REPORTAGE Italië is geen land voor jonge mensen
Wegens gebrek aan mogelijkheden gaan tienduizenden Italianen naar het buitenland. ‘Italië is een geblokkeerde samenleving.’
„Niet bang zijn. Door nu weg te gaan gaat er, als jullie tegen een stootje kunnen en volhardend zijn, een wereld van mogelijkheden open die Italië helaas niet kan bieden.” Dit schreef Luca Genovese vanuit Amsterdam in een open brief aan andere jonge Italianen. ‘Jongens, ga meteen weg, vertrek nu’, had La Repubblica erboven gezet.
Het regende reacties, de meeste instemmend. Veel jongeren hebben het idee, of ervaren aan den lijve, dat ze geen toekomst hebben in Italië.
Een paar weken daarvoor had de bekende socioloog Ilvo Diamanti onder een vergelijkbare kop (‘Jongens, kom niet terug’) wat cijfers gegeven. Ieder jaar gaan er 100.000 jongeren weg uit Italië, voor het merendeel hoog opgeleid. Er gaat veel meer geld naar pensioenen dan naar onderwijs en onderzoek. Diamanti, ook opiniepeiler, schreef dat twee op de drie Italianen vinden dat voor jongeren die carrière willen maken, de enige manier is om weg te gaan uit Italië.
Dit gebrek aan kansen verklaart een groot deel van de onvrede onder jongeren. In de peilingen voor de verkiezingen van 4 maart wordt dat zichtbaar in de onevenredig grote steun onder jongeren voor de populistische Vijfsterrenbeweging en voor radicale groepen op rechts – als die jongeren het al belangrijk vinden om te gaan stemmen.
Die onvrede heeft maar deels te maken met de crisis, zegt Genovese bij een biertje op Den Haag Centraal. Hij is net klaar met zijn werk, bij Save the Children. Ook in Spanje en Griekenland zijn door de crisis jongeren weggegaan omdat ze geen werk konden vinden. Maar in Italië is er een fundamenteel probleem voor wie na zijn scholing een toekomst op wil bouwen: „Italië is een geblokkeerde samenleving.”
Genovese (35) geeft als voorbeeld een scène uit de bekende Italiaanse serie La meglio gioventù. Als een jonge arts zijn examen heeft gehaald, adviseert zijn docent hem om weg te gaan, want „Italië is het land van de dinosaurussen”. „In de hiërarchische Italiaanse organisaties zijn mensen bang risico te nemen. In Nederland is het veel informeler. Als je hier een idee hebt, vertel je dat aan je baas en als het een goed idee is, krijg je ook het krediet ervoor. In Italië ontbreekt die ondernemende geest. Het is allemaal veel conservatiever.”
Een enorm cultureel verschil, zegt Genovese, maar het is ook een verschil in hoe het land werkt of niet Luca Genovese Geëmigreerde Italiaan werkt. „Na de dood van Steve Jobs schreef een komiek een brief, als ‘Stefano Lavori’ (de Italiaanse vertaling van Steve Jobs), dat als je Apple in een garage in Napels had willen oprichten, je met zo veel bureaucratie te maken had gekregen dat je was geëindigd als pizzabakker.”
Emigratie
Rigide hiërarchie en verstikkende regels zijn een groot probleem, maar het ergste, zegt Genovese, is het gegeven dat niet belangrijk is wat je kunt, maar wie je kent. „In Italië kijken ze niet zo naar de merites. Het gaat vooral om je vriendjes, het netwerk dat je hebt. Dat geeft enorm veel frustratie en dat was voor mij de belangrijkste reden om de sprong naar het buitenland te wagen. Ik denk niet dat ik intelligenter of beter ben dan iemand anders, maar ik wil worden beoordeeld op wat ik kan.”
Maffia
Een voorbeeld van nepotisme is dat van Vincenzo De Luca van de centrum-linkse Democratische Partij. Hij is een machtige politicus uit Genoveses geboortestad Salerno, ex-burgemeester en nu gouverneur van de regio Campania. Zijn ene zoon werd zonder enige ervaring wethouder van Financiën van Salerno. Hij wordt nu verdacht van banden met de Napolitaanse maffia. Zijn andere zoon is kandidaat-parlementslid.
„De Vijfsterrenbeweging is in ZuidItalië heel sterk geworden uit protest tegen dit soort dynamiek”, zegt Genovese. Hij ervoer het al toen hij als journalist werkte voor een lokale krant in Salerno. „Je moet meebewegen met de politiek, anders kom je niet vooruit.” Dat was voor Genovese een reden om snel te stoppen als journalist. Hij ging voor hulporganisaties werken, de liefde voor een Nederlands meisje bracht hem naar Amsterdam. De liefde beklijfde niet, het gevoel hier meer kansen te hebben wel.
Van de jeugdvrienden die in Salerno zijn gebleven, wonen de meesten nog bij hun ouders. „Niet omdat ze dat graag doen, maar omdat ze met het beetje geld dat ze verdienen, niet ergens kunnen gaan huren. Ze hebben geen vooruitzichten.”
Wat Genovese tegen Italiaanse jongeren zou zeggen? Hij vond de kop boven zijn brief wat zwaar aangezet en wil zich ook niet profileren als iemand die roept dat er niets deugt in Italië. Maar „wees niet bang je familie en vrienden te verliezen. Zo ver weg ben je niet als je naar een ander Europees land gaat.”
Genovese kocht vorig jaar een huis in Amsterdam-Noord. „Ik denk niet dat ik die mogelijkheid zou hebben gehad in Italië. Of ik terug wil? Wat ik leuk vind om over na te denken, is dat ik over een jaar of dertig net als mijn vader wijn ga maken in het gebied waar ik vandaan kom. Aglianico en Cabernet verbouwen op de heuvels net achter Salerno. Maar voorlopig nog niet.”