OM: geen vervolging van tabaksindustrie
Het OM ziet „onvoldoende aanknopingspunten” voor een strafzaak tegen tabaksproducenten. „Er bestaat zoiets als vrije wil.”
Het Openbaar Ministerie AMSTERDAM. gaat de tabaksindustrie niet vervolgen. Dat heeft het OM donderdagochtend bekendgemaakt. „We zien onvoldoende aanknopingspunten voor vervolging”, licht hoofdofficier Marianne Bloos het besluit toe. Volgens haar is er geen sprake van strafbare feiten.
In 2016 deed Bénédicte Ficq namens twee longpatiënten aangifte tegen vier grote tabaksproducenten: Phillip Morris, British American Tobacco, Imperial Tobacco en Japan Tobacco. De strafrechtadvocaat verdenkt hen van (poging tot) moord dan wel doodslag, zware mishandeling, valsheid in geschrifte en het opzettelijk benadelen van de gezondheid. De aangifte is ook namens Stichting Rookpreventie Jeugd, waar de activistische longarts Wanda de Kanter voorzitter van is. Verschillende partijen sloten zich aan, waaronder KWF Kankerbestrijding, een aantal ziekenhuizen en recent tal van artsenverenigingen, de verslavingszorg en de gemeente Amsterdam.
Het OM vindt maatschappelijk draagvlak belangrijk, maar heeft dat niet meegewogen in zijn besluit. „Het gaat ons eerst om de haalbaarheid van strafrechtelijke vervolging”, zegt Bloos. Het vaststellen van poging tot moord of doodslag acht het OM niet haalbaar. Bloos: „Roken is schadelijk voor de gezondheid, dat is algemeen bekend. Het staat met koeienletters op de pakjes. Bovendien zijn sigaretten een legaal verkrijgbaar genotsmiddel. En er bestaat er zoiets als vrije wil. Niemand dwingt mensen om te roken en ze stoppen er ook vaak genoeg mee. Je kunt tabaksfabrikanten niet verantwoordelijk houden voor hun gedrag.”
Op de vraag of mensen niet doelbewust verslaafd zijn gemaakt aan roken met allerlei ‘additieven’ in sigaretten, antwoordt Bloos dat tabaksfabrikanten er stoffen in mogen stoppen, zolang ze zich maar houden aan de wet en regels. „Daar is aan voldaan.” Ook al gaat het om een verslavend product, dat betekent binnen het strafrecht niet dat mensen geen wilsvrijheid meer hebben, zegt Bloos. „Met de huidige wet en jurisprudentie kun je niet zeggen: de roker handelt helemaal niet zelf.” Ook het feit dat 80 procent van de rokers als adolescent begint, zoals Ficq betoogt, ver- andert volgens haar niets aan de zaak.
Een van de centrale punten in Ficqs aangifte is dat tabaksfabrikanten jarenlang te lage waarden aan schadelijke stoffen op hun sigarettenpakjes hebben vermeld. In de filters van sigaretten zitten kleine gaatjes, die rokers ongemerkt dichthouden met lippen en vingers. Zij krijgen daardoor meer schadelijke stoffen binnen dan de rookmachines aangeven die sigaretten op een door Brussel voorgeschreven meetmethode testen op het gehalte aan teer, nicotine en koolmonoxide. Valsheid in geschrifte, vindt Ficq. Zij spreekt van ‘sjoemelsigaretten’.
Het OM ziet dat anders. Bloos: „Die gaatjes dateren van voor de oorlog, weten we uit patenten. Overheden zijn daar altijd van op de hoogte geweest, maar hebben regelgeving noch testmethoden daarop aangepast.” Bloos heeft „kennisgenomen” van de brief die Martin van Rijn vorig najaar aan de Europese Commissie schreef. Daarin erkent de oud-staatssecretaris van Volksgezondheid het bestaan van ‘sjoemelsigaretten’ en betoogt hij dat de misleidende meetmethode anders moet. „Als het tijd is om regelgeving aan te passen, denk ik dat dit een goede zet is”, zegt Bloos. „Maar het strafrecht is niet de plek voor deze discussie.”
Het Openbaar Ministerie heeft volgens Bloos grondig onderzoek naar de zaak gedaan. Het heeft zelfs nog gekeken of er sprake is van andere mogelijke strafbare feiten, zoals oplichting en verkopersbedrog. Twee officieren van justitie beoordeelden de aangifte, een handvol specialisten en assistenten stond hen bij. „We werden ook vanuit het buitenland veel gebeld over onze vorderingen en overwegingen”, zegt Bloos. „Veel mensen hebben hun hoop op ons gevestigd. Maar we kunnen niet dagvaarden vanwege maatschappelijke druk. Dat zou ons onbetrouwbaar hebben gemaakt. Wij worden geacht in onafhankelijkheid de mogelijkheid tot strafrechtelijke vervolging te beoordelen.”
Volgens strafrechtadvocaat Ficq heeft het OM het standpunt van de tabaksindustrie overgenomen. Zij gaat „in galop en vol vertrouwen” naar het gerechtshof om alsnog vervolging af te dwingen. Wat haar betreft is het „een uitgelezen kans om het draagvlak in de samenleving voor deze zaak nog groter te maken”. Hoofdofficier Bloos ziet die procedure met vertrouwen tegemoet. „We namen een goed onderbouwde en weloverwogen beslissing.”
Niemand dwingt mensen om te roken en ze stoppen er ook vaak genoeg mee Marianne Bloos hoofdofficier
In galop gaan we naar het gerechtshof om hen ervan te overtuigen dat het OM wel had moeten vervolgen Bénédicte Ficq strafrechtadvocaat