#MeToo bereikt de Tweede Kamer
De Tweede Kamer bleef lang stil over #MeToo. Nu komt er een debat. En na de zomer een onderzoek in het parlement. Sjoerdsma wil onderzoek in parlement vooral om het goede voorbeeld te geven
Victor Pak
#MeToo aan het Binnenhof, komt dat voor? De Tweede Kamer heeft „een aantal vertrouwenspersonen” bij wie mensen in en om de politiek terecht kunnen als ze seksueel geïntimideerd zijn. Maar hoeveel klachten die vertrouwenspersonen hebben behandeld, is nog niet in kaart gebracht.
Na de zomer van 2018 komt er een zogenoemd ‘werkbelevingsonderzoek’, meldt de woordvoerder van Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib. Dat zal worden gehouden onder alle Tweede Kamer-medewerkers. „Een onderdeel daarvan is seksuele intimidatie en ongewenste omgangsvormen”, zegt de woordvoerder. Donderdagavond debatteert de Kamer al over seksuele intimidatie op de werkvloer in het algemeen: in bedrijven, op universiteiten, bij gemeenten. Maar ook grensoverschrijdend gedrag in de politiek komt aan de orde.
D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma bepleitte begin januari onderzoek naar seksuele intimidatie in het parlement en op de ministeries. Een over- zicht daarvan is nooit gemaakt. Kamervoorzitter Arib laat weten dat „een onderzoek zoals D66 wil daarbij kan helpen”. Het Kamerpresidium kijkt volgens de woordvoerder „hoe bekendheid en bereikbaarheid van vertrouwenspersonen te verbeteren”.
In de lokale politiek kwamen afgelopen maanden #MeToo-gevallen aan het licht. Enkele weken geleden trad de burgemeester van Oosterhout af wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag. Hij zou vijf vrouwen hebben lastiggevallen. In Rheden stapte in 2017 een wethouder op die „onprettig en intimiderend” gedrag vertoonde, volgens een rapport van de gemeente. In de landelijke politiek zijn nauwelijks gevallen van #MeToo bekend.
Twee klappen
Aan het Binnenhof bleef het afgelopen maanden vrij stil. In oktober sprak senator Ria Oomen (CDA) over een minister die haar in de jaren tachtig bij de borst greep. Zij was toen Tweede Kamerlid. Zij vond dat „onbetamelijk” en gaf hem twee klappen in het gezicht, vertelde zij RTL Nieuws.
Om een soortgelijk incident stapte de Amerikaanse Democratische senator Al Franken vorig jaar op. In andere Engelstalige landen, zoals Canada en het Verenigd Koninkrijk, moesten ministers opstappen na beschuldigingen van seksueel wangedrag. Ook in het Europarlement werd vorig jaar ge-
vooral om de relatie met collega’s niet te doen verslechteren. Ook vrezen mensen niet serieus te worden genomen. sproken over de #MeToo-beweging en seksuele intimidatie op de werkvloer. Nieuwssite Politico tekende in Brussel ruim 100 verhalen op die gaan van seksuele intimidatie tot verkrachting.
Ook al zou in Nederland 53 procent van de vrouwen te maken hebben gehad met seksueel overschrijdend gedrag, in politiek Den Haag noemt niemand voorbeelden. Sommige Kamerleden herinneren zich nog oudTweede Kamerlid Harry van Bommel (SP), die in 2007 excuses aanbood voor het „te amicale gedrag” tegen- over een Jordaanse ambassademedewerkster tijdens een parlementaire reis naar het Midden-Oosten.
Is de Haagse politiek een veilige haven? Sjoerd Sjoerdsma wil met zijn gewenste onderzoek vooral het goede voorbeeld geven, zegt hij. „Ik heb geen enkele aanwijzing dat het hier veelvuldig voorkomt. Het lijkt mij niet evident dat hier veel #MeToo-gevallen zijn.” Sinds hij zijn voorstel aankondigde, ontvangt hij wel „schrijnende verhalen” in zijn mailbox, maar die komen van „mensen in het land”, vooral vrouwen.
Dat het Nederlandse debat een duwtje in de rug wel kan gebruiken, vindt ook Kirsten van den Hul (PvdA). In het Algemeen Dagblad schreef zij een opiniestuk over de #MeToo-beweging. Zij verwees daarin naar twee mannelijke Kamerleden die in de wandelgangen de #MeToo-beweging als een „heksenjacht, mediahype en feministisch gezeur” afdeden. Wie dat waren, wil zij ook nu niet zeggen.
Volgens Van den Hul zijn er ook in het openbaar genoeg voorbeelden van seksisme in de Kamer. Ze noemt het debat over de formatie waarin Mark Rutte verweet dat Geert Wilders zich gedroeg als een „vrouw die niet bemind wil worden”. Wilders sneerde terug dat „heel Nederland niet weet of Rutte ooit een vrouw heeft gehad”.
Een „dieptepunt”, vond Van den Hul. „Dat de premier en leider van de tweede partij zich zo seksistisch uitlaten. En daar wordt dan nog om gelachen ook. Als ik er dan over tweet, dan krijg ik een week lang op Twitter om m’n oren dat ik een Feminazi ben, en ‘hoer ga terug naar het aanrecht’.” Volgens Van den Hul blijft zo het taboe in stand voor vrouwen om zich uit te spreken: „Je bent gewoon heel kwetsbaar als je het bespreekbaar maakt.”
Ton Coenen, directeur van Rutgers (kenniscentrum over seksualiteit, raadt de Kamer aan te kiezen voor onderzoek door een externe partij: „Zo voorkom je dat een beeld ontstaat dat er zaken onder het tapijt verdwijnen.”