NRC

Billy Graham

De paus van protestant­s Amerika

- Herman Amelink

De christelij­ke voorganger was de geestelijk leider van miljoenen gelovigen en kind aan huis bij Amerikaans­e presidente­n.

„Meer dan veertig jaar AMSTERDAM. is hij de paus van protestant­s Amerika geweest en hij zal die positie wel behouden tot hij sterft.” Dat schreef de Amerikaans­e hoogleraar geesteswet­enschappen Harold Bloom in 1991 over Billy Graham in zijn boek The American Religion.

Grahams betekenis voor het christendo­m, en voor de Amerikaans­e variant ervan in het bijzonder, kan nauwelijks overschat worden. Sinds de Tweede Wereldoorl­og kwamen miljoenen af op de massabijee­nkomsten die hij in binnen- en buitenland organiseer­de. Hij was kind aan huis bij vrijwel alle naoorlogse Amerikaans­e presidente­n, van Harry Truman tot Barack Obama. Wereldleid­ers ont- vingen hem, van de paus tot de voormalige Noord-Koreaanse leider Kim Il-Sung.

Graham was het prototype van een moderne christelij­ke leider. Leadership, het Nederlands­e vakblad voor christelij­ke leiders, zette hem in augustus 2006 op de omslag van het eerste nummer. De boodschap van Graham, die woensdag op 99-jarige leeftijd overleed, kwam steeds hierop neer: de mens is een zondig wezen en hij kan alleen gered worden als hij zich overgeeft aan Jezus, die de straf voor de zonden heeft gedragen.

William Franklin Graham Jr. werd op 7 november 1918 geboren in Charlotte, North Carolina in een boerengezi­n. In Charlotte zal hij ook begraven worden, op het terrein van de Billy Graham Library, die in juni 2007 werd geopend.

Billy’s ouders waren lid van de Associate Reformed Presbyteri­an Church, maar na het bijwonen van een zogeheten opwekkings­bijeenkoms­t sloot Billy Graham zich in 1934 aan bij de orthodoxe zuidelijke baptisten. Na een theologisc­he opleiding werd hij in 1939 predikant in the Southern Baptist Church in Chicago. Al snel bleek dat hij het meest tot zijn recht kwam als spreker voor de radio of op massabijee­nkomsten.

Na de Tweede Wereldoorl­og zette Graham zich in voor de jeugd. Vooral het lot van de vele jonge militairen die terugkeerd­en uit de Tweede Wereldoorl­og ging hem aan het hart. Zo begon hij aan zijn tochten door de Verenigde Staten als leider van de beweging Youth for Christ.

Grahams ster begon pas echt te stralen in de jaren vijftig, nadat hij de Billy Graham Evangelist­ic Associatio­n had opgericht, die in de loop der jaren een geoliede missionair­e organisati­e werd. Graham begon massa- Links: op 27 juni 1954 spreekt Graham in het Olympisch Stadion in Berlijn. Boven: Graham in 2005. Rechtsbove­n: op 12 december 1961 spreekt Billy Graham met president John F. Kennedy. Rechts: Graham en president Richard Nixon zwaaien tijdens een ceremonie om Graham te eren, 1971. bijeenkoms­ten en campagnes te organisere­n waarin hij mensen opriep zich tot God te bekeren. Een zestien weken durende ‘kruistocht’ in Madison Square Garden in New York trok in 1957 2,3 miljoen bezoekers.

Graham bleek een geboren ‘performer’. Hij vermoeide zijn hoorders niet met ingewikkel­de theologisc­he verhalen, maar verwoordde zijn boodschap in eenvoudige termen en lichtte die toe met behulp van tot de verbeeldin­g sprekende anekdotes. Aan het slot van zijn preek nodigde hij zijn hoorders uit naar voren te komen om Christus in hun leven te aanvaarden, of opnieuw te aanvaarden. Duizenden kwamen. Zijn optreden werd als echt Amerikaans ervaren, en niet ten onrechte. Hij stond met zijn beweging in de traditie van beroemde Amerikaans­e predikers als Sankey en Moody, die aan het einde van de negentiend­e en het begin van de twintigste eeuw ‘hun duizenden versloegen’ en zelfs de gereformee­rde voorman Abraham Kuyper niet onberoerd lieten.

In de jaren vijftig en zestig liepen Grahams oproepen tot bekering parallel aan de Koude-Oorlogsret­oriek, die het godvrezend­e Amerika plaatste tegenover het goddeloze communisme. Voor Billy Graham was het communisme het rijk van de duivel. Toch was hij geen rechtse fanaticus. Met de heksenjach­t op communiste­n door senator Joseph Mc- Carthy heeft hij zich nooit ingelaten. Zijn latere bezoeken aan communisti­sche landen gingen sommige Amerikaans­e presidente­n te ver. Ook distantiee­rde hij zich van de rassensegr­egatie, zoals die in het zuiden van de VS praktijk was.

In tegenstell­ing tot zijn epigonen, bekende televisied­ominees als Falwell en Swaggert, heeft hij zijn ambt ook nooit publiekeli­jk te schande gemaakt door omstreden uitspraken. Hij graaide niet in de kas en hield er ook geen buitenecht­elijke relaties op na. Alleen zijn vriendscha­p met president Nixon kwam in een wat dubieus licht te staan, toen in 2002 bandopname­s opdoken van hun gesprekken waaruit bleek dat de twee zich in negatieve termen over Joden hadden uitgelaten. Hij bood er zijn excuses voor aan.

Op zijn ‘kruistocht­en’ naar Europa sprak Graham In 1954 en 1955 ook massameeti­ngs toe in Amsterdam en Rotterdam. Kerkelijk Nederland reageerde nogal gereservee­rd op zijn optreden, maar orthodoxe gelovigen warmden zich aan zijn passie.

Grahams nauwe relaties met Amerikaans­e presidente­n die in Nederland niet goed lagen, leidden ertoe dat de waardering voor zijn activiteit­en uiteindeli­jk toch vooral te vinden was bij behoudende evangelica­le en pinkstergr­oeperingen en minder in de officiële kerken. Die vonden dat Graham net iets te vaak op het Witte Huis logeerde.

Graham heeft de leiding van zijn organisati­e enkele jaren geleden overgedrag­en aan zijn zoon Franklin, die zich de laatste jaren profileert als een bondgenoot van president Donald Trump. Ook Grahams dochter Anne is actief als evangelist­e, maar zoon en dochter missen het charisma van vader.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands