen waar het percentage stemmen op niet-lijsttrekkers nog veel hoger ligt. In sommige gemeenten kiest bijna 80 procent van de kiezers voor een voorkeurskandidaat, in andere juist niet meer dan 30 procent. Van de vijf gemeentes waar de meeste voorkeurstemmen worden uitgebracht, liggen er vier in Zuid-Limburg.
Geen tijd voor de raad
Met opzet laat Henry Tinnemans zich door zijn partij Leefbaar Someren steevast niet te hoog op de kieslijst zetten. Als baas van een boekhoudbedrijf heeft hij helemaal geen tijd voor de gemeenteraad. Toch stemde in 2014 bijna de helft van de kiezers van zijn partij op hem. „Ik heb gewoon kennis van de Somerse mensen”, denkt Tinnemans. Dat betekent dat hij een spil is in het dorpsleven: hij zat 37 jaar bij de voetbalclub, runde ooit een café en organiseert een jaarlijks bluesweekend. Al drie keer werd hij door de kiezers verkozen, even vaak bedankte hij voor de eer. Zijn naam ontbreekt ook komende verkiezingen niet op de lijst.
Kandidaatraadsleden op een lage plek lukt het beter dan bij landelijke verkiezingen om op eigen kracht verkozen te worden. Terwijl bij de Tweede Kamerverkiezingen gemiddeld maar 20 procent van de volksvertegenwoordigers de voorkeursdrempel haalt, was dat bij de ge- meenteraadsverkiezingen in 2014 51,9 procent. En waar het landelijk gemiddeld maar één of twee kandidaten lukt de lijstvolgorde te doorbreken, slaagde lokaal 15,1 procent van de kandidaten daarin.
De spectaculairste stijging boekte Robert Honings, in het Limburgse Simpelveld: hij stond 11de op de PvdA-lijst, maar kreeg 51,4 procent van de stemmen op die partij. Ook Honings zegt in zijn eigen dorp, Bocholtz, een lokale bekendheid te zijn. Hij zit in de voetbal-, atletiek- en carnavalsvereniging en heeft een eigen vastgoedbedrijfje. „Lokaal werkt